Uitspraak Nº 16-4010 PW. Centrale Raad van Beroep, 2016-07-20

ECLIECLI:NL:CRVB:2016:2752
Docket Number16-4010 PW
Date20 Julio 2016
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)

16/4010 PW, 16/4012 PW-VV

Datum uitspraak: 20 juli 2016

Centrale Raad van Beroep

Voorzieningenrechter

Uitspraak met toepassing van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 23 mei 2016, 16/405 (aangevallen uitspraak) en op het verzoek om toepassing van artikel 8:81 van de Awb van 14 juni 2016

Partijen:

[verzoekster] te [woonplaats] (verzoekster)

het college van burgemeester en wethouders van Gouda (college)

PROCESVERLOOP

Namens verzoekster heeft mr. R.G.A.M. van den Heuvel, advocaat, hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.

Tevens heeft mr. Van den Heuvel namens verzoekster een verzoek om een voorlopige voorziening gedaan.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 juli 2016. Namens verzoekster is

mr. Van den Heuvel verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door

C.M.P. de Wit.

OVERWEGINGEN

1. De voorzieningenrechter gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

1.1.Verzoekster is in oktober 2013 vanuit Curaçao naar Nederland gekomen om een opleiding te gaan volgen. Verzoekster is eigenaar van een woning op Curaçao. Zij heeft op 6 november 2013 bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) aangevraagd en daarbij verklaard dat zij nog in afwachting was van de vraag of zij met behoud van salaris de opleiding kon gaan volgen. Het college heeft deze aanvraag afgewezen. De werkgever van verzoekster heeft haar salaris doorbetaald. Verzoekster heeft vervolgens op 23 juni 2014 en 29 oktober 2014 wederom een aanvraag om (aanvullende) bijstand ingediend, welke aanvragen het college respectievelijk buiten behandeling heeft gesteld en heeft afgewezen.

1.2.

Op 7 mei 2015 heeft verzoekster opnieuw bijstand ingevolge de Participatiewet (PW) aangevraagd. Bij besluit van 15 juni 2015 heeft het college deze aanvraag afgewezen op de grond dat verzoekster op grond van artikel 13, eerste lid, onder c (lees: d) van de PW is uitgesloten van bijstand omdat nog sprake is van lopende arbeidsovereenkomst met haar werkgever en zij een bijzondere vrijstelling van dienst bij haar werkgever heeft verzocht.

1.3.

Verzoekster heeft op 13 juli 2015 wederom bijstand aangevraagd. Bij besluit van

26 augustus 2015 heeft het college deze aanvraag om bijstand afgewezen op de grond dat verzoekster over vermogen boven de grens van het vrij te laten vermogen beschikte.

1.4.

Bij besluit van 3 december 2015 (bestreden besluit) heeft het college het bezwaar van verzoekster tegen het besluit van 15 juni 2015, onder aanpassing van de motivering, ongegrond verklaard. Daaraan ligt ten grondslag dat verzoekster is ontslagen en haar salaris tot maart 2015 is doorbetaald, zodat geen sprake meer was van een dienstverband en verzoekster evenmin op grond van artikel 13, eerste lid, sub d, van de PW van bijstand is uitgesloten. Verzoekster beschikt echter over vermogen in de vorm van de woning op Curaçao, welk vermogen hoger is dan de voor haar geldende vermogensgrens.

1.5.

Naar aanleiding van een daartoe ingediende aanvraag heeft het college bij besluit van

14 juni 2016 aan verzoekster alsnog met ingang van 1 maart 2016 bijstand toegekend.

2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van verzoekster tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Daartoe heeft de rechtbank - samengevat - overwogen dat tussen partijen niet in geschil is dat verzoekster een vermogen vanwege haar eigen woning heeft van € 26.637,60. De rechtbank heeft met het college geoordeeld dat verzoekster de schuld aan de Algemene Spaar- en Kredietcoöperatie ACU (ACU) tot een bedrag van € 11.084,- niet aannemelijk heeft gemaakt, omdat uit de overgelegde stukken niet is op te maken wanneer deze schuld is ontstaan en deze schuld niet eerder is gemeld door verzoekster. De rechtbank heeft het college gevolgd in de berekening van de op 15 juli 2015 in aanmerking genomen schulden van in totaal € 4.046,77, en heeft geconcludeerd dat het college de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT