Uitspraak Nº 16/705534-16 (strafzaak) (P). Rechtbank Midden-Nederland, 2018-12-20

ECLIECLI:NL:RBMNE:2018:6371
Docket Number16/705534-16 (strafzaak) (P)
Date20 Diciembre 2018
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummers: 16/705534-16 (strafzaak) (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 20 december 2018

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [1974] te [geboorteplaats] ,

ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres

[adres] , [woonplaats] .

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 3 januari 2017, 31 maart 2017, 27 juni 2017, 10 juli 2017, 27 november 2017, 12 maart 2018, 8, 9, 11, 16 en 18 oktober 2018 en 6 december 2018.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officieren van justitie mr. A.J.S. Visser en mr. drs. M. Lousberg (hierna: de officier van justitie) en van hetgeen verdachte en zijn raadsman mr. M.J. Lamers, advocaat te Utrecht, alsmede de benadeelde partij dhr. [A] namens de ING Bank N.V. naar voren hebben gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 27 juni 2017 nader omschreven. Vervolgens is de tenlastelegging op de zitting van 11 oktober 2018 gewijzigd. De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

Feit 1: op 23 juni 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, opzettelijk brand heeft gesticht met behulp van een thermische lans in een geldautomaat van de ING Bank in de Albert Heijn aan de [adres] , terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gebouwen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten was

en/of

op 23 juni 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, € 55.720,00 heeft weggenomen van de ING Bank N.V.;

Feit 2: op 11 augustus 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, opzettelijk een ontploffing in een geldautomaat van de ING Bank N.. in de Albert Heijn aan de [adres] , teweeg heeft gebracht, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gebouwen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten was

en/of

op 11 augustus 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, heeft geprobeerd een hoeveelheid geld van de ING Bank N.V. weg te nemen, door de deur van de Albert Heijn te forceren, de deur van de geldautomaat open te breken en een ontploffing teweeg te brengen;

Feit 3: op 20 september 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, opzettelijk een ontploffing in een geldautomaat van de ING Bank N.V. in de Albert Heijn aan de [adres] , teweeg heeft gebracht, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gebouwen te duchten was

en/of

op 20 september 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, € 20.940,00 heeft weggenomen van de ING Bank;

Feit 4: op 26 september 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, opzettelijk een ontploffing in een geldautomaat van de ING Bank N.V. in de Albert Heijn aan de [adres] , teweeg heeft gebracht, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gebouwen te duchten was

en/of

op 26 september 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, € 80.590,00 heeft weggenomen van de ING Bank N.V.;

Feit 5: op 27 september 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, opzettelijk een ontploffing in een geldautomaat van de ING Bank N.V. in de Albert Heijn aan ’ [adres] , teweeg heeft gebracht, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of gebouwen te duchten was

en/of

op 27 september 2016 te [vestigingsplaats] , al dan niet samen met anderen, € 33.560,00 heeft weggenomen van de ING Bank N.V.;

Feit 6: in de periode van 11 december 2015 tot en met 11 oktober 2016 te Utrecht en/of Nieuwegein en/of Kerkdriel heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die tot oogmerk had het plegen van ram-/trek-, lans-, en plofkraken, het plegen van diefstallen danwel opzetheling van voertuigen en het voeren van valse kentekens;

Feit 7: in de periode van 10 juni 2016 tot en met 11 oktober 2016 te Herpen en/of Kerkdriel en/of Nieuwegein en/of Utrecht, al dan niet samen met anderen, een Audi, type A4/S4 met origineel kenteken [kenteken] heeft geheeld;

Feit 8: in de periode van 21 juni 2016 tot en met 24 september 2016 te Harmelen en/of Kerkdriel en/of Nieuwegein en/of Utrecht, al dan niet samen met anderen, een bestelbus, merk Mercedes-Benz, type Sprinter met origineel kenteken [kenteken] heeft geheeld;

Feit 9: in de periode van 19 juni 2016 tot en met 5 september 2016 te Zeist en/of Kerkdriel en/of Utrecht, al dan niet samen met anderen, een Audi, type A5 Sportback met origineel kenteken [kenteken] heeft geheeld;

Feit 10: in de periode van 11 mei 2016 tot en met 11 oktober 2016 te Den Haag en/of Utrecht, al dan niet samen met anderen, een Audi, type A4 met origineel kenteken [kenteken] heeft geheeld;

Feit 11: in de periode van 29 juli 2016 tot en met 11 oktober 2016 te Eindhoven en/of Utrecht, al dan niet samen met anderen, een Audi, type S6 met origineel kenteken [kenteken] heeft geheeld;

Feit 12: op 1 oktober 2016 te Harmelen, opzettelijk [slachtoffer] heeft mishandeld.

3 VOORVRAGEN
3.1.

Helingen voertuigen – niet-ontvankelijkheidsverweer

3.1.1.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft ten aanzien van de feiten 7 tot en met 11 onder andere betoogd dat de officier van justitie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt voor de criminele organisatie en deelname daaraan door verdachte, er geen goede reden is om op basis van het dossier er van uit te gaan dat het onderdeel van de diefstal van de auto’s (waarvoor de officier van justitie partiële vrijspraak vraagt) niet bewezen zou kunnen worden. De verdediging vermoedt dat de officier van justitie een kunstmatige vrijspraak vordert, omdat hij anders in de knel komt met de zogenaamde heler/steler regel, die er in het kort op neer komt dat iemand die een goed/voorwerp (mede) heeft gestolen, niet afzonderlijk voor de heling van dat voorwerp kan worden vervolgd. Indien bewezenverklaring voor de criminele organisatie kan volgen, dan verzet de heler/steler regel zich tegen vervolging terzake heling. Het is immers aannemelijk dat verdachte bij de diefstallen betrokken is.

3.1.2.

Het oordeel van de rechtbank

Naar het oordeel van de rechtbank is, zoals hierna zal blijken, in het dossier onvoldoende bewijs voorhanden waaruit volgt dat verdachte deze voertuigen zelf heeft gestolen. Doorslaggevend daarbij is dat geen van de voor de bewezenverklaring van de heling gebruikte bewijsmiddelen de verdachte bij een wegnemingshandeling brengt. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de onder de criminele organisatie ten laste gelegde diefstallen van voertuigen (zie paragraaf 4.4.9.) niet bewezen worden, maar de afzonderlijk ten laste gelegde helingen wel, zoals hierna zal blijken. De rechtbank ziet geen redenen om de officier van justitie ten aanzien van de feiten 7 t/m 11 niet ontvankelijk te verklaren in zijn vervolging.

De dagvaarding is voorts geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS
4.1.

Inleiding onderzoek 032Smit 1

Het dossier 032Smit bevat de bevindingen van een onderzoek naar een reeks van aanvallen op ING geldautomaten in winkels van Albert Heijn in 2015 en 2016. Bij deze aanvallen of kraken wordt de toegang tot de winkel verkregen door te rammen met een voertuig of door middel van braak. De wijze waarop de geldautomaat vervolgens wordt opengebroken verschilt per kraak.

Bij een ram/trekkraak is de geldautomaat opengebroken en open/omver getrokken met behulp van een band, staalkabel of ketting en een ramvoertuig. Bij een lanskraak wordt de geldautomaat geopend door middel van een thermische lans die door een kluisdeur heen brandt. Bij een plofkraak wordt de kluisdeur van de geldautomaat geopend door middel van het inbrengen en het laten ontploffen van gas. Na opening van de kluisdeur van de geldautomaat middels één van de voornoemde werkwijzen, kunnen geldcassettes verwijderd worden uit de geldautomaat.2

4.2.

Overwegingen ten aanzien van inkt- en glasonderzoek en gemeen gevaar voor goederen en/of personen

De rechtbank bespreekt hieronder eerst het inkt- en glasonderzoek en zal in algemene zin een oordeel geven over de resultaten hiervan en in hoeverre deze voor het bewijs kunnen worden gebruikt. Vervolgens zal de rechtbank ingaan op het gemeen gevaar voor goederen en/of personen. Deze overwegingen zijn van toepassing op de ten laste gelegde feiten waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.

Ten aanzien van het inktonderzoek

Over het onderzoek 3

In Nederland staan lobby (losstaande) geldautomaten onder andere in supermarkten, die voorzien zijn van geldcassettes met een inktbeveiligingssysteem. Dit inktbeveiligingssysteem treedt in werking op het moment dat op oneigenlijke wijze wordt getracht de geldcassette te openen. Bij activatie van het inktbeveiligingssysteem zullen bankbiljetten in de geldcassette via een sproeisysteem worden voorzien van blauwe inkt. Deze blauwe inkt is voorzien van een unieke DNA-marker.

Applied DNA Sciences (hierna: ADNAS), gevestigd in de Verenigde Staten van Amerika, is de leverancier en ontwikkelaar van de DNA-markers. Deze DNA-markers bevatten een unieke DNA-code. Het bedrijf ADNAS is ISO-gecertificeerd. De DNA-marker wordt opgenomen in het kwaliteitsdatabestand en voorzien van een unieke...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT