Uitspraak Nº 14/3797 WIA. Centrale Raad van Beroep, 2017-03-01

ECLIECLI:NL:CRVB:2017:746
Date01 Marzo 2017
Docket Number14/3797 WIA
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)

14/3797 WIA

Datum uitspraak: 1 maart 2017

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van

26 mei 2014, 13/797 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

[belanghebbende] te [woonplaats] (belanghebbende)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. P.H.M. Hartmans, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Namens belanghebbende heeft drs. P.J.A.A. Wassen bc een schriftelijke uiteenzetting ingezonden.

Het onderzoek ter zitting heeft gevoegd met de zaak 16/1068 ZW plaatsgehad op
18 januari 2017, waar appellant is verschenen, bijgestaan door mr. L. Meys, advocaat en kantoorgenoot van mr. Hartmans. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. W.J.M.H. Lagerwaard. Belanghebbende heeft zich niet laten vertegenwoordigen. Na de behandeling ter zitting zijn de zaken gesplitst.

OVERWEGINGEN
1.1.

Appellant is op 25 september 2009 wegens nek- en schouderklachten, hoofdpijn en duizeligheid na een auto-ongeval uitgevallen voor zijn werk als allround medewerker bij het autobedrijf van belanghebbende. Op 16 juni 2011 heeft hij een uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) aangevraagd. Bij besluit van 8 juli 2011, gehandhaafd bij besluit van 2 november 2011, heeft het Uwv de loondoorbetalingsverplichting van belanghebbende jegens appellant verlengd tot
21 september 2012.

1.2.

Een verzekeringsarts van het Uwv heeft appellant op 30 juli 2012 onderzocht. Zijn bevindingen naar aanleiding van lichamelijk en psychisch onderzoek zijn neergelegd in een rapport van gelijke datum. Hierin is onder meer vermeld dat geen sprake is van een uitzonderingscategorie voor het aanwezig achten van benutbare mogelijkheden noch reden voor het aannemen van een urenbeperking. De beperkingen bevinden zich met name op aspecten van de fysieke belastbaarheid. Er is geen reden om beperkingen aan te nemen in de items 1 en 2 van rubriek I van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). In item 9 van rubriek I heeft de verzekeringsarts wel een beperking opgenomen te weten dat appellant is aangewezen op werk zonder veelvuldige deadlines of productiepieken. Ook heeft de verzekeringsarts appellant beperkt geacht voor trillingsbelasting, dynamische handelingen (met name frequent reiken en buigen, torderen, duwen, trekken, tillen, dragen, lopen tijdens het werk en klimmen) en statische houdingen (met name staan, buigen, torderen, boven schouderhoogte actief zijn en het hoofd in een bepaalde stand houden). De verzekeringsarts heeft zijn bevindingen neergelegd in de FML van 30 juli 2012.

1.3.

Op basis van de bij appellant vastgesteld belastbaarheid is bij arbeidskundig onderzoek het verlies aan loonwaarde berekend op 0,00% waardoor de mate van arbeidsongeschiktheid minder is dan 35%. De arbeidsdeskundige heeft daartoe de functies van wikkelaar, samensteller elektronische apparatuur (SBC-code 267050), parkeercontroleur (SBC-code 342022) en productiemedewerker (samenstellen van producten) (SBC-code 111180) geselecteerd. Als reservefuncties zijn besteller post/pakketten (auto) (SBC-code 282102) en samensteller kunststof- en rubberindustrie (SBC-code 271130) geselecteerd.

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT