Uitspraak Nº 13/680126-17. Rechtbank Amsterdam, 2020-11-11

ECLIECLI:NL:RBAMS:2020:5502
Date11 Noviembre 2020
Docket Number13/680126-17
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS

Promis

Parketnummer: 13/680126-17

Datum uitspraak: 11 november 2020

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1989,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:

[adres 1] .

1 Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van

28 oktober 2020.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. W.J. de Graaf en van wat de gemachtigd raadsman van verdachte, mr. J.G.D. Rutten, naar voren heeft gebracht.

2 Tenlastelegging

Verdachte wordt - kort gezegd - verdacht van het tussen 1 januari 2014 en 18 april 2017 witwassen van geldbedragen met een totale waarde van € 42.665,40.

De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in bijlage I.

3 Inleiding

Naar aanleiding van de aanhouding van de broer van verdachte in een ander strafrechtelijk onderzoek, vond er op 18 april 2017 een doorzoeking plaats in de woning van de ouders van verdachte, aan de [adres 2] . Verdachte was op dat moment ook in die woning aanwezig. Tijdens de doorzoeking werden op verschillende plaatsen in de woning contante geldbedragen aangetroffen, in totaal € 42.350,-. In de zak van een jas werd een bedrag van € 1.350,- aangetroffen. Het betrof een stapel van 27 biljetten van € 50,-. Verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat dit geld van hem was. Verder is er een contant bedrag van € 8.000,- aangetroffen in de linnenkast in de slaapkamer van de ouders van verdachte. Dit bedrag bestond uit 160 biljetten van € 50,-. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat ook dit geldbedrag van hem was.

Verder is in de woning en in de schuur een op hennep gelijkende stof aangetroffen.

Naar aanleiding van deze bevindingen is een strafrechtelijk onderzoek gestart naar onder meer verdachte, ter zake van overtreding van de Opiumwet en witwassen.

Aan de hand van de resultaten van financieel onderzoek en het rapport berekening wederrechtelijk voordeel heeft de politie berekend dat verdachte een bedrag van € 42.665,40 zou hebben witgewassen.

De vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of verdachte zich inderdaad schuldig heeft gemaakt aan witwassen en, zo ja, ter hoogte van welk bedrag.

4 Waardering van het bewijs
4.1.

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat bewezen is dat verdachte een geldbedrag van € 42.665,40 heeft witgewassen. Hij heeft in het bijzonder verwezen naar de kasopstelling in het dossier en het financieel onderzoek dat de recherche heeft verricht. De verdenking van witwassen is gerechtvaardigd, terwijl verdachte heeft hier geen concrete, min of meer verifieerbare en op voorhand niet hoogst onwaarschijnlijke verklaring tegenover heeft gesteld.

4.2.

Standpunt van de raadsman

De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte zich inderdaad schuldig heeft gemaakt aan witwassen, omdat hij in het verleden zwart heeft gewerkt en deels van die opbrengst heeft geleefd. De raadsman betwist echter de uitkomst van de kasopstelling: verdachte heeft niet een bedrag van € 42.665,40, maar hoogstens een bedrag van € 12.995,40 witgewassen. De raadsman heeft dit verweer aan de hand van de kasopstelling in het dossier, puntsgewijs toegelicht.

De diverse punten uit het verweer van de raadsman komen nader aan de orde bij de beoordeling door de rechtbank.

4.3.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank zal eerst uitleggen welke toets moet worden aangelegd bij de beoordeling of sprake is van witwassen. Daarna zal de rechtbank beoordelen of wordt gekomen tot een bewezenverklaring van witwassen.

Wettelijk kader

De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van artikel 420bis/420quater, eerste lid, onder b, Wetboek van Strafrecht opgenomen bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf.

Dat een voorwerp ‘afkomstig is uit enig misdrijf’ kan, indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen met een bepaald misdrijf, niettemin bewezen worden geacht, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.

Indien door het Openbaar Ministerie feiten en omstandigheden zijn aangedragen die een vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is, mag van verdachte worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is. De omstandigheid dat zo een verklaring van verdachte mag worden verlangd, houdt niet in dat het aan verdachte is om aannemelijk te maken dat het voorwerp niet van misdrijf afkomstig is. Indien verdachte zo’n verklaring heeft gegeven, ligt het op de weg van het Openbaar Ministerie nader onderzoek te doen naar die verklaring. Mede op basis van de resultaten van dat onderzoek zal moeten worden beoordeeld of, ondanks de verklaring van verdachte, het witwassen bewezen kan worden op de grond (dat het niet anders kan zijn dan) dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is. Indien een dergelijke verklaring van verdachte is uitgebleven, mag de rechtbank die omstandigheid betrekken in haar bewijsoverwegingen.

Beoordeling

Bij de beoordeling van de vraag of verdachte zich aan witwassen heeft schuldig gemaakt, dient als uitgangspunt te worden genomen dat het onderzoek geen direct bewijs heeft opgeleverd dat het gehele ten laste gelegde geldbedrag van enig misdrijf afkomstig is. Dit betekent dat eerst moet worden vastgesteld of de aangedragen feiten en omstandigheden zodanig zijn dat er zonder meer van een vermoeden van witwassen sprake is. In dat verband leidt de rechtbank uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden af.

Tijdens de doorzoeking van de woning van de ouders van verdachte zijn contante geldbedragen met een totale waarde van € 9.350,- aangetroffen die toebehoorden aan verdachte. Het voorhanden hebben van grote hoeveelheden contant geld, zonder noodzaak daartoe op grond van bedrijf of beroep, is een witwasindicatie. De rechtbank acht het een feit van algemene bekendheid dat het voorhanden hebben van grote contante geldbedragen door privépersonen hoogst ongebruikelijk is vanwege het risico van onder meer diefstal, waarbij het geld niet is verzekerd.

Eenvoudige kasopstelling

Na financieel onderzoek naar verdachte heeft de politie, op grond van de verkregen onderzoeksresultaten, over de periode van 1 januari 2014 tot en met 18 april 2017 een eenvoudige kasopstelling gemaakt die de rechtbank - voor het overgrote deel - als uitgangspunt neemt. De verschillende posten van deze kasopstelling, en de daaromtrent door de raadsman gevoerde verweren, zullen hierna puntsgewijs worden besproken.

De hierna te noemen bewijsmiddelen zijn terug te vinden in bijlage II van dit vonnis.

I. Beginsaldo contant geld: € 0,-

Het legale beginsaldo contant geld is in de eenvoudige kasopstelling vastgesteld op een bedrag

van € 0,-.

Dit is volgens de raadsman ten onrechte gebeurd. Hij heeft aangevoerd dat uit de verklaring van verdachte bij de politie blijkt dat verdachte aan het begin van de onderzoeksperiode ongeveer € 5.500,- aan contant spaargeld zou hebben, dat hij zou hebben verdiend met zijn eerdere werk. Verdachte zou dit geld in zijn toenmalige woning in Tilburg hebben bewaard. Van dit bedrag zou volgens de raadsman ongeveer € 4.650,- beschikbaar zijn geweest voor het doen van uitgaven.

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verwerping van het verweer. Hij heeft verwezen naar een arrest van het Gerechtshof...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT