Uitspraak Nº 16/661873-15 (P). Rechtbank Midden-Nederland, 2016-08-01

ECLIECLI:NL:RBMNE:2016:4368
Date01 Agosto 2016
Docket Number16/661873-15 (P)
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht

Zittingslocatie Utrecht

Parketnummer: 16/661873-15 (P)

Vonnis van de meervoudige strafkamer van 1 augustus 2016

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1975] ,

gedetineerd in Penitentiaire Inrichting “Grave” te Grave.

1 Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 juli 2016.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. T.C. Heijmerink, naar voren hebben gebracht.

2 Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

feit 1: op 7 december 2015 in Utrecht [aangeefster 1] heeft aangerand;

feit 2: op 6 december 2015 in Utrecht [aangeefster 2] heeft verkracht (primair), heeft geprobeerd te verkrachten (subsidiair), dan wel deze [aangeefster 2] heeft aangerand (meer subsidiair);

feit 3: op 7 oktober 2015 in Utrecht [aangeefster 3] heeft aangerand (primair), dan wel heeft geprobeerd aan te randen (subsidiair);

feit 4: op 11 november 2015 te Utrecht [aangeefster 4] heeft aangerand;

feit 5: op 24 oktober 2015 te Utrecht [aangeefster 5] heeft aangerand;

feit 6: op 26 oktober 2015 te Utrecht [aangeefster 6] heeft aangerand.

3 Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 Waardering van het bewijs
4.1

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft gevorderd de onder 1, 2 meer subsidiair, 3 primair, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen te verklaren.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor feit 2 primair (verkrachting), feit 2 subsidiair (poging tot verkrachting) en feit 3 primair (aanranding).

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Vrijspraak voor feit 2 primair en subsidiair

De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte aangeefster [aangeefster 2] heeft verkracht, dan wel heeft geprobeerd om haar te verkrachten. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van feit 2 primair en feit 2 subsidiair.

Het bewijs voor de feiten 1, 2 meer subsidiair, 4, 5 en 61

Omdat verdachte de onder 1, 2 meer subsidiair, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft bekend en de raadsvrouw voor deze feiten geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank met een opsomming van de bewijsmiddelen.

Feit 1:

- het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangeefster 1] , van 7 december 2015;2

- het proces-verbaal van verhoor verdachte van 7 december 2015;3

- het proces-verbaal van verhoor verdachte van 8 december 2015;4

- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 juli 2016.

Feit 2 meer subsidiair:

- het proces-verbaal van verhoor van getuige [aangeefster 2] door de rechter-commissaris van 9 februari 2016;

- het proces-verbaal van verhoor verdachte van 8 december 2015;5

- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 juli 2016.

Feit 4:

- het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangeefster 4] , van 9 december 2015;6

- het proces-verbaal van verhoor verdachte van 9 december 2015;7

- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 juli 2016.

Feit 5:

- het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangeefster 5] , van 17 november 2015;8

- het proces-verbaal van verhoor verdachte van 8 december 2015;9

- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 juli 2016.

Feit 6:

- het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [aangeefster 6] , van 29 oktober 2015;10

- het proces-verbaal van verhoor verdachte van 8 december 2015;11

- de verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 juli 2016.

Het bewijs voor feit 3 primair

De rechtbank acht op grond van de volgende bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 3 primair ten laste gelegde feit heeft begaan.

Op 7 oktober 2015 doet [aangeefster 3] (hierna: [aangeefster 3] ) aangifte bij de politie. [aangeefster 3] verklaart dat zij op 7 oktober 2015 in Utrecht fietste en merkte dat er een man achter haar fietste. Ze zag dat de man dichterbij kwam, vervolgens naast haar kwam fietsen en zijn stuur naar rechts gooide, zodat hij met zijn wiel tussen de wielen van haar fiets in kwam. Hierdoor kwam [aangeefster 3] ten val.12 [aangeefster 3] zag dat de man naar haar toe kroop en haar bij haar middel pakte. Ze voelde dat hij met zijn hand richting haar schaamstreek ging en dat hij haar tegen zich aan drukte. [aangeefster 3] hoorde hem in de Engelse taal zeggen: “Kom dichterbij en ik geef je alles wat je nodig hebt”.13

[aangeefster 3] verklaart in een aanvullend verhoor dat de man met zijn hand over haar bovenbeen tussen haar bovenbenen in ging. [aangeefster 3] hoorde hem zeggen: “Als jij geeft wat ik nodig heb, dan geef ik alles wat jij nodig hebt”.14

Verdachte verklaart bij de politie dat hij, voor hij op 15 oktober 2015 naar Oekraïne ging, een vrouw zag fietsen in Utrecht. Verdachte is vervolgens achter haar aangefietst omdat hij haar wilde betasten.15 Verdachte verklaart dat hij de vrouw heeft vastgepakt om naar haar kruis te grijpen en dat zij allebei zijn gevallen. Op enig moment riep de vrouw: “let me go, let me go”. Verdachte verklaart dat hij haar daarvoor aan haar kruis heeft gegrepen.16

5 Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte

1.

op 07 december 2015 te Utrecht door geweld en een andere feitelijkheid [aangeefster 1] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft hij

- die [aangeefster 1] op de fiets gevolgd naar haar huis en

vervolgens, onverhoeds

- die [aangeefster 1] van achteren vastgepakt en vastgehouden en

- met zijn hand over de kleding de borst van die [aangeefster 1] betast en

- met zijn hand over de kleding het kruis en de buik en de benen van die [aangeefster 1] betast;

2.

Meer subsidiair

op 06 december 2015 te Utrecht door geweld en een andere feitelijkheid [aangeefster 2] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft hij

- die [aangeefster 2] op de fiets gevolgd naar haar huis en

vervolgens, onverhoeds

- die [aangeefster 2] van achteren stevig heeft vastgepakt en stevig vastgehouden en

- met zijn handen over de kleding de borsten van die [aangeefster 2] betast en

- zijn hand in de broek en onderbroek van die [aangeefster 2] gebracht;

3.

Primair

op 07 oktober 2015 te Utrecht door geweld en een andere feitelijkheid [aangeefster 3] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft hij

- die [aangeefster 3] op de fiets gevolgd en

vervolgens, onverhoeds

- die [aangeefster 3] met de fiets ten val gebracht door met zijn, verdachtes, fiets tegen haar fiets aan te rijden en

- vervolgens die [aangeefster 3] bij haar middel gepakt en zich tegen haar aan gedrukt en

- vervolgens met zijn handen over haar kleding over en tussen de bovenbenen en over de schaamstreek aangeraakt en

- gezegd dat hij alles zou geven wat ze nodig had, als zij dichterbij zou komen of dat als zij zou geven wat hij nodig had, hij zou geven wat zij nodig had;

4.

op 11 november 2015 te Utrecht door een andere feitelijkheid [aangeefster 4] heeft gedwongen tot het

dulden van een ontuchtige handeling, immers heeft/is hij

- die [aangeefster 4] op de fiets gevolgd naar haar huis en

vervolgens, onverhoeds

- naast die [aangeefster 4] gaan fietsen en

- met zijn hand over de kleding het kruis van die [aangeefster 4] gegrepen en betast;

5.

op 24 oktober 2015 te Utrecht door geweld en een andere feitelijkheid [aangeefster 5] heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers heeft hij

- die [aangeefster 5] op de fiets gevolgd naar haar huis en

vervolgens, onverhoeds

- die [aangeefster 5] van achteren vastgepakt en vastgehouden (met beide armen om haar lichaam) en

- met zijn hand over de kleding de borst van die [aangeefster 5] gegrepen en

- met zijn hand over de kleding het kruis van die [aangeefster 5] gegrepen;

6.

op 26 oktober 2015 te Utrecht door geweld en een andere feitelijkheid [aangeefster 6] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft hij

- die [aangeefster 6] op de fiets gevolgd naar haar huis en

vervolgens, onverhoeds

- die [aangeefster 6] van achteren vastgepakt en vastgehouden en

- éénmaal met zijn handen over de kleding de borsten van die [aangeefster 6] gegrepen en

- meermalen met zijn handen over de kleding het kruis van die [aangeefster 6] gegrepen;

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6 De strafbaarheid van het feit

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar als

feit 1, 2 meer subsidiair, 3 primair, 4, 5 en 6:

telkens: feitelijke aanranding van de eerbaarheid.

Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7 De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8 Motivering van de straffen en maatregelen
8.1

De eis van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar onder 1, 2 meer subsidiair, 3 primair, 4, 5 en 6 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, en de maatregel terbeschikkingstelling.

Wat betreft de oplegging van de terbeschikkingstelling heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat bij verdachte door de jaren heen steeds de diagnose van een gemengde persoonlijkheidsstoornis met narcistische, antisociale en afhankelijke trekken is vastgesteld. Bovendien blijkt uit de psychologische en psychiatrische rapportages van 2006 dat de vastgestelde problematiek voor een deel blijvend is. De officier van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT