Uitspraak Nº 13/751998-18. Rechtbank Amsterdam, 2019-01-25

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:433
Docket Number13/751998-18
Date25 Enero 2019
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM, INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751998-18

RK-nummer: 18/7992

Datum uitspraak: 25 januari 2019

UITSPRAAK

op de vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 21 november 2018 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).

Dit EAB is uitgevaardigd op 18 oktober 2018 door the Prosecutor General’s Office of the Republic of Lithuania te Vilnius (Litouwen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:

[opgeëiste persoon] ,

geboren te [geboorteplaats] (Litouwen) op [geboortedatum] 1995,

zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,

thans gedetineerd in de [plaats detentie] ,

hierna te noemen “de opgeëiste persoon”.

1 Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 11 januari 2019. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie, mr. K. van der Schaft.

De opgeëiste persoon heeft afstand gedaan van zijn verschijningsrecht. Hij heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. C.E. Hok-A-Hin, advocaat te Utrecht, die ter zitting heeft verklaard dat de opgeëiste persoon haar uitdrukkelijk heeft gemachtigd namens hem ter zitting een standpunt naar voren te brengen. Ook heeft zij verklaard waar te nemen voor de raadsman van de opgeëiste persoon, mr. W. Hendrickx, advocaat te Utrecht.

De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van artikel 22, eerste lid, OLW uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2 Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Litouwse nationaliteit heeft.

3 Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van:

  • -

    een aanhoudingsbevel van Kaunas Regional Court van 30 oktober 2017 (criminal case No. 1-49-593/2017);

  • -

    een aanhoudingsbevel van District Court of Marijampolé Region van 1 december 2017 (pre-trial investigation No. 01-1-54728-17);

  • -

    een aanhoudingsbevel van Marijampolé District Court, Marijampolé Chamber, van 3 januari 2018 (pre-trial investigation No. 01-1-53354-17);

  • -

    een aanhoudingsbevel van Marijampolé District Court, Marijampolé Chamber, van 9 oktober 2018 (pre-trial investigation No. 01-1-54824-17).

De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar het recht van Litouwen strafbare feiten.

Deze feiten zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.

4 Strafbaarheid
4.1

Feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW

Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van feit 2 waarvoor de overlevering wordt verzocht moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit het strafbare feit heeft aangeduid als een feit vermeld...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT