Uitspraak Nº 14/4402 ZW. Centrale Raad van Beroep, 2016-06-29

ECLIECLI:NL:CRVB:2016:2518
Date29 Junio 2016
Docket Number14/4402 ZW
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)

14/4402 ZW

Datum uitspraak: 29 juni 2016

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 8 juli 2014, 13/3429 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. C.F.M. van den Ekart, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 januari 2016. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Van den Ekart. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door

mr. L.J.M.M. de Poel.

Het onderzoek ter zitting is geschorst.

Het Uwv heeft een rapport van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 17 februari 2016 en een rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 16 februari 2016 ingebracht. Appellant heeft hierop bij brief van 14 april 2016 gereageerd. Hierop heeft het Uwv bij brief van 10 mei 2016 gereageerd.

Partijen hebben toestemming gegeven een nader onderzoek ter zitting achterwege te laten, waarna het onderzoek is gesloten.

OVERWEGINGEN

1. Appellant is vanaf 2003 bekend met arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen in verband met een posttraumatische artrose in de linker elleboog waaraan hij meerdere keren is geopereerd. Op 10 maart 2008 is appellant uitgevallen voor zijn werk als dakdekker met toegenomen linkerarmklachten. Op 21 november 2009 is appellant betrokken geweest bij een

kop-staartbotsing als gevolg waarvan hij nek- en rugklachten kreeg. Appellant is in december 2009 gezien voor een (Amber) heronderzoek in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Daarbij heeft een verzekeringsarts geconcludeerd dat er ten opzichte van de laatste beoordeling in 2006 sprake is van een toename van de beperkingen en deze vastgelegd in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 8 december 2009. Bij besluit van 10 maart 2010 heeft het Uwv vastgesteld dat appellant per 10 maart 2008 geen recht heeft op een uitkering ingevolge de Wet WIA, aangezien de mate van arbeidsongeschiktheid per die datum minder dan 35% bedraagt. Appellant werd daarbij ongeschikt geacht voor de maatmanfunctie maar nog wel in staat geacht om met inachtneming van zijn beperkingen, zoals neergelegd in de FML van 8 december 2009, de volgende functies te verrichten: medewerker tuinbouw (SBC-code 111010), productiemedewerker industrie (SBC-code...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT