Uitspraak Nº 10/750072-19. Rechtbank Rotterdam, 2022-03-31

ECLIECLI:NL:RBROT:2022:2577
Docket Number10/750072-19
Date31 Marzo 2022
Rechtbank Rotterdam

Team straf 1

Parketnummer: 10/750072-19

Datum uitspraak: 31 maart 2022

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte],

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:

[adres verdachte],

raadsman mr. L. de Leon, advocaat te Utrecht.

1. Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 17 maart 2022.

2. Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.

De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3. Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. T. Lucas heeft gevorderd:

  • -

    bewezenverklaring van het onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde;

  • -

    veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 19 maanden met aftrek van voorarrest.

4. Waardering van het bewijs
4.1.

Bewezenverklaring zonder nadere motivering

Het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.

4.2.

Bewijswaardering

4.2.1.

Standpunt verdediging

De verdachte heeft de gelden verkregen uit eigen misdrijf. Voor de periode na 1 januari 2017 geldt dat eenvoudig witwassen niet ten laste is gelegd. De verdachte dient daarom te worden vrijgesproken.

4.2.2.

Beoordeling

De rechtbank is van oordeel dat dit verweer niet opgaat. Er zijn onder andere gelden vanaf de rekening van [naam bedrijf 1] overgeboekt naar rekeningen van en gelieerd aan de verdachte en de medeverdachte [naam medeverdachte] onder bijvoorbeeld de omschrijving ‘Lening’ en ‘Development fee’. De verdachte heeft ter zitting te kennen gegeven het geld onder meer te hebben gebruikt voor betalingen voor een huis in Marokko. De verdachte en de medeverdachte hebben dus gedragingen verricht om de criminele herkomst van het geld te verhullen en de verdachte heeft de gelden ook omgezet en hiervan gebruik gemaakt. Mede gelet op die handelingen is er niet slechts sprake van eenvoudig witwassen. Hier komt bij dat gezien het aantal en de duur van de opzettelijke witwashandelingen gewoontewitwassen zal worden bewezen verklaard.

4.2.3.

Conclusie

Het verweer wordt verworpen.

4.3.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan.

3.

hij in de periode van 1

december 2016 tot en met 19 november 2019 te Amsterdam en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt

immers heeft hij, verdachte en zijn mededader- van voorwerpen, te weten geldbedragen tot een totaal

van 160.400 euro

de werkelijke aard en/of herkomst verhuld, en/of die

voorwerpen voorhanden gehad en/of

- overgedragen en/of

omgezet of van genoemde voorwerpen gebruik gemaakt,

terwijl verdachte en verdachtes mededader wisten dat die voorwerpen -

onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.

In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:

1.

hij in de periode van 1 december

2016 tot en met 22 maart 2018 te Amsterdam en Rotterdam , tezamen en in vereniging met een ander

dertien facturen (ter hoogte van in totaal

457.319,50 euro), zijnde geschriften

die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten

-factuur (2016-0247/2.11.2016) van 17.545,00 euro en

-factuur (2016-0251/6.12.2016) van 17.484,50 euro en

-factuur (2017-0072/9.2.2017) van 15.125,00 euro en

-factuur (2017-0094/2.5.2017) van 21.780,00 euro en

-factuur (2017-0113/1.6.2017) van 22.385,00 euro en

-factuur (2017-0119/1.7.2017) van 36.300,00 euro en

-factuur (2017-0121 /1.8.2017 ) van 36.300,00 euro en

-factuur (2017-0124/1.9.2017) van 36.300,00 euro en

-factuur (2017-0127/1.10.2017) van 36.300 euro en

-factuur (2017-0129/1.11.2017) van 36.300,00 euro en

-factuur (2017-0132/1.12.2017) van 36.300,00 euro en

-factuur (2018-0004/1.1.2018) van 36.300,00 euro en

-factuur (2018-0009/22.2.2018) van 108.900,00 euro

valselijk heeft opgemaakt , met het oogmerk om die

geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen

gebruiken, door opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid

in die facturen op te nemen dat door twee consultants ([naam 1] en

[naam 2]) werkzaamheden zijn verricht ten behoeve van [naam bedrijf 2]

(zogenaamde geleverde werkzaamheden door [naam bedrijf 1]), terwijl in

werkelijkheid de in die facturen genoemde werkzaamheden niet zijn verricht;

2.

hij in of omstreeks de periode van 1 december 2016

tot en met 22 maart 2018 te Amsterdam en Rotterdam

tezamen en in vereniging met een ander

met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door

listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,

[naam bedrijf 2] meermalen heeft bewogen tot afgifte van geldbedragen tot een totaal van 457.319,50 euro, door met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk

en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,

-valse facturen op te (laten) maken en in te (laten) dienen bij [naam bedrijf 2]

en

-deze valse facturen in te laten boeken in het

interne systeem en/of inkooporders aan te laten maken en/of vrij te geven en

-opdracht te laten geven valse facturen uit te betalen,

waardoor [naam bedrijf 2] werd bewogen tot bovenomschreven

afgifte.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5. Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1. medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;

2. medeplegen van oplichting;

3. medeplegen van gewoontewitwassen.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT