Uitspraak Nº 10/690424-18. Rechtbank Rotterdam, 2020-07-17

ECLIECLI:NL:RBROT:2020:6263
Docket Number10/690424-18
Date17 Julio 2020
Rechtbank Rotterdam

Team straf 3

Parketnummer: 10/690424-18

Datum uitspraak: 17 juli 2020

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te Curaçao (Nederlandse Antillen) op [geboortedatum verdachte] ,

niet ingeschreven in de basisregistratie personen,

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
Penitentiaire Inrichting Alphen aan den Rijn,

raadsman mr. L.A.R. Newoor, advocaat te Rotterdam.

1. Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 3 juli 2020.

2. Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.

De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3. Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. van Veen heeft gevorderd:

  • -

    bewezenverklaring van de vier ten laste gelegde feiten (ten aanzien van feit 1 en 2 het primair ten laste gelegde);

  • -

    veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 jaar met aftrek van voorarrest.

4. Waardering van het bewijs
4.1.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten (ten aanzien van feit 1 en 2 het primair ten laste gelegde). De verdachte heeft de schutter op 28 oktober 2018 tot twee keer toe met een scooter naar de Rechthuislaan gereden, wachtte daar gedurende het schietincident in de buurt en is vervolgens samen met de schutter naar de Schulpweg gereden om daar de scooter in brand te steken. Uit de zendmastgegevens blijkt dat verdachte en de schutter gedurende de dag van het schietincident lange tijd bij elkaar zijn geweest en dus gelegenheid hebben gehad om afspraken te maken. Op basis van het voorgaande en de omstandigheden waaronder de verdachte en de schutter het misdrijf hebben gepleegd, kan het niet anders zijn dan dat zij vantevoren afspraken hebben gemaakt over de uitvoering van het misdrijf. Verdachte heeft een wezenlijke bijdrage geleverd aan de uitvoering van de moord op het slachtoffer, [naam slachtoffer] . Daarmee is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking. Het medeplegen van de moord op het slachtoffer en het medeplegen van poging tot moord op meerdere onbekend gebleven personen kunnen dan ook worden bewezen. Tevens heeft de verdachte het vuurwapen waarmee is geschoten tezamen en in vereniging met de schutter voorhanden gehad. Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan begunstiging door de schutter na het schieten een veilige aftocht te bieden en hem weg te voeren van de plaats delict, aldus de officier van justitie.

4.2.

Standpunt verdediging

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. De verdachte heeft bekend tot twee keer toe met de schutter naar de Rechthuislaan te zijn gereden, daar op hem te hebben gewacht en vervolgens met hem naar de Schulpweg te zijn gereden. Deze bijdrage van de verdachte is niet van voldoende gewicht geweest om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking. Medeplegen kan dus niet worden bewezen. Evenmin kan medeplichtigheid worden bewezen. De verdachte is niet opzettelijk behulpzaam geweest bij de door de schutter gepleegde misdrijven. De verdachte heeft immers voorafgaand en tijdens het schietincident niet geweten dat de schutter op de Rechthuislaan zou gaan schieten op het slachtoffer en de onbekend gebleven personen. De verdachte had dat ook niet kunnen vermoeden en hij had ook niet kunnen vermoeden dat de schutter het wapen bij zich had. Daarmee ontbreekt het opzet op zowel de medeplichtigheid als op de gronddelicten.

4.3.

Beoordeling

De feiten

Op 28 oktober 2018 omstreeks 21.21 uur kwamen meerdere meldingen van een schietpartij binnen bij de meldkamer van de politie. De schietpartij zou hebben plaatsgevonden aan de Rechthuislaan te Rotterdam en er zou meerdere keren zijn geschoten met een automatisch vuurwapen. Naar aanleiding van deze meldingen zijn verbalisanten ter plaatse gegaan. Zij constateerden dat ter hoogte van de [adres] een zwaargewonde man roerloos op zijn rug op straat lag. De man had meerdere schotwonden in zijn lichaam, onder andere in zijn gezicht en in zijn borst. Hij lag in een grote plas bloed. Na tevergeefs minutenlang gereanimeerd te hebben en een AED te hebben aangesloten, werd om 21.30 uur de dood van het slachtoffer vastgesteld. Het slachtoffer bleek [naam slachtoffer] te zijn, geboren op [geboortedatum slachtoffer] (hierna: het slachtoffer).

Op het lichaam van het slachtoffer werd sectie verricht. Aan het hoofd, de romp, de armen en de linkerbil werden letsels vastgesteld die alle bij leven zijn ontstaan door de inwerking van uitwendig mechanisch perforerend geweld. Het betrof in totaal veertien schotletsels, behorende bij zes doorschoten en twee inschoten. Beide borstholten en longen waren geperforeerd, hetgeen gepaard ging met acute longfunctiestoornissen met algehele weefselschade tot gevolg. Tevens was er onder andere perforatie van meerdere bloedrijke organen. De patholoog heeft geconcludeerd dat het overlijden van het slachtoffer wordt verklaard door algehele weefselschade door bloedverlies en longfunctiestoornissen ten gevolge van twee doorschoten en één inschot van de romp.

Door de forensische opsporing werden ter plaatse 28 hulzen aangetroffen. Deze lagen op het trottoir verspreid over een afstand van ongeveer 30 meter, ter hoogte van de [adres] . Na onderzoek bleek dat al deze hulzen van het kaliber 7.62x39mm waren en vermoedelijk verschoten waren met een semi- en volautomatisch werkend geweer van hetzelfde kaliber, type Kalasjnikov.

Ooggetuigen van de schietpartij

Gedurende het onderzoek is een groot aantal ooggetuigen gehoord over de schietpartij. Deze ooggetuigenverklaringen komen er op neer dat rond 21.20 uur meerdere keren werd geschoten in de Rechthuislaan. De ooggetuigen zagen een man op het trottoir van de Rechthuislaan in de richting van de Tolhuislaan lopen. De man had donkere kleding aan en hij had een helm op met gesloten vizier. Hij had een vuurwapen in zijn handen wat hij hoog vast hield tegen zijn schouder aan. Hij hield het vuurwapen met twee handen vast en het wapen was ongeveer 30 tot 40 centimeter lang. Hij liep al schietend in de richting van een groep mannen die ter hoogte van de kinderopvang stond (de rechtbank begrijpt: [naam kinderopvang] , gevestigd aan de [adres kinderopvang] ). Het slachtoffer maakte deel uit van de groep mannen. Toen een aantal mannen wegrende, bleef de man op hen schieten. Na enkele seconden draaide de man zich om en rende weg in de richting van de Katendrechtsestraat. In de Katendrechtsestraat stapte de man als bijrijder achterop een scooter. De scooter reed vervolgens via de Rechthuislaan weg in de richting van de Tolhuislaan en Maashaven Noordzijde.

Camerabeelden 28 oktober 2018

Uit de camerabeelden met betrekking tot het schietincident is het volgende gebleken.

Tussen 20.32 en 20.36 uur was een scooter te zien met daarop twee personen. De scooter reed omstreeks 20.32 uur vanaf de Pretorialaan in de richting van Maashaven Noordzijde. Vervolgens reed de scooter over de Tolhuislaan en de Rechthuislaan in de richting van de Katendrechtsestraat. De scooter was voor het laatst te zien om 20.36 uur aan de Maashavenstraat; daarna werd de scooter op camerabeelden tijdelijk niet meer waargenomen. De bestuurder droeg donkere kleding en had een donkere helm op. De bijrijder droeg een donkere helm, donkere jas, lichtere broek en had lichte schoenen of donkere schoenen met witte zolen aan.

Tussen 21.11 en 21.18 uur was een scooter te zien met daarop twee personen met dezelfde voornoemde signalementen. De scooter reed vanaf de Pretorialaan via de Maashavenkade en Wodanstraat de Walhallalaan in. Vervolgens was de scooter te zien op de Tolhuislaan, rijdend richting de Katendrechtsestraat. Nog vóór het kruispunt met de Rechthuisstraat kwam de scooter tot stilstand aan de rechterkant van de straat. Vervolgens was om 21.18.42 uur te zien dat de bijrijder van de scooter (hierna: de schutter) afstapte, even stil stond en vervolgens de Rechthuislaan inliep, in de richting van de plek waar het slachtoffer stond.

Om 21.19.37 uur liep de schutter naar een groep mannen die zich ophield ter hoogte van de [adres] . Terwijl de schutter nog op de rijbaan liep, begon hij om 21.19.44 uur vanachter de geparkeerde auto’s in de parkeervakken te schieten op de groep. De schutter liep vervolgens al schietend het trottoir op in de richting van de Tolhuislaan. De groep mannen rende uit elkaar. Eén persoon viel neer. De schutter liep naar die persoon toe en schoot nog een aantal keren van zeer korte afstand op hem. Later bleek de gevallen man het slachtoffer te zijn. De schutter schoot vervolgens nog een aantal keren op de wegrennende mannen. Om 21.20.04 uur draaide de schutter zich om en rende terug over het trottoir van de Rechthuislaan in de richting van de Katendrechtsestraat. Daar verdween de schutter uit zicht.

Om 21.20.47 uur reed vanuit de Katendrechtsestraat een scooter met daarop twee personen over de Rechthuislaan in de richting van de Tolhuislaan. Komend vanuit de Maashaven Noordzijde ging de scooter de bocht om naar de Maashaven Oostzijde. Via de Dordtselaan en het Mijnsherenplein reed de scooter in de richting van de Pleinweg. Daarna was de scooter om 21.27.33 uur te zien in de Albatroslaan, komend vanuit de richting Dorpsweg. De scooter sloeg rechtsaf de Kromme Zandweg op in de richting van de Schulpweg.

Om 21.30.21 uur was op de Schulpweg uit...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT