Uitspraak Nº 10/996766-13 en 10/700141-15 (gev.). Rechtbank Rotterdam, 2018-05-30

ECLIECLI:NL:RBROT:2018:4269
Date30 Mayo 2018
Docket Number10/996766-13 en 10/700141-15 (gev.)

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3

Parketnummer: 10/996766-13 en 10/700141-15 (gev.)

Uitspraakdatum: 30 mei 2018

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres

[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,

feitelijk verblijvende op het adres

[verblijfadres verdachte] , [verblijfplaats verdachte] ( [land van verblijf verdachte] ),

bijgestaan door mr. R.J. van Eenennaam, advocaat te ’s-Gravenhage.

1 Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 13, 17, 18 en 19 april en 30 mei 2018.

2 Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.

De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. van der Zwan heeft gevorderd:

  • -

    een vrijspraak voor feit 1 primair en feit 2 primair;

  • -

    een bewezenverklaring van feit 1 subsidiair en feit 2 subsidiair;

  • -

    veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;

  • -

    opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.

4. Waardering van het bewijs1,2

4.1.

Feit 1 primair (deelneming en leiding geven aan een criminele organisatie)

Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor feit 1 primair, zodat de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.

4.2.

Feit 1 subsidiair (witwassen van bitcoins en geld)

4.2.1.

Standpunt van de officier van justitie en de verdediging

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van feit 1 subsidiair. Hij beroept zich in dit verband mede op de zogeheten witwas-typologieën. De raadsman heeft een vrijspraak bepleit. De verdachte handelde inderdaad in bitcoins en cash, hij was een bitcoinondernemer. Hij deed aan mining, nam deel aan bitcoin conferenties en hield zich bezig met alles dat met bitcoins gerelateerd was. De raadsman heeft de omvang van de handel in bitcoins betwist en betwist dat er sprake was van witwassen. Voorts is door hem aangevoerd dat bitcoins geen voorwerpen zijn in de zin van art. 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Op de stellingen en argumenten van de officier van justitie en de raadsman wordt hierna in meer detail ingegaan.

4.2.2.

Inleiding van de beoordeling: omlijning van de relevante bitcoinadressen, bitcoins en gelden

4.2.2.1. Welke transacties vormen het verwijt dat aan de verdachte wordt gemaakt?

Het verwijt dat de verdachte wordt gemaakt, betreft het witwassen van bitcoins en de waarde die deze bitcoins vertegenwoordigen. Het dossier bevat twee ambtshandelingen met een analyse van de FIOD over de bitcoins die de verdachte zou hebben witgewassen, AMB-178 en AMB-197. AMB-178 met daarbij de documenten DOC-683 t/m DOC-685 betreft de oorspronkelijke analyse. Daarin wordt ingegaan op alle bitcoins die de verdachte in de periode van 1 januari 2013 tot 19 januari 2016 gekocht zou hebben. AMB-197 met daarbij de documenten DOC-721 t/m DOC-724 bevat een hernieuwde analyse. De FIOD vermeldt in die ambtshandeling dat verhoudingsgewijs veel wallets van de verdachte geen relatie hebben met het darkweb en dat er ook wallets zijn die kenmerken hebben van ontvangen bitcoins uit bitcoin-mining. In de nieuwe analyse is door de FIOD gekeken welke bitcoinadressen van de verdachte bitcoins hebben ontvangen vanuit wallets die op hun beurt bitcoins hebben ontvangen vanuit het darkweb, naar de mate waarin laatstgenoemde wallets besmet waren met bitcoins afkomstig uit het darkweb, welke bitcoins de verdachte heeft ontvangen uit besmette wallets en naar de waarde daarvan. Het resultaat is neergelegd in DOC-721 tot en met DOC-724.

De bitcoins en geldbedragen die worden genoemd in de tenlastelegging, zijn de aantallen die zijn genoemd in AMB-178/DOC-685. Dit betreft dus alle bitcoins die de verdachte in de pleegperiode zou hebben gekocht. Het betreft dus ook bitcoins die volgens AMB-197 (mogelijk) een niet-criminele herkomst hebben. Bij requisitoir is de officier van justitie niet langer uitgegaan van AMB-178/DOC-685 maar van AMB-197/DOC-724. Weliswaar staan in het schriftelijke requisitoir nog de bedragen uit de tenlastelegging, maar deze zijn doorgehaald en mondeling heeft de officier van justitie aangegeven uit te gaan van de bedragen uit AMB-197 en DOC-724. In de ontnemingszaak vordert de officier van justitie ook een bedrag dat daarop is gebaseerd.

Gelet op het voorgaande zal de rechtbank er vanuit gaan dat bitcointransacties die niet voorkomen in DOC-724 niet (langer) door de officier van justitie en de FIOD als witwassen worden gezien en geen onderdeel uitmaken van het verwijt dat de verdachte wordt gemaakt. Het te beoordelen verwijt betreft dus 43.977,85923 bitcoins met een (gestelde) beurskoerswaarde van € 5.906.758,50 (DOC-724).

4.2.2.2. Handelingen die niet (mede) hebben plaatsgevonden in Nederland, vallen buiten de verdere beoordeling

De tenlastelegging vermeldt als pleegplaats ‘Schiedam, althans Nederland’. Daar zou de verdachte bitcoins en gelden hebben witgewassen. Vaststaat dat de verdachte niet de gehele pleegperiode in Nederland verbleef. Ook staat vast dat hij niet alleen in Nederland handelde in bitcoins. De vraag is wat dat betekent voor het bewijs. Daarover wordt als volgt overwogen.

De verdachte verbleef tot in het voorjaar 2015 hoofdzakelijk in Nederland.3 Het voorhanden hebben van bitcoins en daarmee verkregen digitale en chartale gelden vindt mede plaats op de plaats waar de verdachte hoofdzakelijk woonachtig is, ook als die bitcoins in het buitenland zijn verkregen.4 Zijn handel in bitcoins vond bovendien in ieder geval tot zijn vertrek ook feitelijk mede plaats in Nederland: hij handelde deels in Nederland en hij gebruikte mede Nederlandse bankrekeningen van zichzelf en van de in Nederland woonachtige medeverdachte [naam medeverdachte 1] en diens vriendin [naam medeverdachte 2] .5 [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] pinden in Nederland bedragen voor de verdachte. De bitcoinhandel van de verdachte vond daarom tot zijn vertrek uit Nederland, mede in Nederland plaats.

Op enig moment in het voorjaar van 2015 is de verdachte Nederland ontvlucht na een ruzie met zijn medeverdachte [naam medeverdachte 3] . Sindsdien verbleef de verdachte (vermoedelijk) in Litouwen en (in ieder geval) niet (aantoonbaar) in Nederland. Uit het dossier blijkt niet, althans niet voor een voor de rechtbank inzichtelijke manier, dat hij sinds zijn vertrek uit Nederland nog in Nederland heeft gehandeld, bijvoorbeeld door gebruik te maken van Nederlandse bankrekeningen of dat hij toen nog samenwerkte met [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] . Niet bekend is wie de wederpartijen waren bij transacties die plaatsvonden na het vertrek van de verdachte uit Nederland, zodat ook niet langs die band medeplegen van witwassen in Nederland te bewijzen valt.6

Voor de datum van vertrek geldt het volgende. De verdachte heeft verklaard dat hij op 7 maart 2015 door medeverdachte [naam medeverdachte 3] is afgeperst en dat hij kort daarna Nederland heeft verlaten. Vaststaat dat hij op 11 maart 2015 is aangehouden door de douane in Duitsland. Vervolgens was hij in ieder geval op 31 maart 2015 weer in Nederland; hij had toen een confrontatie met [naam medeverdachte 3] .7 Nu een exacte (definitieve) vertrekdatum niet vast te stellen valt en de verdachte in ieder geval op 31 maart 2015 nog in Nederland was, concludeert de rechtbank dat transacties die hebben plaatsgevonden voor en op 31 maart 2015, mede hebben plaatsgevonden in Nederland, van transacties na die datum valt dat niet te bewijzen.8 Er volgt dus vrijspraak voor dat deel van de pleegperiode. Transacties genoemd in DOC-724 na 31 maart 2015 worden daarom niet meegenomen in de verdere beoordeling.9

4.2.3.

Welke bitcoins uit DOC-724 heeft de verdachte daadwerkelijk voorhanden gehad?

4.2.3.1. Aanpak van de rechtbank

De volgende stap van de beoordeling betreft de vraag welke bitcoins de verdachte heeft verkregen, voorhanden gehad, vervreemd etc, zoals de tekst van de tenlastelegging luidt. Daarvoor wordt eerst vastgesteld welke bitcoinadressen aan de verdachte toebehoren. Daarna zal binnen de hiervoor in § 4.2.2 aangegeven omlijning beoordeeld worden welke bitcointransacties met die adressen hebben plaatsgevonden.

4.2.3.2. Welke bitcoinadressen zijn van de verdachte?

Op zitting is uitvoerig gesproken over de vraag welke bitcoinadressen van de verdachte zijn.

Standpunt officier van justitie en FIOD

De FIOD heeft in DOC-680 een lijst opgenomen van bitcoinadressen die aan de verdachte worden toegeschreven. Het gaat in totaal om 98 adressen. In DOC-680 wordt steeds per adres aangeven op welke bron (bewijsmiddel) dit is gebaseerd en er wordt aangeven tot welke wallet het behoort. De adressen #1-66 hebben volgens de FIOD als bron DOC-218. Dat betreft gegevens afkomstig uit de telefoon van de verdachte. De adressen #67-81 zijn volgens de FIOD bitcoinadressen die de verdachte heeft aangeleverd aan de FIOD in het onderzoek IJsberg danwel aan de politie in verband met een aangifte van de verdachte tegen medeverdachte [naam medeverdachte 3] . Adres #82 heeft als bron DOC-679, een screenshot dat hierna nader wordt besproken. De adressen #83-98 zijn volgens de FIOD door middel van clusteranalyse aan de verdachte te koppelen.10

Standpunt verdediging

De verdachte heeft in bijlage 6 van de pleitnota...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT