Uitspraak Nº 10/045718-22 / TUL VV: 10/190384-20. Rechtbank Rotterdam, 2022-10-31

ECLIECLI:NL:RBROT:2022:9338
Date31 Octubre 2022
Docket Number10/045718-22 / TUL VV: 10/190384-20
Rechtbank Rotterdam

Team straf 1

Parketnummer: 10/045718-22

Parketnummer vordering TUL VV: 10/190384-20

Datum uitspraak: 31 oktober 2022

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte01] ,

geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1983,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres

[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,

raadsvrouw mr. O. Saki, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 oktober 2022.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B. van Heemst heeft gevorderd:

  • -

    bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;

  • -

    veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 350 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden alsmede de dadelijke uitvoerbaarheid daarvan;

  • -

    afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 10/190384-20.

4 Waardering van het bewijs
4.1.

Bewijswaardering

De verdachte heeft bekend dat hij de aangeefster heeft belaagd en bedreigd. Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de pleegperiode korter is dan ten laste gelegd. De rechtbank gaat uit van de verklaring van de verdachte op de zitting dat hij de aangeefster vanaf september 2021 heeft belaagd en bedreigd. In die periode kreeg de aangeefster een nieuwe relatie. Het dossier bevat onvoldoende bewijs voor het oordeel dat de verdachte ook voor die datum de aangeefster heeft belaagd en bedreigd. De afschriften van gesprekken tussen de verdachte en de aangeefster via Whatsapp en Instagram zijn veelal ongedateerd.

Daarnaast is onderdeel van de tenlastelegging dat de verdachte door middel van een filmpje met een vuurwapen de aangeefster zou hebben belaagd en bedreigd. De verdachte heeft weliswaar een filmpje op zijn besloten Instagram-account geplaatst waarop een vuurwapen is te zien. De door de verdachte geschreven begeleidende tekst bij dit filmpje is echter dermate onduidelijk dat niet geconcludeerd kan worden dat het bericht betrekking heeft op de aangeefster. Ook is het niet duidelijk wat de strekking is van het bericht. Dat betekent dat niet kan worden bewezen dat de verdachte dit filmpje heeft geplaatst met de opzet om de aangeefster daarmee te bedreigen of te belagen. De verdachte zal eveneens van dit gedeelte van de tenlastelegging worden vrijgesproken.

4.2.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en – afgezien van de hiervoor besproken en gehonoreerde verweren – geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1

hij, in de periode van 1 september 2021 tot en met 21 februari 2022 te Rotterdam enBarendrecht, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer01] , door

- veelvuldig telefonisch contact op te nemen met die [slachtoffer01] en bekenden en de partner en de werkgever van die [slachtoffer01] en daarbij dreigend de woorden toe te voegen - zakelijk weergegeven - dat die [slachtoffer01] haar baan zou verliezen en hij, verdachte, haar even kapot zou maken en dat hij, verdachte [slachtoffer01] zou gaan neuken althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking tegen die [slachtoffer01] en bekenden van die [slachtoffer01] en

- veelvuldig die [slachtoffer01] en bekenden en de partner en de werkgever van die [slachtoffer01] dreigende berichten en afbeeldingen te sturen via Instagram en Whatsapp, met de strekking - zakelijk weergeven - dat die [slachtoffer01] haar baan zou verliezen en hij haar leven kapot zou maken en inhoudende seksueel getinte berichten/afbeeldingen en berichten over de kinderen van die [slachtoffer01] , althans berichten en afbeeldingen van gelijke dreigende aard of strekking tegen die [slachtoffer01] en bekenden van die [slachtoffer01] en

- met meerdere nep accounts die [slachtoffer01] en bekenden van die [slachtoffer01] , veelvuldig berichten en afbeeldingen te sturen en

- eenmaal op het werk van die [slachtoffer01] te verschijnen en meermaals in contact te komen met collega's en de werkgever en daarbij informatie te geven over het functioneren van die [slachtoffer01]

met het oogmerk die [slachtoffer01] te dwingen iets te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;

2

hij in de periode van 1 september 2021 tot en met 21 februari 2022 te Rotterdam en Barendrecht, meermalen, [slachtoffer01] heeft bedreigd met

- verkrachting, en

- enig misdrijf tegen het leven gericht, en

- zware mishandeling, door

meermalen die [slachtoffer01] dreigend de woorden toe te voegen, zakelijk weergeven dat hij, verdachte het leven van die [slachtoffer01] kapot zou maken en dat hij, verdachte [slachtoffer01] zou gaan neuken, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking tegen die [slachtoffer01] en

meerdere dreigende berichten en afbeeldingen te sturen via Instagram en Whatsapp met de strekking -zakelijk weergeven- dat hij, verdachte, die [slachtoffer01] haar leven kapot zou maken en inhoudende seksueel getinte berichten/afbeeldingen en berichten over de kinderen van die [slachtoffer01] , althans berichten van gelijke dreigende aard of strekking.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5. Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

De eendaadse samenloop van

1. belaging en

2 . bedreiging met verkrachting, met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermaals gepleegd.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De feiten zijn dus strafbaar.

6. Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.

De verdachte is dus strafbaar.

7 Motivering straf en maatregel
7.1.

Algemene overweging

De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

7.2

Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd

De verdachte heeft gedurende een periode van ongeveer zes maanden het slachtoffer gestalkt en bedreigd door veelvuldig telefonisch contact met haar op te nemen en haar dreigende berichten te sturen. De verdachte richtte zich ook tot bekenden van het slachtoffer, zoals haar partner. Ook was de verdachte erop uit het slachtoffer haar baan te laten verliezen en heeft hij daartoe meermaals contact opgenomen met haar werkgever. De toon van de verdachte was steeds dwingend, bedreigend en intimiderend. Het slachtoffer heeft als gevolg van het handelen van de verdachte maandenlang in angst geleefd, zoals blijkt uit haar slachtofferverklaring. Zij maakte zich grote zorgen om haar eigen welzijn en dat van haar partner en kinderen. De rechtbank rekent de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT