Uitspraak Nº 15/6596 AW. Centrale Raad van Beroep, 2016-08-11
ECLI | ECLI:NL:CRVB:2016:3035 |
Docket Number | 15/6596 AW |
Date | 11 Agosto 2016 |
Court | Centrale Raad van Beroep (Nederland) |
15/6596 AW, 15/6597 AW
Datum uitspraak: 11 augustus 2016
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van
19 augustus 2015, 13/1943 en 15/517 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Minister van Defensie (minister)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. M.M. van Breet hoger beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juni 2016. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Van Breet. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door
mr. E.M. Cowgill, R.A. ten Hove, C.W. van Gerwen BC en S.G.D. Zoetelief.
Appellant was werkzaam als eerste technicus bij de [naam afdeling] van het Marinebedrijf. Op 3 juni 2008 is hij voor deze werkzaamheden uitgevallen wegens ziekte. Vanaf 21 augustus 2008 verrichtte appellant werkzaamheden bij de vakgroep [naam vakgroep] ( [vakgroep] ). Bij besluit van 14 juni 2010 is aan appellant met ingang van 25 mei 2010 de functie van [functie a] (salarisschaal 5) bij het bedrijfsbureau van het [vakgroep] opgedragen. Hierbij is de afspraak gemaakt dat appellant zijn voorheen bij het [vakgroep] verrichte werkzaamheden zou blijven voortzetten. Tevens is afgesproken dat op termijn zou worden bekeken in hoeverre de aan appellant opgedragen werkzaamheden afwijken van de functiebeschrijving van [functie a] .
Bij rekest van 17 oktober 2012 heeft appellant de minister verzocht om een functiebeschrijving op te stellen van zijn werkzaamheden als [functie b] . Bij besluit van 14 december 2012 is dit verzoek afgewezen, op de grond dat appellant niet wordt belast met de functie van [functie b] maar met ondersteunende werkzaamheden op het gebied van orderbehandeling en materiaalplanning. Het bezwaar daartegen is bij besluit van
8 oktober 2013 (bestreden besluit 1) ongegrond verklaard. Daaraan is ten grondslag gelegd dat appellant collega V, die de functie van [functie b]
(salarisschaal 7) vervulde, heeft ondersteund bij zijn werkzaamheden. Hierbij droeg appellant, anders dan V, geen verantwoordelijkheid. Daarom kan volgens de minister niet worden gezegd dat appellant de functie van [functie b] vervulde. Wel is er aanleiding om een mensfunctiebeschrijving op te stellen van de door appellant daadwerkelijk verrichte werkzaamheden.
Bij besluit van 10 juli 2013 is, in...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT