Uitspraak Nº 10/960249-17. Rechtbank Rotterdam, 2019-07-03

ECLIECLI:NL:RBROT:2019:5339
Docket Number10/960249-17
Date03 Julio 2019
Rechtbank Rotterdam

Team straf 2

Parketnummer: 10/960249-17

Datum uitspraak: 3 juli 2019

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting verblijvende op het adres:

[verblijfadres verdachte] , [verblijfplaats verdachte] ,

raadsman mr. M.A.M. Pijnenburg, advocaat te Amsterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 27 mei 2019 en 3 juli 2019.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering (hierna Sv) overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd op de terechtzitting van 7 november 2018. De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officieren van justitie mrs. M.A. van der Vlugt en D.J. Laman hebben gevorderd:

  • -

    vrijspraak van het onder 6 tenlastegelegde;

  • -

    bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 5 en 7 tenlastegelegde;

  • -

    veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6,5 jaar met aftrek van voorarrest;

  • -

    verbeurdverklaring van de diverse gegevensdragers en het geldbedrag van € 2.630,-.

4 Ontvankelijkheid officier van justitie
4.1.

Standpunt verdediging

In het onderzoek “ 26Gravesac ” zijn vormen verzuimd waarbij doelbewust een grove veronachtzaming van het recht op een eerlijk proces heeft plaatsgevonden rond de overname door politie en justitie van de website “ Hansa Market ”. Met het overnemen van de site op het darkweb werd drugshandel gefaciliteerd. Het overnemen en beheren van deze site is een opsporingsmiddel waarvoor een wettelijke basis ontbreekt. Verder is, voor zover artikel 126h Sv als wettelijke basis kan worden gezien, geen enkel zicht verkregen op de wijze waarop de infiltratie heeft plaatsgevonden. Niet te controleren is of het optreden van de opsporingsambtenaren rechtmatig was en of is voldaan aan de proportionaliteitseis. Om die reden dient het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vervolging van de verdachte.

4.2.

Standpunt officier van justitie

Artikel 126h Sv biedt een wettelijke grondslag voor het overnemen en beheren van de website Hansa Market . Van onrechtmatig opsporingsonderzoek is geen sprake. De infiltratie was in overeenstemming met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. De verdediging heeft bovendien onvoldoende aangevoerd in hoeverre de belangen van de verdachte zijn geschaad.

4.3.

Beoordeling

In juni 2016 is onder de projectnaam 26Gravesac door medewerkers van het Team High Tech Crime van de Landelijke Eenheid (hierna: het onderzoeksteam) onder verantwoordelijkheid van het Landelijk Parket Rotterdam een strafrechtelijk onderzoek gestart met als doel de illegale online marktplaats op het darkweb bekend als Hansa Market (ook wel een darkmarket genoemd) te elimineren. Op Hansa Market werd grootschalig gehandeld in strafbare goederen. Het merendeel van de aangeboden goederen betrof drugs zoals XTC, cocaïne, speed en amfetamine. Verkopers (vendors) en kopers (buyers) op dit soort marktplaatsen wanen zich anoniem, gesprekken tussen kopers en verkopers worden vaak versleuteld door middel van “PGP” en betalingen worden verricht door middel van “cryptocurrencies” zoals bitcoins, waarna de bestelde producten per pakketpost worden afgeleverd op het gewenste adres.

Op 20 juni 2017 werd op grond van artikel 126h Sv een bevel infiltratie afgegeven door de officier van justitie. Dit bevel werd op 11 juli 2017 verlengd en liep af op 25 juli 2017. Onder dit bevel is de infrastructuur van Hansa Market naar Nederlands grondgebied geëmigreerd en is Hansa Market heimelijk en ongewijzigd door het onderzoeksteam overgenomen met als doel wachtwoorden, berichten, orderinformatie en bitcoins niet-versleuteld af te vangen teneinde verdachten te identificeren en illegale goederen in beslag te nemen. Het onderzoeksteam fungeerde daarbij als beheerder van Hansa Market , reageerde op verzoeken van kopers, nam deel aan berichtenverkeer, onderhield contacten en verrichtte een aantal pseudokopen. Dit genereerde informatie met betrekking tot de verschillende online aanbieders en kopers van drugs wereldwijd. Op 20 juli 2017 werd de infiltratieactie beëindigd en werd de marktplaats offline gehaald.

Naar aanleiding van de bevindingen in het onderzoek 26Gravesac is in juni 2017 een nieuw opsporingsonderzoek gestart onder de naam “26Moore”, met betrekking tot de (vermoedelijk) Nederlandse vendor “ [naam 1] ”, welk onderzoek ten grondslag ligt aan de strafzaak tegen de verdachte en zijn medeverdachten.

Naar het oordeel van de rechtbank valt genoemde (digitale) infiltratieactie, bestaande uit het overnemen en beheren van Hansa Market , onder de bijzondere opsporingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 126h Sv. Het verweer van de raadsman dat een wettelijke basis ontbreekt, wordt derhalve verworpen. Dat geldt evenzeer voor het verweer dat niet te controleren valt of is voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Het strafdossier in de onderhavige zaak bevat een aanvullend proces-verbaal Gravesac waarin uitvoerig de inzet van de infiltratieactie alsmede de overdracht van gegevens aan onderzoek 26Moore is beschreven. Dit proces-verbaal geeft, naar het oordeel van de rechtbank, voldoende inzicht in de werkwijze van de opsporingsambtenaren tijdens de infiltratie. Op grond van dit proces-verbaal en hetgeen de officier van justitie ter terechtzitting heeft aangevoerd is voldoende gebleken dat op het moment van het afgeven van het bevel tot infiltratie het onderzoek de inzet van dit opsporingsmiddel dringend vorderde. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat het enkel in beslag nemen van servers van illegale marktplaatsen eerder niet heeft geleid tot een effectieve verstoring van de handel in verdovende middelen, maar tot een verplaatsing hiervan met behoud van de digitale structuur bij de verkopers op een andere website (het zgn. ‘waterbedeffect’). Hetgeen op grond van het dossier is gebleken omtrent de aard en de ernst van de internationale online handel in verdovende middelen, alsmede de kennelijke onmogelijkheid om langs andere weg inzicht te verkrijgen in de strafbare feiten, de identiteit van verkopers en kopers te achterhalen en eventuele criminele tegoeden van hen in beslag te nemen, maakt naar het oordeel van de rechtbank dat met de inzet van het opsporingsmiddel gedurende een begrensde periode van iets langer dan een maand aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit is voldaan.

Voor zover de raadsman heeft gesuggereerd dat verkopers op Hansa Market mogelijk zijn aangemoedigd of uitgelokt om deel te nemen aan online drugshandel, overweegt de rechtbank dat zich in het dossier voor die stelling geen aanknopingspunten bevinden. Daarbij geldt dat Hansa Market een online marktplaats betrof waar uitsluitend illegale diensten en producten werden aangeboden. Met de geruisloze overname van Hansa Market heeft het onderzoeksteam de bestaande situatie in zoverre ongewijzigd voortgezet. Niet gebleken is dat verkopers (of kopers) door de overname, dan wel door het handelen van het onderzoeksteam, zijn gebracht tot het begaan van andere strafbare feiten dan waarop hun opzet reeds van tevoren was gericht. Het toelaten van nieuwe vendors en aanbieden van een korting bij personen bij wie al het opzet bestond om te handelen in verdovende middelen op deze specifieke en verborgen website past in dit kader en kan dan ook niet worden gekwalificeerd als uitlokking.

Evenmin bevat het dossier aanwijzingen dat het onderzoeksteam met het overnemen van het kennelijk op drugshandel gerichte Hansa Market de handel in kinderporno, ransomware, terroristische handleidingen of huurmoorden heeft gefaciliteerd.

Gelet op het bovenstaande beoordeelt de rechtbank de infiltratie niet als onrechtmatig. Van een vormverzuim in het strafrechtelijk vooronderzoek jegens de verdachte is dan ook geen sprake. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.

4.4.

Conclusie

De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van de verdachte.

5 Waardering van het bewijs
5.1.

Vrijspraak ten aanzien van de feiten 2 en 6:

Uit de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is niet gebleken dat er onderzoek is gedaan of de verdachte in het bezit van een registratie of een handelsvergunning ter zake van de ketamine is geweest, zodat deze tenlastegelegde bestanddelen niet bewezen kunnen worden verklaard. De verdachte zal om die reden van feit 2 worden vrijgesproken.

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 6 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.

5.2.

Bewezenverklaring zonder nadere motivering van feit 4 en 7

Het onder 4 en 7 ten laste gelegde is door de verdachte bekend, terwijl door de raadsman geen vrijspraak is bepleit. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.

5.3.

Bewijswaardering

5.3.1.

Standpunt verdediging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit van de tenlastegelegde periode van 1 januari 2016 tot juli 2017 en van het medeplegen van het onder 1 en 3 tenlastegelegde en voert daartoe aan dat de verdachte in mei 2017 het bestaande account [naam 1] heeft overgenomen waarbij toen al sprake was van een rijdende trein en een bestaand postorderbedrijf in drugs. In juli 2017 werd Hansa Market offline gehaald; er...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT