Uitspraak Nº 13/101173-20. Rechtbank Amsterdam, 2020-04-23

ECLIECLI:NL:RBAMS:2020:2417
Docket Number13/101173-20
Date23 Abril 2020
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

Strafrecht

Zittingsplaats Amsterdam

parketnummer: 13/101173-20

beslissing op hoger beroep tegen beschikking van de rechter-commissaris van de raadkamer van 22 april 2020

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte]

geboren op [geboortedag ] 2003 te [geboorteplaats],

inschrijvingsadres in de Basisregistratie Personen:

[adres],

nu gedetineerd in de [naam inrichting] te [plaats].

Raadsvrouw mr. C. Stroobach, advocaat te Amsterdam.

Procedure

De rechter-commissaris heeft bij beschikking van 15 april 2020 de vordering van de officier van justitie tot inbewaringstelling van de verdachte gedeeltelijk afgewezen; de bewaring van de verdachte is bevolen tot en met 10.00 uur op vrijdag 24 april 2020 en niet voor de gebruikelijke veertien dagen. De officier van justitie heeft op 17 april 2020 een bevel invrijheidstelling uitgevaardigd. Vervolgens is de officier van justitie op 21 april 2020 in hoger beroep gekomen tegen deze beschikking, voor zover daarbij de vordering is afgewezen.

De rechtbank heeft de stukken gezien, waaronder de beschikking van de rechter-commissaris en de appelmemorie van de officier van justitie.

De rechtbank heeft in raadkamer van heden de officier van justitie, de verdachte en de raadsvrouw, de moeder van de verdachte en de Raad voor de Kinderbescherming gehoord.

Vervolgens heeft de rechtbank het onderzoek in raadkamer gesloten en aan partijen medegedeeld meer tijd nodig te hebben voor de beraadslaging. In navolging hiervan heeft de rechtbank partijen op 23 april 2020 telefonisch op de hoogte gesteld van de beslissingen als hieronder opgenomen.

Beoordeling

Ten aanzien van de ontvankelijkheid in hoger beroep: appelakte

De raadsvrouw heeft – kort gezegd – aangevoerd dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in hoger beroep, omdat de appelakte ontbreekt. Daarnaast heeft de verdediging weliswaar de appelmemorie ontvangen, maar is onduidelijk door wie dit is ondertekend.

De officier van justitie heeft in tweede instantie – kort gezegd – het standpunt ingenomen dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard in hoger beroep. Uit contact met de zaaksofficier van justitie volgt dat – hoewel de appelmemorie is ondertekend door de zaaksofficier van justitie en (tijdig) is ingediend – is verzuimd formeel hoger beroep in te stellen. Aldus ontbreekt de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT