Uitspraak Nº 13/665106-17. Rechtbank Amsterdam, 2019-05-28

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:3757
Date28 Mayo 2019
Docket Number13/665106-17
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS

Parketnummer: 13/665106-17

Datum uitspraak: 28 mei 2019

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1970,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [BRP-adres] .

1 Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1, 2, 4 en 10 april 2019. Het onderzoek is gesloten ter terechtzitting van 28 mei 2019.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,

mr. F.E.A. Duyvendak, en van wat de gemachtigd raadsvrouw, mr. J.J.M. Kleiweg, naar voren heeft gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan

  1. het medeplegen of alleen plegen van oplichting van het bedrijf [naam bedrijf 1] in de periode van 14 oktober 2016 tot en met 24 november 2016 in Amsterdam, Obdam, Ulft dan wel in Nederland voor een bedrag van in totaal 121.192 euro;

  2. het medeplegen of alleen plegen van oplichting van het bedrijf [naam bedrijf 2] in de periode van 1 oktober 2016 tot en met 15 december 2016 in Amsterdam, Ulft, Zutphen dan wel in Nederland voor een bedrag van in totaal 115.590 euro;

  3. het medeplegen of alleen plegen van verduistering van drie notebooks, twee computers en drie tablets, toebehorende aan [naam bedrijf 3] , in de periode van 29 november 2016 tot en met 7 maart 2017 in Ulft, gemeente Oude IJsselstreek, Zevenaar, Apeldoorn dan wel in Nederland;

  4. het medeplegen of alleen plegen van verduistering van een BMW en een Volkswagen, toebehorende aan [naam bedrijf 4] , in de periode van 16 november 2016 tot en met 27 maart 2017 in Rijswijk, Eindhoven, Zevenaar, Apeldoorn, Ulft dan wel in Nederland;

  5. het medeplegen of alleen plegen van oplichting van [naam bedrijf 5] in de periode van 4 november 2016 tot en met 9 november 2016 in Zevenaar, Apeldoorn, Utrecht dan wel in Nederland.

De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3 Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 Bewijs
4.1

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot vrijspraak van feit 3 en bewezenverklaring van de overige feiten.

4.2

Standpunt van verdachte

De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte van alle ten laste gelegde feiten moet worden vrijgesproken.

4.3

Oordeel van de rechtbank

4.3.1

Vrijspraak

De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsvrouw, van oordeel dat de onder 3 ten laste gelegde verduistering niet kan worden bewezen, zodat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.

4.3.2

Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte

1.

in de periode van 14 oktober 2016 tot en met 24 november 2016 in Nederland,

tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [naam bedrijf 1] heeft bewogen tot de

afgifte van geldbedragen tot een totaal van ongeveer 121.192 euro,

hebbende hij, verdachte, en zijn mededaders met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - telkens valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid

- namens het bedrijf [naam bedrijf 6] contact gelegd met [naam bedrijf 1] en

-namens [naam bedrijf 6] een overeenkomst met [naam bedrijf 1] afgesloten waarbij werd overeengekomen dat [naam bedrijf 1] facturen van [naam bedrijf 6] gericht aan klanten van [naam bedrijf 6] aankoopt, in elk geval overneemt en

- als debiteuren [naam bedrijf 7] en/of [naam bedrijf 8] aangeleverd en

- formulieren "Verklaring tot opdracht betalingsadres" aan [naam bedrijf 1] die (mede) (valselijk) ondertekend waren door [naam persoon 1] (namens [naam bedrijf 7] ) en door [naam persoon 2] (namens [naam bedrijf 8] ) gestuurd naar [naam bedrijf 1] en

- 4 facturen van [naam bedrijf 7] (ter waarde van ongeveer 69.104 euro) en 2 facturen van [naam bedrijf 8] (ter waarde van ongeveer 52.088 euro) verkocht aan [naam bedrijf 1] ,

zulks terwijl hij, verdachte en zijn mededaders telkens geen goederen hebben geleverd aan [naam bedrijf 7] en [naam bedrijf 8] en geen facturen aan [naam bedrijf 7] en [naam bedrijf 8] hebben gestuurd,

waardoor [naam bedrijf 1] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften;

2.

in de periode van 1 oktober 2016 tot en met 15 december 2016 in Nederland,

tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [naam bedrijf 2] . heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen tot een totaal van ongeveer 115.590 euro, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - telkens valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid

- namens het bedrijf [naam bedrijf 6] contact gelegd met [naam bedrijf 2] en

-namens [naam bedrijf 6] een overeenkomst met [naam bedrijf 2] afgesloten waarbij werd overeengekomen dat [naam bedrijf 2] facturen van [naam bedrijf 6] gericht aan klanten van [naam bedrijf 6] aankoopt en

- als debiteuren [naam bedrijf 7] en [naam bedrijf 8] en [naam bedrijf 9] aangeleverd en

- 3 facturen van [naam bedrijf 7] (ter waarde van ongeveer 69.045 euro) en een factuur van [naam bedrijf 8] (ter waarde van ongeveer 27.958 euro) en 2 facturen van [naam bedrijf 9] (ter waarde van ongeveer 74.480 euro) verkocht aan [naam bedrijf 2] ,

zulks terwijl [naam bedrijf 6] en/of hij, verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) geen goederen heeft/hebben geleverd aan [naam bedrijf 7] en [naam bedrijf 8] en [naam bedrijf 9] en geen facturen aan [naam bedrijf 7] en [naam bedrijf 8] en [naam bedrijf 9] heeft/hebben gestuurd,

waardoor [naam bedrijf 2] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften ten behoeve van de aankoop van die facturen;

4.

in de periode van 16 november 2016 tot en met 27 maart 2017 in Nederland opzettelijk een auto (een BMW M 550d), toebehorende aan het bedrijf [naam bedrijf 4] , en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten had geleased, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;

5.

in de periode van 4 november 2016 tot en met 9 november 2016 in Nederland met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen [naam bedrijf 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten het verstrekken van een persoonlijke lening groot 25.000 euro, hebbende hij, verdachte,

- een persoonlijke lening van 25.000 euro bij [naam bedrijf 5] aangevraagd en

- een kredietovereenkomst ondertekend en

- aan [naam bedrijf 5] een valse of vervalste salarisspecificatie en een valse of vervalst bankafschrift van de Rabobank toegezonden of gemaild.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

4.3.3

Motivering van de bewezenverklaring en bespreking bewijsverweren

Inleiding

De strafzaak tegen verdachte (hierna ook: [verdachte] ) vloeit voort uit het onderzoek 13Rolwolk. In de loop van dat onderzoek zijn de volgende feiten en omstandigheden naar voren gekomen.

Het bedrijf [naam bedrijf 10] stond ten tijde van de tenlastegelegde feiten op naam van medeverdachte [naam medeverdachte 1] . Op enig moment is ook medeverdachte [naam medeverdachte 2] bij dit bedrijf betrokken geraakt. Om geld te kunnen genereren voor het bedrijf hebben [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] in 2015 bedacht om goederen te bestellen op naam van andere, kredietwaardige bedrijven, en die goederen na levering door te verkopen. In de loop van 2016 werden de geldproblemen nijpend, zo verklaarden [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1] . Daarom hebben zij toen ook nepfacturen verkocht aan een factoringbedrijf dat al eerder echte facturen had gekocht van [naam bedrijf 10] en die ook kunnen innen. Deze nepfacturen konden zij echter niet innen. Dezelfde manier van werken is ook toegepast bij het verkopen van nepfacturen aan het factoringbedrijf [naam bedrijf 1] , waardoor dit bedrijf voor meer dan een ton is benadeeld (feit 1). Bij deze oplichting ging het niet om nepfacturen van het bedrijf [naam bedrijf 10] , maar van het bedrijf [naam bedrijf 6] ( [naam bedrijf 6] ) dat op naam stond van verdachte [verdachte] . Bij het onderzoek naar deze oplichting is ook medeverdachte [naam medeverdachte 3] in beeld gekomen. Op vergelijkbare manier zijn aan het bedrijf [naam bedrijf 2] nepfacturen verkocht (feit 2). Verder zijn auto’s geleased op naam van [naam bedrijf 6] waarbij de leasevoorwaarden niet zijn nageleefd (feit 4) en heeft [verdachte] in privé een lening afgesloten bij [naam bedrijf 5] , waarbij niet aan de betalingsverplichtingen is voldaan (feit 5).

[verdachte] heeft erkend dat hij de factoringovereenkomst heeft gesloten met [naam bedrijf 1] en [naam bedrijf 2] en dat hij de persoonlijke lening heeft afgesloten. De raadsvrouw heeft kort gezegd bepleit dat verdachte is gebruikt door medeverdachten [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 2] en [naam...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT