Uitspraak Nº 16/705831-17 (P). Rechtbank Midden-Nederland, 2018-08-17

ECLIECLI:NL:RBMNE:2018:3903
Docket Number16/705831-17 (P)
Date17 Agosto 2018
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Zittingsplaats Lelystad

Parketnummer: 16/705831-17 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 17 augustus 2018

in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren op [1979] te [geboorteplaats] (Marokko)

gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Nieuwegein

hierna te noemen: verdachte

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 13 februari 2018, 8 mei 2018 en 3 augustus 2018. Op 3 augustus 2018 heeft de inhoudelijke behandeling plaatsgevonden.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. H. Leepel en van hetgeen verdachte en diens raadslieden mr. G.I. Roos, mr. R.G.M. Rijkhoff en mr. W.B. Lisi, ieder advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 8 mei 2018 nader omschreven. De nader omschreven tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

feit 1:

in de periode van 14 november 2016 tot en met 6 november 2017 in Lelystad, in elk geval in Nederland, samen met (een) ander(en) telkens opzettelijk een (gebruikers)hoeveelheid cocaïne heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval aanwezig heeft gehad;

feit 2:

in de periode van 17 januari 2008 tot en met 28 maart 2008 in Lelystad Quion 9 B.V. heeft opgelicht door een financiering aan te vragen en ter onderbouwing van de aanvraag valse en/of vervalste stukken te verstrekken, waardoor Quion 9 BV een hypothecaire lening heeft afgegeven

en

in de periode van 17 januari 2008 tot en met 28 maart 2008 opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) geschrift(en);

feit 3 :

in de periode 14 maart 2011 tot en met 22 april 2011 in Lelystad en/of Amersfoort heeft geprobeerd om ABN Amro B.V. op te lichten door een financieringsaanvraag te doen en ter onderbouwing van deze aanvraag valselijk opgemaakte en/of vervalste stukken te verstrekken aan ABM Amro B.V.

en

in de periode van 14 maart 2011 tot en met 22 april 2011 opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) geschrift(en);

feit 4:

in de periode van 1 januari 2008 tot en met 6 november 2017 in Lelystad één of meer voorwerpen heeft witgewassen en daar een gewoonte van heeft gemaakt;

feit 5:

op 7 november 2017 te Lelystad een gasdrukrevolver, die sprekende gelijkenis vertoonde met een echt bestaand vuurwapen, voorhanden heeft gehad.

feit 6:

primair:

op 7 november 2017 in Lelystad, al dan niet opzettelijk, een jammer (stoorzender) aanwezig heeft gehad en/of heeft gebruikt, terwijl hij daarvoor geen vergunning had;

subsidiair:

op 7 november 2017 in Lelystad een jammer (stoorzender) voorhanden heeft gehad met het oogmerk dat daarmee een misdrijf als bedoeld in artikel 350c Wetboek van Strafrecht werd gepleegd.

3 VOORVRAGEN

3.1 Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft met betrekking tot het op de dagvaarding onder 1 ten laste gelegde feit bepleit dat de rechtbank het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de strafvervolging zal verklaren althans tot bewijsuitsluiting zal beslissen.

Samengevat en naar de rechtbank de verdediging begrijpt, is het volgende aangevoerd.

Schending van artikel 6 van het EVRM

De verdachte is beknot in zijn recht op een behoorlijke verdediging. Het omvangrijke definitieve proces-verbaal van opsporingsonderzoek is op 12 april 2018 aan de verdediging verstrekt. Vervolgens is reeds op 8 mei 2018 een regie-terechtzitting gehouden. Dit heeft – in de woorden van de verdediging – geïmpliceerd: “veel leeswerk. Een cliënt die gedetineerd zit. Een cliënt die begeleid moet worden. En dan moet er ook nog een strategie worden bepaald. Het wordt van de verdediging verwacht dit alles binnen 25 dagen te doen. Onmogelijk.”

Voorts is door het openbaar ministerie doelbewust belangrijke informatie achtergehouden. Onderzoek naar met het telefoonnummer [telefoonnummer] gevoerde telecommunicatie zou hebben geleid tot de vaststelling dat dit telefoonnummer kan worden verbonden aan het totaal van 1238 bestellingen van drugs en/of momenten van contact met (beoogde) afnemers van cocaïne. De onderbouwing van deze vaststelling houdt echter niet meer in dan het verhoor van een aantal vermoede afnemers. De selectie van die afnemers roept vragen op, terwijl de verdediging in het duister tast wat overigens in het bestek van dit onderzoek (niet) is gebleken. Daarom kan het niet anders zijn dan dat aan cherry picking is gedaan. Aldus is tekort gedaan aan verdachtes recht op een eerlijk proces.

Vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv

Uit het proces-verbaal van 16 oktober 2017[1] blijkt dat de inhoud van enkele eerder verstrekte processen-verbaal met daarin TCI-informatie onjuist is. Anders dan in die processen-verbaal is gerelateerd, is die informatie echter niet aan de persoon van verdachte te verbinden, maar aan een ander, ook [naam] genaamd. Het kwaad was al geschied, omdat ook die – naar blijkt: onjuiste – TCI-informatie is betrokken bij de feitelijke grondslag van de verdenking tegen verdachte, en aldus bij de juridische grondslag voor de uitoefening van strafvorderlijke bijzondere bevoegdheden tot opsporing. En vervolgens zijn weer andere opsporingsmiddelen ingezet. De onrechtmatigheid strekt zich aldus uit over de gehele keten van opsporingshandelingen die is gevolgd op het onrechtmatig handelen. Door deze onrechtmatige bewijsgaring is een belangrijk voorschrift en rechtsbeginsel geschonden; er is niet voldaan aan de vereiste drempel van een redelijk vermoeden van schuld. Daarnaast is de privacy van verdachte geschonden.

3.2 Het standpunt van het officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verwerping van de verweren.

3.3 Het oordeel van de rechtbank

Schending van artikel 6 van het EVRM

Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat en op welke grond, de chronologie van de verstrekking van het eindproces-verbaal op 12 april 2018 en een regie-terechtzitting op 8 mei 2018 tekort doet aan verdachtes in artikel 6 EVRM gegarandeerde recht te beschikken over de tijd en de faciliteiten die nodig zijn voor de voorbereiding van zijn verdediging. De rechtbank tekent daarbij aan dat het eindproces-verbaal, ook waar het gaat om het onderzoek dat aan het onder 1. ten laste gelegde feit is voorafgegaan, in de kern de bescheiden bevat, die reeds gedurende het voorbereidend onderzoek zijn opgesteld en ook aan de verdediging zijn verstrekt. Daarbij komt, dat het onderzoek ter terechtzitting reeds is aangevangen ter (pro forma) terechtzitting van 13 februari 2018, terwijl verdachte reeds ter regie-terechtzitting van 8 mei 2018 kans heeft gezien aan te kondigen opening van zaken te zullen geven, ook over zijn mogelijke rol bij het onder 1 ten laste gelegde feit.

Met betrekking tot het door de verdediging gemaakte verwijt van het doelbewust achterhouden van informatie in het bestek van telecommunicatie-onderzoek met betrekking tot het nummer [telefoonnummer] , overweegt de rechtbank als volgt.

In de processen-verbaal van tap-onderzoek[2] zijn de onderzoeksbevindingen in de kern uiteengezet. Het staat de verdediging vanzelfsprekend vrij die bevindingen te waarderen en te (dis)kwalificeren, maar in het licht van de aan dit onderdeel van het verweer gegeven onderbouwing valt niet in te zien dat en waarom het door de verdediging gewraakte onderzoek tot de conclusie dwingt dat het openbaar ministerie doelbewust belangrijke informatie heeft achtergehouden.

Het voorgaande betekent dat de rechtbank het verweer in beide onderdelen verwerpt.

Vormverzuimen in de zin van artikel 359a Sv

Voor een geslaagd beroep op schending van een vormverzuim in de betekenis van artikel 359a Sv is vereist, onder meer, dat het vormverzuim onherstelbaar is. Waar het gaat om het door de verdediging aan het openbaar ministerie gemaakte verwijt van het toevoegen aan het procesdossier van processen-verbaal waarin de hiervoor bedoelde onjuiste TCI-informatie is vervat, is van belang dat die fouten tijdens het voorbereidend onderzoek zijn onderkend, en dat daarover in den brede verantwoording is afgelegd door middel van het bij de processtukken gevoegde proces-verbaal van 5 oktober 2017 (nummer 2017100516007027). In dit proces-verbaal zijn de fouten omschreven en is voorts aangegeven dat en hoe deze onjuiste informatie is verwerkt in een aanvullend proces-verbaal van verdenking (proces-verbaal, nummer 2017082811004645). Ook is verantwoord welke bijzondere bevoegdheden tot opsporing vervolgens op dat aanvullend proces-verbaal zijn gegrond.

De rechtbank stelt vast dat bij die stand van zaken de verzuimen zijn hersteld, zodat – voor zover het verweer is gestoeld op het enkele gegeven dat processen-verbaal onjuiste informatie hebben bevat – reeds daarom wordt verworpen.

Vervolgens ligt de vraag ter beantwoording voor of anderszins in deze gang van zaken een of meer begane onherstelbare verzuimen besloten liggen. Nu vast is komen te staan dat de onjuist gebleken duiding van op de persoon [naam] betrekkelijke TCI-informatie is verwerkt in een aanvullend proces-verbaal van verdenking, welk proces-verbaal vervolgens heeft gediend als grondslag voor de uitoefening van bijzondere opsporingsbevoegdheden is daarmee de onherstelbaarheid van dat verzuim gegeven.

De rechtbank stelt voorop dat de in het voorbereidend onderzoek vergaarde resultaten, ook waar het de duiding betreft, de toets van zorgvuldigheid en toetsbaarheid steeds moeten kunnen doorstaan. Dit uitgangspunt is van groot belang, zowel met het oog op een juiste grondslag voor de uitoefening van bevoegdheden in het vooronderzoek, als met het oog op de behoorlijk taakvervulling van de zittingsrechter, die ook bestaat in het (kunnen) verrichten van rechtmatigheidstoetsingen. Gesteld...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT