Uitspraak Nº 15-88 AW. Centrale Raad van Beroep, 2015-10-08

ECLIECLI:NL:CRVB:2015:3444
Date08 Octubre 2015
Docket Number15-88 AW
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)

15/88 AW t/m 15/91 AW, 15/172 AW t/m 15/175 AW

Datum uitspraak: 8 oktober 2015

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op de hoger beroepen tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van

27 november 2014, 13/6716, 13/6717, 13/6718 en 13/6721 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland (college)

[betrokkene 1] te [woonplaats] (betrokkene 1)

[betrokkene 2] te [woonplaats] (betrokkene 2)

[betrokkene 3] te [woonplaats] (betrokkene 3)

[betrokkene 4] te [woonplaats] (betrokkene 4)

PROCESVERLOOP

Namens het college heeft mr. S. de Lange, advocaat, hoger beroep ingesteld.

Betrokkene 1 heeft, mede namens betrokkene 2, 3 en 4, hoger beroep ingesteld.

Partijen hebben verweerschriften ingediend.

Op verzoek van de Raad heeft het college nadere stukken overgelegd.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 augustus 2015. Voor het college zijn verschenen mr. D. van Tilborg, advocaat, en M.J.B. Kaal. Betrokkene 1 is verschenen. Betrokkenen 2 en 3 zijn verschenen, bijgestaan door betrokkene 1. Betrokkene 4 heeft zich laten vertegenwoordigen door betrokkene 1.

OVERWEGINGEN
1.1.

Betrokkenen waren allen aangesteld in algemene dienst van de provincie Gelderland voor onbepaalde tijd.

1.2.

In 2011 heeft het toenmalige kabinet besloten het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving te moderniseren. Er zijn vervolgens tussen de koepelorganisaties van provincies en gemeenten en het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu afspraken gemaakt over het verbeteren van de kwaliteit van toezicht, vergunningverlening en handhaving en het bundelen van een aantal uitvoeringstaken in regionale uitvoeringsdiensten. Ter uitvoering van die afspraken zijn de provincie Gelderland en de gemeenten in Gelderland overgegaan tot het oprichten van een zevental regionale omgevingsdiensten, waaronder de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) en de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN). In overleg met de vakbonden is het Gelders Sociaal Plan (GSP) opgesteld, waarin de sociale gevolgen zijn geregeld voor medewerkers van de provincie Gelderland en de gemeenten in Gelderland die naar de omgevingsdiensten overgaan.

1.3.

Op 1 april 2013 heeft de provincie Gelderland taken overgedragen aan onder meer de ODRA en de ODRN. Betrokkenen 1 en 3 zijn met ingang van die datum door het dagelijks bestuur van de ODRA bij de ODRA aangesteld en betrokkenen 2 en 4 door het dagelijks bestuur van de ODRN bij de ODRN.

1.4.

Bij afzonderlijke besluiten van 22 maart 2013 heeft het college betrokkenen met toepassing van artikel B.9 onder d, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) met ingang van 1 april 2013 wegens reorganisatie ontslag verleend. Daaraan is ten grondslag gelegd dat de functies van betrokkenen bij de provincie zijn opgeheven en hun taken overgeheveld naar de omgevingsdiensten.

1.5.

Bij afzonderlijke besluiten van 18 september 2013 (bestreden besluiten) zijn de bezwaren van betrokkenen ongegrond verklaard.

2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank overwogen dat:

a. de functies van betrokkenen zijn opgeheven als gevolg van de overdracht van een wezenlijk deel van hun taken naar ODRA (lees: ODRA en ODRN) en dat gelet daarop sprake is van een reorganisatie als bedoeld in artikel A.1, aanhef, eerste lid, onder h, van de CAP;

b. dit betekent dat het college in beginsel, gelet op het bepaalde in B.9, aanhef en onder d, van de CAP, bevoegd is betrokkenen te ontslaan, mits is voldaan aan onder meer het bepaalde in artikel B.13, eerste lid, van de CAP;

c. het college op grond van artikel B.13, eerste lid, van de CAP gehouden was te onderzoeken of betrokkenen, los van een eventuele externe passende functie, intern, binnen het gezagsbereik van het college, konden worden geplaatst en dat het college een dergelijk herplaatsingsonderzoek niet heeft verricht;

d. het college niet kan worden gevolgd in zijn onder verwijzing naar artikel B.8 van de CAP ingenomen standpunt dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT