Uitspraak Nº 1370680016. Rechtbank Amsterdam, 2019-11-01

ECLIECLI:NL:RBAMS:2019:8371
Docket Number1370680016
Date01 Noviembre 2019
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)
RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT VONNIS

Parketnummer: 13/706008-16

Datum uitspraak: 1 november 2019

Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1967,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres 1]

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 7 maart, 28 juni en 18 oktober 2019.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. K.F.E. den Hartog, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. M. Veldman, naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan

1. het aanwezig hebben en verkopen van voorwerpen die geschikt zijn voor het beroepsmatig telen van hennep in de periode van 1 maart tot en met 26 augustus 2015 in Amsterdam;

2. het telen van 234 hennepstekken op 26 augustus 2015 in Landsmeer;

3. het voorhanden hebben van een of meerdere stroomstootwapens en een busje CS-gas op 26 augustus 2015 in Amsterdam en/of Landsmeer.

De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3 Waardering van het bewijs
3.1.

Feiten en omstandigheden

Op 1 maart 2015 is de Opiumwet (hierna: Ow) gewijzigd en werden growshops verboden. Vervolgens werd in juni 2015 een onderzoek ingesteld naar bekende growshops, waaronder [naam bedrijf], een bedrijf op naam van verdachte. Bij onderzoek naar de website van [naam bedrijf], werd doorgelinkt naar de website [naam website], waar diverse goederen werden aangeboden die gebruikt kunnen worden bij hennepteelt. Volgens TCI- en MMA-informatie zou de eigenaar van [naam bedrijf] handelen in (onder meer) wiet en op een warmtebeeldfoto van het bedrijfspand van [naam bedrijf] (waar ook een sportschool op naam van verdachte in was gevestigd) was te zien dat een ruimte op de eerste etage bovengemiddelde warmte uitstraalde.
Deze informatie gaf aanleiding tot een pseudokoop door de politie, waarbij een koolstoffilter, een ventilator en vier bloeilampen werden aangekocht bij [naam bedrijf]. Toen deze goederen werden opgehaald, werd in het pand van [naam bedrijf] een kweektent gezien, met enkele groene planten. Bij een tweede pseudokoop werden tien hennepzaden, tien stekblokjes, één kilo poliet en een kweekbak aangekocht.

Gedurende het onderzoek is het bedrijfspand geobserveerd, waarbij eenmaal een auto op het parkeerterrein stond, waarvan de eigenaar in de systemen geregistreerd stond in verband met hennepteelt. Bij een tweede observatie leek het erop alsof verdachte een afgesloten ruimte onder de kantine in ging.

Op 26 augustus 2015 werd binnengetreden in het pand van [naam bedrijf] en in de woning van verdachte. In de woning werden 234 stekjes aangetroffen in een kweekruimte.

De aanwezige personen werden aangehouden en vele goederen, waaronder de tenlastegelegde voorwerpen, werden inbeslaggenomen. Tijdens een doorzoeking van het bedrijfspand, de woning en de Peugeot Partner van verdachte werden stroomstootwapens en een busje CS-gas in beslag genomen.

3.1.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie acht alle feiten wettig en overtuigend bewezen.

Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde heeft de officier van justitie verwezen naar de hoeveelheid en combinatie van goederen die zijn aangetroffen in het bedrijfspand en de woning van verdachte. Bovendien was verdachte ervaringsdeskundige en tijdens observaties zijn personen gezien die in verband kunnen worden gebracht met de hennepteelt. Ook zijn bij twee pseudokopen door de politie tien hennepzaden aangekocht, wat meer is dan gebruikelijk voor een hobbyteler en daarbij werd ook advies gegeven. Ten slotte heeft de politie gezien dat bij het bedrijf grote sommen geld cash konden worden afgerekend. Ook was er blijkens een factuur recent nog een grote hoeveelheid hennepzaden aangekocht. Gelet op deze combinatie van factoren wist verdachte dat de door hem verkochte goederen zouden worden gebruikt voor de grootschalige hennepteelt.

De onder 2. en 3. ten laste gelegde feiten zijn eveneens bewezen, nu de ten laste gelegde goederen onder verdachte zijn aangetroffen.

3.2.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van (nagenoeg) de gehele tenlastelegging moet worden vrijgesproken.

Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde ontbrak bij verdachte de noodzakelijke criminele intentie om de grootschalige hennepteelt te faciliteren, waardoor het feit niet kan worden bewezen. De door verdachte geleverde goederen zijn immers niet bestemd om te worden ingezet voor de grootschalige en bedrijfsmatige hennepteelt.

De onder 2. ten laste gelegde hennepstekken zijn legaal, omdat dit vezelhennep betreft. Deze vorm van hennep is op grond van artikel 12 van de Opiumwet (hierna: Ow) uitgezonderd van de strafbaarstelling.

Het onder 3. ten laste gelegde busje CS-gas heeft verdachte niet in zijn auto gelegd, terwijl meerdere personen van zijn auto gebruikmaakten. Verdachte wist niet dat het er lag.

Ten aanzien van de onder 3. ten laste gelegde stroomstootwapens heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

3.3.

Het oordeel van de rechtbank

3.3.1.

Vrijspraak feit 1

De rechtbank acht niet bewezen wat onder 1. is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

Voor een bewezenverklaring van het onder 1. ten laste gelegde is vereist dat de gedragingen van verdachte strekken tot voorbereiding of vergemakkelijking van beroepsmatige hennepteelt. Het uiteindelijke doel ten behoeve waarvan de handeling wordt verricht (in dit geval: het telen van hennep) is hierbij van belang (zie ook ECLI:NL:HR:2019:1481). Er moet, anders gezegd, bij verdachte sprake zijn van een criminele intentie.

Kijkend naar de feiten en omstandigheden van het geval, dan constateert de rechtbank dat de goederen die bij verdachte zijn aangetroffen, gebruikt kunnen worden voor de (grootschalige) hennepteelt. De rechtbank wijst hierbij op de vele koolstoffilters, klimaattenten, afzuiginstallaties, droognetten etc. die in het bedrijfspand van [naam bedrijf] zijn aangetroffen (en waarvan verdachte het bezit ook nooit heeft ontkend). Het enkele bezit...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT