Uitspraak Nº 16/00346. Hoge Raad, 2016-12-20

ECLIECLI:NL:HR:2016:2892
Date20 Diciembre 2016
Docket Number16/00346

20 december 2016

Strafkamer

nr. S 16/00346

SB

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 22 januari 2015, nummer 21/000854-14, in de strafzaak tegen:

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962.

1 Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft A.R. Maarsingh, advocaat te Deventer, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2 Aan de beoordeling van het tweede middel voorafgaande beschouwing
2.1.1.

Art. 326, eerste lid, Sr bevat, als eerste bepaling van titel XXV van het Tweede Boek waarin verschillende vormen van bedrog strafbaar zijn gesteld, een algemene strafbaarstelling van 'oplichting'. Voor een veroordeling wegens oplichting is onder meer vereist dat sprake is van het bezigen van een of meer van de in die bepaling specifiek aangeduide oplichtingsmiddelen: het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, het gebruik van listige kunstgrepen of het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels.
Gebleken is dat in zaken over oplichting in de praktijk regelmatig vragen rijzen die verband houden met de precieze aard van deze oplichtingsmiddelen en de onderlinge samenhang van die middelen. De hierna volgende vooropstellingen beogen – zonder streven naar volledigheid – enkele uit eerdere rechtspraak voortvloeiende min of meer algemene aandachtspunten en beperkingen weer te geven en met elkaar in verband te brengen, en aldus een hulpmiddel te bieden bij de beantwoording van vragen over het gebruik van oplichtingsmiddelen in concrete gevallen.

2.1.2.

Art. 326, eerste lid, Sr luidt:

"Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het verlenen van een dienst, tot het ter beschikking stellen van gegevens, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie."

2.1.3.

De memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot de vaststelling van het Wetboek van Strafrecht houdt als inleiding op titel XXV, Bedrog, onder meer het volgende in:

"Hier is niet het voorbeeld gevolgd van andere wetgevingen, die bedrog in genere straffen, indien de dader, met het oogmerk om zich of een ander wederregtelijk te bevoordeelen, aan iemands vermogen schade toebrengt door hem in eene dwaling te brengen of te houden door het voorspiegelen van valsche of het verbergen van ware feiten. De vrees dat men door zoodanige algemeene bepaling van strafbaar bedrog ligt de grenzen overschrijdt, die de strafwetgever zich behoort te stellen, is niet hersenschimmig. Veiliger weg slaat de wetgever in door de verschillende soorten van bedrog die hij strafbaar keurt, achtereenvolgens te kenmerken en daarbij op den voorgrond te stellen het misdrijf dat in onze regtspraktijk, sedert de invoering van den franschen code, met den naam van opligting (...) is bestempeld."
(H.J. Smidt, Geschiedenis van het Wetboek van Strafrecht, deel II, 1882, p. 545)

2.2.1.

Met het in de wet omschrijven van specifieke oplichtingsmiddelen – het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, het gebruik van listige kunstgrepen en/of het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels – is beoogd het begrip 'oplichting' nader vorm en inhoud te geven. Daarmee wordt bewerkstelligd dat niet iedere vorm van bedrog – bijvoorbeeld bestaande uit niet meer dan het doen van een onware mededeling – en niet iedere toerekenbare tekortkoming in civielrechtelijke zin binnen het bereik van het strafrecht wordt gebracht als misdrijf met een strafmaximum van, kort gezegd, vier jaren gevangenisstraf.

2.2.2.

In dit licht moeten ook betrekkelijk algemeen geformuleerde beperkende overwegingen over een bepaald oplichtingsmiddel in de rechtspraak van de Hoge Raad worden begrepen. Zo heeft de Hoge Raad geoordeeld dat voor het aannemen van een samenweefsel van verdichtsels sprake moet zijn van "meer dan een enkele leugenachtige mededeling"1 en dat "het enkele huren van een woning en het vervolgens in gebreke blijven de huurpenningen te voldoen op zichzelf - ook indien de huurder al voorzag niet aan zijn betalingsverplichtingen te kunnen voldoen - niet oplevert het aannemen van een valse hoedanigheid noch een listige kunstgreep als bedoeld in art. 326 (...) Sr".2 Zie in dit verband ook het arrest waarin aan de orde was het oordeel van het hof dat de enkele omstandigheid dat de verdachte via een website goederen te koop aanbood en bestellingen en betalingen van kopers accepteerde in het besef dat hij niet (langer) aan zijn leverings- of restitutieverplichtingen kon voldoen, niet kan worden aangemerkt als het aannemen van een valse hoedanigheid van een "bonafide internetondernemer".3
In deze en vergelijkbare beslissingen komt tot uitdrukking dat niet in alle gevallen waarin sprake is van bedrog, het handelen van de verdachte ook kan worden aangemerkt als oplichting.

2.2.3.

In dit verband is van belang dat de wetgever in 1886 in titel XXV naast oplichting bepaalde andere vormen van bedrog strafbaar heeft gesteld (bijvoorbeeld art. 327 Sr, bedrog bij verzekering), en dat de wetgever nadien aan deze titel nog uitbreiding heeft gegeven, bijvoorbeeld met art. 326a Sr (flessentrekkerij), art. 328bis Sr (oneerlijke mededinging door misleiding van het publiek) en recent art. 326d Sr (acquisitiefraude). Voorts is in parlementaire behandeling een wetsvoorstel tot verdere uitbreiding van titel XXV door de invoering van een strafbaarstelling van online handelsfraude met de volgende inhoud:

"hij die een beroep of een gewoonte maakt van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen of verlenen van diensten tegen betaling met het oogmerk om zonder volledige levering zich of een ander van de betaling van die goederen of diensten te verzekeren, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie."4

2.3.1.

Als belangrijk gemeenschappelijk kenmerk van de verschillende in de delictsomschrijving opgenomen oplichtingsmiddelen kan worden genoemd dat de verdachte door een specifieke, voldoende ernstige vorm van bedrieglijk handelen bij een ander een onjuiste voorstelling van zaken in het leven wil roepen teneinde daarvan misbruik te kunnen maken.

2.3.2.

Zo gaat het bij het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels in de kern om gesproken en/of geschreven uitingen die bij die ander een op meer dan een enkele leugenachtige mededeling gebaseerde onjuiste voorstelling van zaken in het leven kunnen roepen. Een voorbeeld daarvan was aan de orde in het arrest waarin de verdachte investeerders in strijd met de waarheid voorhield dat de geïnvesteerde bedragen zouden worden terugbetaald met een jaarlijkse rente van 18%, terwijl hij noch de intentie had noch in staat was om de afspraken na te komen en hij door hem ondertekende "promissory notes" afgaf teneinde te doen voorkomen dat de door hem gemaakte afspraken waren gegarandeerd.5 Uit dit voorbeeld blijkt dat van 'meer dan een enkele leugenachtige mededeling' niet slechts sprake kan zijn indien meerdere duidelijk van elkaar te scheiden leugens kunnen worden aangewezen, maar ook indien sprake is van een leugenachtige mededeling van voldoende gewicht, in combinatie met andere aan de verdachte toe te rekenen omstandigheden die tot misleiding van het beoogde slachtoffer kunnen leiden, zoals het misbruik van een tussen de verdachte en het beoogde slachtoffer bestaande vertrouwensrelatie.6

2.3.3.

Bij listige kunstgrepen gaat het in vergelijkbare zin in de kern om meer dan een enkele misleidende feitelijke handeling die een onjuiste voorstelling van zaken in het leven kan roepen. Een voorbeeld daarvan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT
41 temas prácticos
  • Uitspraak Nº 05/880062-15 en 05/109464-14. Rechtbank Gelderland, 2017-03-03
    • Nederland
    • Rechtbank Gelderland (Neederland)
    • March 3, 2017
    ...waarbij die onjuiste voorstelling van zaken in het leven wordt geroepen teneinde daarvan misbruik te maken (HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2892). Voorts is het mogelijk dat de gedragingen niet scherp van elkaar te onderscheiden zijn, waardoor de concrete uitwerking onderling samenhang......
  • Uitspraak Nº 05/881398-15. Rechtbank Gelderland, 2018-09-20
    • Nederland
    • Rechtbank Gelderland (Neederland)
    • September 20, 2018
    ...december 2016 heeft de Hoge Raad twee overzichtsarresten gewezen met betrekking tot oplichting (ECLI:NL:HR:2016:2889, NJ 2017/157 en ECLI:NL:HR:2016:2892, NJ 2017/158). De Hoge Raad geeft hierin handvatten voor de beoordeling van de vraag of handelingen van een verdachte kunnen worden besch......
  • Uitspraak Nº 03/866086-18, 03/009005-17, 03/700090-18 en 03/700128-18. Rechtbank Limburg, 2020-12-16
    • Nederland
    • December 16, 2020
    ...leugenachtige mededelingen in hun onderlinge samenhang (Vgl. HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2889 en HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2892). De rechtbank neemt de volgende feiten en omstandigheden in aanmerking. De verdachte heeft telkens aangebeld bij zijn beoogde slachtoffers en ......
  • Uitspraak Nº 20-002272-16. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2022-01-19
    • Nederland
    • Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
    • January 19, 2022
    ...in het leven geroepen onjuiste voorstelling van zaken is overgegaan tot de afgifte van enig goed, etc. (vgl. HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2892, r.o. Ook deze kwestie dient naar het oordeel van het hof niet te leiden tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Ten slott......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien
41 sentencias
  • Uitspraak Nº 05/880062-15 en 05/109464-14. Rechtbank Gelderland, 2017-03-03
    • Nederland
    • Rechtbank Gelderland (Neederland)
    • March 3, 2017
    ...waarbij die onjuiste voorstelling van zaken in het leven wordt geroepen teneinde daarvan misbruik te maken (HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2892). Voorts is het mogelijk dat de gedragingen niet scherp van elkaar te onderscheiden zijn, waardoor de concrete uitwerking onderling samenhang......
  • Uitspraak Nº 05/881398-15. Rechtbank Gelderland, 2018-09-20
    • Nederland
    • Rechtbank Gelderland (Neederland)
    • September 20, 2018
    ...december 2016 heeft de Hoge Raad twee overzichtsarresten gewezen met betrekking tot oplichting (ECLI:NL:HR:2016:2889, NJ 2017/157 en ECLI:NL:HR:2016:2892, NJ 2017/158). De Hoge Raad geeft hierin handvatten voor de beoordeling van de vraag of handelingen van een verdachte kunnen worden besch......
  • Uitspraak Nº 03/866086-18, 03/009005-17, 03/700090-18 en 03/700128-18. Rechtbank Limburg, 2020-12-16
    • Nederland
    • December 16, 2020
    ...leugenachtige mededelingen in hun onderlinge samenhang (Vgl. HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2889 en HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2892). De rechtbank neemt de volgende feiten en omstandigheden in aanmerking. De verdachte heeft telkens aangebeld bij zijn beoogde slachtoffers en ......
  • Uitspraak Nº 20-002272-16. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2022-01-19
    • Nederland
    • Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
    • January 19, 2022
    ...in het leven geroepen onjuiste voorstelling van zaken is overgegaan tot de afgifte van enig goed, etc. (vgl. HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2892, r.o. Ook deze kwestie dient naar het oordeel van het hof niet te leiden tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Ten slott......
  • Vraag een proefperiode aan om aanvullende resultaten te zien

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT