Uitspraak Nº 13/730084-14 (zaak A); 13/731070-15 (zaak B) en 13/731088-15 (zaak C). Rechtbank Amsterdam, 2019-07-04

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:4555
Docket Number13/730084-14 (zaak A); 13/731070-15 (zaak B) en 13/731088-15 (zaak C)
Date04 Julio 2019
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

________________________________________________________________________ _

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht

Teams Strafrecht

Parketnummers: 13/730084-14 (zaak A); 13/731070-15 (zaak B) en 13/731088-15 (zaak C)

Datum uitspraak: 4 juli 2019

Vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Amsterdam in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1958,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] , gedetineerd in [detentieadres] .

1. Het onderzoek

1.1. Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de inhoudelijke terechtzittingen van 5, 8, 9, 12, 13, 19, 20, 22 en 23 februari 2018, 12, 16, 23 en 29 maart 2018, 6 en 9 april 2018, 18, 22, 24, 25 en 29 mei 2018, 1, 5, 8, 14, 26 en 28 juni 2018, 3, 5, 9 en 12 juli 2018, 3, 6, 7 en 13 september 2018, 1, 2, 4, 5, 9, 11, 12, 15 en 16 oktober 2018, 12, 19, 20, 22 en 23 november 2018, 18 december 2018, 14 januari 2019, 14, 15 en 28 februari 2019, 1, 7, 8, 12, 14, 15 en 25 maart 2019, 2 april 2019, 9 mei 2019 en 4 juli 2019.

De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna respectievelijk zaak A, zaak B en zaak C genoemd.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mrs.

S. Tammes en L.N. Stempher en van wat verdachte en zijn raadslieden mrs. S.L.J. Janssen en R. Malewicz naar voren hebben gebracht.

1.2. Opmerkingen vooraf

Inleiding

In het proces Vandros staat centraal een zestal moordaanslagen, gepleegd in de jaren 2002 tot en met 2006. Het gegeven dat dit meer dan 13 jaar geleden is, maakt het niet minder dringend dat de daders hiervan worden opgespoord en berecht. De gewelddadige dood van [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ), [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ), [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ), [slachtoffer 4] (hierna: [slachtoffer 4] ), [slachtoffer 5] (hierna: [slachtoffer 5] ) en [slachtoffer 6] (hierna: [slachtoffer 6] ), hebben plaatsgevonden in het criminele milieu dat zijn weg naar het vastgoed had gevonden. Duidelijk is geworden dat dit milieu een ontwrichtende werking heeft op de maatschappij, omdat in het criminele milieu alleen het recht van de sterkste geldt. Daarnaast is de nabestaanden groot en onherstelbaar leed aangedaan.

Tot op de dag van vandaag worden moorden als deze gepleegd, uit louter eigen financieel belang en machtsvertoon. Ook dat maakt berechting van daders van moorden uit een verder verleden noodzakelijk.

Verdachte staat in het proces Vandros terecht, op verdenking van de uitlokking van deze moordaanslagen.

De omvang van het dossier

Het strafrechtelijk onderzoek Vandros bevat niet alleen de resultaten van het naar verdachte ingestelde onderzoek in verband met wat hem ten laste wordt gelegd; ook de inmiddels afgedane strafrechtelijke onderzoeken Kolbak en Passage behoren tot het onderzoek Vandros.

Aan verdachte is de uitlokking van verschillende moordaanslagen ten laste gelegd. De onderzoeken naar die moorden hebben de volgende namen:

  • -

    Viool: het onderzoek naar de moord op [slachtoffer 1] en de doodslag op [slachtoffer 2] ,

  • -

    Enclave: het onderzoek naar de moord op [slachtoffer 3] en de poging doodslag/zware mishandeling van [slachtoffer 7/benadeelde partij 1] (hierna: [slachtoffer 7/benadeelde partij 1] ),

  • -

    Agenda: het onderzoek naar de moord op [slachtoffer 5] ,

  • -

    Perugia: het onderzoek naar de moord op [slachtoffer 6] ,

  • -

    Fazant: het onderzoek naar de poging moord op [slachtoffer 4] ,

  • -

    Boeddha: het onderzoek naar de moord op [slachtoffer 4] .

Voor zover die onderzoeken niet tot het onderzoek Vandros waren gaan behoren door de toevoeging van het onderzoek Passage, zijn deze onderzoeken ook aan het onderzoek Vandros toegevoegd.

Daarnaast zijn delen van andere relevante strafrechtelijke onderzoeken aan het onderzoek Vandros toegevoegd.

Daar waar de rechtbank in dit vonnis spreekt over het ‘onderzoek Vandros’ doelt zij op dit hiervoor weergegeven samenstel van strafrechtelijke (deel)onderzoeken. Daar waar dat voor de begrijpelijkheid beter uitkomt, zal de rechtbank de benaming van een deelonderzoek gebruiken.

Lange duur van het proces

Verdachte is op 13 december 2014 aangehouden. Pas op 5 februari 2018 heeft de rechtbank op de terechtzitting met de inhoudelijke behandeling van het onderzoek Vandros tegen verdachte, kunnen beginnen. Verdachte bevindt zich tot op de dag van vandaag in voorlopige hechtenis. Deze onwenselijk lange periode van voorarrest is echter niet het gevolg geweest van omstandigheden die hadden moeten en kunnen worden voorkomen. De wisseling van raadsman door verdachte, in mei 2016, heeft een vertraging van meer dan een jaar veroorzaakt, waarvan niemand een verwijt kan worden gemaakt. Door de officieren van justitie is aan nagenoeg alle onderzoekswensen van de verdediging gehoor gegeven, wat deels een verklaring is voor de duur van het vooronderzoek.

Mediabelangstelling

De rechtbank is zich vanzelfsprekend, juist gegeven de voortdurende en opvallende aandacht voor de zaak in de media, terdege bewust van de afstand die zij moet nemen van beelden die in de media worden geschetst.

Het moge duidelijk zijn geworden dat de rechtbank die afstand ook heeft gehouden gedurende het proces Vandros. En hoewel de pers op alle zittingsdagen ruimschoots aanwezig was, heeft die aanwezigheid geen enkele invloed gehad op het onderzoek ter terechtzitting en de rust waarin dit onderzoek heeft plaatsgevonden.

De rechtbank ziet zich, net als in elk ander strafrechtelijk onderzoek, gesteld voor de vraag of verdachte schuldig is aan de hem ten laste gelegde strafbare feiten. De rechtbank baseert haar oordeel of bewezen is dat door verdachte de ten laste gelegde feiten zijn begaan, net als in elk ander strafrechtelijk onderzoek, enkel op de inhoud van het onderzoek en op wat in het onderzoek op de terechtzitting naar voren is gekomen.

2. Tenlastelegging

Verdachte wordt – kort samengevat – beschuldigd van:

Zaak A, feit 1, eerste en tweede cumulatief (zaaksdossier Vandros/Agenda)

Het in de periode van 1 januari 2002 tot en met 2 november 2005 medeplegen van het opzettelijk uitlokken van de moord op [slachtoffer 5] , gepleegd op 2 november 2005 te Amsterdam,

en

het medeplegen van de moord op [slachtoffer 5] .

Zaak A, feit 2, eerste en tweede cumulatief (zaaksdossier Vandros/Perugia)

Het in de periode van 1 januari 2002 tot en met 20 april 2006 medeplegen van het opzettelijk uitlokken van de moord op [slachtoffer 6] , gepleegd op 20 april 2006 te Amsterdam,

en

het medeplegen van de moord op [slachtoffer 6] .

Zaak A, feit 3 (zaaksdossier Vandros/criminele organisatie)

De deelneming aan een criminele organisatie, gericht op het plegen van moorden en vuurwapendelicten, in de periode van 1 januari 2002 tot 1 mei 2006 in Nederland.

Zaak B, feit 1, eerste en tweede cumulatief (zaaksdossier Vandros/Viool)

Het in de periode van 1 januari 2001 tot en met 24 januari 2003 medeplegen van het opzettelijk uitlokken van de moord op [slachtoffer 1] , gepleegd op 24 januari 2003 te Amstelveen,

en

het medeplegen van de moord op [slachtoffer 1] .

Zaak B, feit 2 (zaaksdossier Vandros/Viool)

Het in de periode van 1 januari 2001 tot en met 24 januari 2003 medeplegen van het opzettelijk uitlokken van de doodslag op [slachtoffer 2] , gepleegd op 24 januari 2003 te Amstelveen.

Zaak B, feit 3, eerste en tweede cumulatief (zaaksdossier Vandros/Enclave)

Het in de periode van 1 januari 2002 tot en met 17 mei 2004 medeplegen van het opzettelijk uitlokken van de moord op [slachtoffer 3] , gepleegd op 17 mei 2004 te Amsterdam,

en

het medeplegen van de moord op [slachtoffer 3] .

Zaak B, feit 4 (zaaksdossier Vandros/Enclave)

Het in de periode van 1 augustus 2002 tot en met 17 mei 2004 medeplegen van het opzettelijk uitlokken van de poging tot doodslag op [slachtoffer 7/benadeelde partij 1] , gepleegd op 17 mei 2004 te Amsterdam, althans het medeplegen van het opzettelijk uitlokken van de zware mishandeling van [slachtoffer 7/benadeelde partij 1] .

Zaak C, feit 1, eerste en tweede cumulatief (zaaksdossier Vandros/Boeddha)

Het in de periode van 1 januari 2002 tot en met 2 november 2005 medeplegen van het opzettelijk uitlokken van de moord op [slachtoffer 4] , gepleegd op 2 november 2005 te Nongprue (Pattaya) in Thailand,

en

het medeplegen van de moord op [slachtoffer 4] .

Zaak C, feit 2, eerste en tweede cumulatief (zaaksdossier Vandros/Fazant)

Het in de periode van 1 januari 2002 tot en met 26 februari 2002 medeplegen van het opzettelijk uitlokken van de poging tot moord op [slachtoffer 4] , gepleegd op 26 februari 2002 te Amsterdam,

en

het medeplegen van de poging tot moord op [slachtoffer 4] .

De tenlastelegging staat in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3. Voorvragen

De dagvaardingen zijn geldig, deze rechtbank is bevoegd om kennis te nemen van de ten laste gelegde feiten, de officieren van justitie zijn ontvankelijk en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4. Waardering van het bewijs

A. Vrijspraken

Vrijspraak van de als tweede cumulatief ten laste gelegde feiten (medeplegen moord)

In de tenlastelegging is telkens met betrekking tot de moorden op [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en met betrekking tot de poging moord op [slachtoffer 4] , als tweede cumulatief ten laste gelegd dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van die...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT