Uitspraak Nº 13/846018-15. Rechtbank Amsterdam, 2020-04-29

ECLIECLI:NL:RBAMS:2020:2390
Date29 Abril 2020
Docket Number13/846018-15
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht

Teams Strafrecht

Parketnummer: 13/846018-15

Datum uitspraak: 29 april 2020

Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige economische strafkamer, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1972,

wonende op het adres [adres] , [woonplaats] .

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 17 februari 2020 en 18 februari 2020 (inhoudelijke behandeling) en 15 april 2020 (sluiting).

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. M.C.A. Plantenga en C.J. Zweers (hierna: de officier van justitie), en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. N. Wouters naar voren hebben gebracht.

2 Belangrijkste conclusies en leeswijzer

De rechtbank veroordeelt verdachte voor het exporteren van papegaaien zonder de juiste papieren, het vervalsen van documenten en het gebruiken daarvan. Door te doen alsof de vogels getest waren op ziektes heeft hij het risico op verspreiding van een besmettelijke dierziekte vergroot. Daarnaast heeft hij door het verven van de vleugels van vogels van een zending en het gebruiken van valse documenten geprobeerd het te laten lijken alsof de vogels van een minder beschermde soort waren en zo de Taiwanese autoriteiten geprobeerd op te lichten. Voor één zending geldt dat het strafbare feit is verjaard (feit 4, B1). Van een aantal documenten/zendingen en van feit 4 (uitvoer zonder psittacose-verklaring) wordt verdachte vrijgesproken. Van het toebrengen van dierenleed wordt verdachte vrijgesproken.

De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte de feiten samen met anderen heeft gepleegd. De rechtbank legt verdachte voor de in paragraaf 7 bewezenverklaarde feiten de maximale taakstraf van 240 uur op. Daarnaast krijgt hij een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een voorwaardelijk beroepsverbod van twee jaar. Voor beide voorwaardelijke straffen geldt een proeftijd van twee jaar. De bij verdachte inbeslaggenomen vogels krijgt hij niet terug, maar worden onttrokken aan het verkeer of verbeurd verklaard.

Hierna volgt eerst een inleiding (§ 3) over de achtergrond van het onderzoek dat tot deze strafzaak heeft geleid. Daarna wordt de beschuldiging verkort weergegeven, waarbij wordt verwezen naar de subparagrafen waarin de soms samenhangende feiten worden besproken (§4). De volledige tenlastelegging staat in bijlage I. Paragraaf 5 gaat over de verjaring van feit 4, zending B1. In paragraaf 6 wordt het oordeel van de rechtbank over het bewijs zoveel mogelijk per feit besproken, waarbij de standpunten van de officier van justitie en de verdediging in de beoordeling zijn verweven. Omdat in deze zaak bij de feiten 1, 4, 6 en 7 overtredingen van bijzondere wetten ten laste zijn gelegd heeft de rechtbank de belangrijkste daarop betrekkingen hebbende bijzondere wettelijke bepalingen in bijlage II weergegeven. De bewezenverklaring staat in paragraaf 7. Daarna wordt de straf en het beslag besproken (§ 8 en § 9). De beslaglijst staat in bijlage III. In paragraaf 10 staan de toepasselijke wetsartikelen en in paragraaf 11 de beslissingen van de rechtbank (het dictum).

3 Inleiding

Aan de dagvaarding ligt het politieonderzoek Zilverschoon ten grondslag. Dit onderzoek is gestart naar aanleiding van restinformatie uit het onderzoek 09Aiglon.

Onderzoek 09Aiglon was een onderzoek uit 2014 met als hoofdverdachte het bedrijf [naam hoofdverdachte] uit [plaats] (hierna: [naam hoofdverdachte] ). [naam hoofdverdachte] is een expediteur gespecialiseerd in het organiseren van wereldwijd luchtvervoer van levende dieren. Het onderzoek richtte zich onder andere op het plegen van valsheid in geschrift bij gezondheidscertificaten in de internationale handel in vogels. Hierdoor werd ook gehandeld in strijd met veterinaire voorschriften waardoor kans op verspreiding van besmettelijke dierziekten ontstond. De verdenking was dat [naam hoofdverdachte] exportdocumenten vervalste. Uit het administratiesysteem van [naam hoofdverdachte] bleek dat [naam V.O.F.] (hierna: [naam V.O.F.] ) uit [plaats] in 2011, 2012 en 2013 exporten van vogels via [naam hoofdverdachte] had uitgevoerd. Van 17 exporten zijn in het administratiesysteem van [naam hoofdverdachte] ingescande gezondheidscertificaten gevonden die vermoedelijk vals waren. Uit het onderzoek bleek ook dat door een zusteronderneming van [naam hoofdverdachte] een constructie was bedacht om met vervalste documenten vogels via België te exporteren. [naam V.O.F.] zou ten minste vijf keer gebruik hebben gemaakt van deze constructie.

Het onderzoek Zilverschoon is gestart op 14 juli 2015. Dit onderzoek richtte zich op het vals opmaken van gezondheidscertificaten voor de internationale handel in vogels, waarbij ook werd gehandeld in strijd met veterinaire voorschriften. Op 18 november 2015 hebben op diverse adressen doorzoekingen plaatsgevonden. Een van de adressen was het bedrijfspand van [naam V.O.F.] in [plaats] . [naam V.O.F.] is een onderneming die vanaf 19 november 2015 is voortgezet door [naam medeverdachte 1] (hierna: [naam medeverdachte 1] ) Verdachte is via een andere vennootschap samen met zijn vrouw bestuurder van [naam medeverdachte 1] .

In het onderzoek is het mobiele telefoonnummer van verdachte getapt van 26 oktober 2015 tot en met 22 november 2015. Verdachte heeft in die periode gebeld met [naam 1] van het bedrijf [bedrijf 1] . Dit bedrijf heeft onder andere de website van [naam V.O.F.] gebouwd. Op 18 januari 2016 zijn digitale bestanden in beslag genomen bij [bedrijf 1] .

Het bedrijf [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2] ) is net als [naam hoofdverdachte] een expediteur die de administratieve afhandeling van exporten van [naam V.O.F.] verzorgde. In het onderzoek zijn exportdossiers van [bedrijf 2] meegenomen en onderzocht. In de exportdossiers zijn onder andere laboratoriumrapporten aangetroffen van het Centraal Veterinair Instituut Wageningen UR in Lelystad (hierna: CVI). Ook werden hierin gezondheidscertificaten van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (hierna: NVWA) aangetroffen. Bij beide instellingen werden deze documenten opgevraagd en vergeleken met de documenten in de exportdossiers.

Uiteindelijk zijn er drie verdachten gedagvaard in het onderzoek Zilverschoon. Naast verdachte is [naam medeverdachte 1] gedagvaard, ook als de rechtsopvolger van [naam V.O.F.] . Verder is [naam medeverdachte] , de vader van verdachte, gedagvaard. Dit vonnis wordt tegelijk gewezen met het vonnis in de zaak tegen medeverdachten [naam medeverdachte 1] , met parketnummer 13/994049-18 en [naam medeverdachte] , met parketnummer 13/846019-15.

4 Beschuldiging

Verdachte wordt kort gezegd beschuldigd van (het medeplegen / plegen / feitelijk leidinggeven aan):

1. het op 12 november 2015 en 1 februari 2016 in strijd met artikel 13 van de Flora- en faunawet bezitten, handelen in en vervoeren van diverse soorten vogels die behoren tot een beschermde uitheemse diersoort; (§ 6.1)

2. het plegen van valsheid in geschrift in de periode van 1 januari 2011 tot en met 2 november 2015 door healthcertificates en laboratoriumrapporten vals op te (laten) maken of te (laten) vervalsen met de bedoeling ze als echt en onvervalst te gebruiken; (§ 6.2)

3. het in de periode van 1 januari 2011 tot en met 1 februari 2016 opzettelijk gebruiken van valse of vervalste gezondheidscertificaten en laboratoriumrapporten alsof ze echt en onvervalst waren; (§ 6.2 en 6.3)

4. het in de periode van 30 maart 2011 tot en met 28 april 2015 uitvoeren naar een EU-lidstaat van vogels zonder een door een dierenarts geverifieerd handelsdocument (psittacose-verklaring); (§ 6.4)

5. ( poging) oplichting op 12 november 2015 en op 1 februari 2016 van de douane / de NVWA / [bedrijf 2] / de Taiwanese autoriteiten door voor een transport van vogels naar Taiwan de veren en snavels van de vogels te verven waardoor deze vogels van een andere soort leken te zijn; (§ 6.5)

6. het in de periode van 1 januari 2011 tot en met 1 februari 2016 niet voldoen aan zijn verplichting als houder van vogels om verspreiding van besmettelijke dierziektes te voorkomen, door bij het vervoeren/exporteren van de vogels gebruik te maken van valse of vervalste gezondheidscertificaten, laboratoriumrapporten of gezondheidsverklaringen en vogels te vervoeren/exporteren die niet op besmettelijke dierziektes getest waren, terwijl verdachte deed voorkomen alsof de zendingen met vogels voldeden aan de eisen van volksgezondheid, diergezondheid en veterinaire regelgeving; (§ 6.6)

7. het in de periode van 10 november 2015 tot en met 13 november 2015 veroorzaken van pijn of letsel bij een vogel, of de gezondheid of het welzijn van de vogel benadelen, door vogels met slechte conditie en onvoldoende voedingsvoorzieningen naar Taiwan te verzenden en door de vleugels en snavels van de vogels te verven. (§ 6.7)

5
5. Verjaring feit 4, zending B1

De officier van justitie is niet-ontvankelijk in de vervolging van het onder 4 tenlastegelegde voor wat betreft zending B1, omdat het feit is verjaard.

De verjaringstermijn is zes jaar en begint de dag nadat het feit is gepleegd.1 Het feit zou zijn gepleegd op of omstreeks 30 maart 2011 zodat het op of omstreeks 31 maart 2019 is verjaard, tenzij de verjaring voor die datum is gestuit. Uit het dossier blijkt niet dat voor 31 maart 2019 een stuitingshandeling heeft plaatsgevonden met betrekking tot dit feit. Het feit is dus verjaard.

6 Waardering van het bewijs

De rechtbank bespreekt hieronder zo veel mogelijk per feit of en zo ja op welke manier ze tot een bewezenverklaring komt. De gebruikte bewijsmiddelen staan steeds in de voetnoten.2

6.1.

Feit 1: Het overtreden van artikel 13 Flora- en Faunawet

Het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT