Uitspraak Nº 17/00598. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2018-05-23

ECLIECLI:NL:GHARL:2018:4680
Date23 Mayo 2018
Docket Number17/00598
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN

locatie Arnhem

nummer 17/00598

uitspraakdatum: 23 mei 2018

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

en het incidentele hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 24 april 2017, nummer 15/6337, ECLI:NL:RBGEL:2017:2297, in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding
1.1.

Aan belanghebbende is bij beschikking van 3 juli 2015 een boete opgelegd van € 72.000 voor het medeplegen van het opzettelijk niet voldoen van de door [A] BV (hierna: [A] BV) wettelijk verschuldigde overdrachtsbelasting.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking. De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de boete gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 24 april 2017 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de boete verminderd tot € 30.600.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. De Inspecteur heeft incidenteel hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft het incidentele hoger beroep beantwoord.

1.5.

Beide partijen hebben voorafgaand aan de zitting nadere stukken ingediend. Afschriften daarvan zijn aan de wederpartij verstrekt.

1.6.

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 maart 2018. Daarbij zijn gehoord en verschenen belanghebbende en mr. [B] , als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede mr. [C] , namens de Inspecteur, bijgestaan door dr. [D] en mr. [E] .

1.8.

Partijen hebben een pleitnota overgelegd.

1.9.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten
2.1.

Belanghebbende was tot 31 december 2012 werkzaam als notaris en alszodanig verbonden aan notariskantoor “ [F] ” en haar rechtsopvolger (hierna: het notariskantoor).

2.2.

[G] (hierna: [G] ) was houder van alle aandelen in Bouwbedrijf [H] BV (hierna: Bouwbedrijf BV). Bouwbedrijf BV was houder van alle aandelen in [A] BV (hierna: [A] BV). [G] was (indirect) enig bestuurder van voornoemde vennootschappen.

2.3.

[I] (hierna: [I] ) en Bouwbedrijf BV hebben, op papier voorzien van het stempel van het notariskantoor, met kenmerk 16675TS, een op 14 februari 2007 ondertekende intentieverklaring opgesteld betreffende de verkoop van de onroerende zaken gelegen aan de [a-straat 1 en 2] te [J] (hierna: de onroerende zaken) voor een bedrag van € 1.200.000. Deze overeenkomst had een looptijd tot 1 november 2007.

2.4.

Bij akte van levering van 5 november 2007 zijn de onroerende zaken door [I] (als verkoper) aan [A] BV (als koper) geleverd. [A] BV werd daarbij vertegenwoordigd door [G] . In de akte van levering wordt verwezen naar de hiervoor genoemde koopovereenkomst (intentieverklaring) van 14 februari 2007. In de akte van levering is onder meer het volgende opgenomen:

“In het koopcontract en bij de levering zijn danwel worden bij deze akte de volgende bepalingen overeengekomen:

Artikel 1

Verkoper levert het verkochte aan koper:

  1. onvoorwaardelijk en niet onderhavig aan inkorting, ontbinding of aan welke vernietiging dan ook;

  2. niet bezwaard met beslagen of rechten van hypotheken danwel inschrijvingen daarvan danwel niet bezwaard met andere beperkte rechten, behoudens de in deze akte vermelde;

  3. niet bezwaard met kwalitatieve verplichtingen, zoals bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek, behoudens de in deze akte vermelde;

  4. niet belast met andere bijzondere lasten en beperkingen, behoudens de in deze akte vermelde.”

Ter zake van deze levering is op 5 november 2007 namens [A] BV een bedrag van € 72.000 aan overdrachtsbelasting voldaan.

2.5

Eveneens op 5 november 2007 is, op papier voorzien van het stempel van het notariskantoor, met kenmerk 16675RB ten behoeve van [I] (verkoper) en [A] BV (koper) een akte “recht van wederinkoop” opgemaakt. In deze akte wordt verwezen naar de in 2.4 vermelde akte van levering en is onder meer het volgende opgenomen:

“- dat verkoper zich het recht van wederinkoop heeft voorbehouden voor de tijd van vijf jaar, zodat bovenbedoelde levering is geschied onder de ontbindende voorwaarde van inroeping van dit recht door verkoper;

- dat verkoper derhalve tot vijf jaar na heden de bevoegdheid heeft de koopovereenkomst te ontbinden onder restitutie van de betaalde koopprijs (…)”

Namens [A] BV heeft [G] de akte ondertekend. Deze akte is ter registratie aangeboden bij de Inspecteur.

2.6

Verder is op 5 november 2007, op papier voorzien van het stempel van het notariskantoor, met kenmerk 16675RB, tussen [I] (verkoper) en [A] BV (koper) nog een akte genaamd “aanvulling recht van wederinkoop” opgemaakt. In deze akte is onder meer het volgende opgenomen:

“- dat blijkens onderhandse akte de dato heden ten behoeve van verkoper een recht van wederinkoop is overeengekomen met betrekking tot: (…) plaatselijk bekend te [J] , [a-straat 1 en 2] (…);

- dat de wederinkoop uitsluitend om fiscale redenen is overeengekomen;

- dat in verband daarmee partijen

hierbij nader overeenkomen:

- dat het uitoefenen van het recht van wederinkoop door verkoper slechts kan plaatsvinden op initiatief van koper, die verkoper voor alle mogelijke nadelige fiscale en financiële gevolgen voor verkoper voortvloeiende uit het gebruik maken van het recht van wederinkoop volledig vrijwaart;
- dat indien verkoper overgaat tot wederinkoop verkoper gelijktijdig verplicht zal zijn tot verkoop en levering aan koper van voormeld registergoed voor dezelfde koopprijs als waarvoor het registergoed is teruggekocht.”

[G] heeft namens [A] BV de akte ondertekend. Deze akte is niet ter registratie aangeboden bij de Inspecteur.

2.7

[A] BV heeft op 12 november 2008, op papier voorzien van het stempel van het notariskantoor, met Stichting [K] (hierna: [K] ) een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot de onroerende zaken. De koopovereenkomst is door [G] namens [A] BV ondertekend. De koopprijs bedraagt € 1.500.000.

2.8

De onder 2.3 tot en met 2.7 genoemde intentieverklaring, notariële akten en koopovereenkomst zijn opgesteld en verleden door belanghebbende in zijn hoedanigheid van notaris.

2.9

Bij notariële akte van 31 maart 2009, door de notaris om 11.32u. ondertekend, zijn de onroerende zaken door belanghebbende teruggeleverd aan [I] voor een bedrag van
€ 1.200.000. In de akte is vermeld dat de teruglevering plaatsvindt ter uitvoering van het recht op wederinkoop. In de akte is, voor zover van belang, vermeld:

“Overdrachtsbelasting
De comparanten verklaren voorts een beroep te doen op de vrijstelling van overdrachtsbelasting ex artikel 15 lid 1 letter r van de Wet op Belastingen van Rechtsverkeer, omdat de toestand van het verkochte van vóór de omschreven verkrijging door vervreemder zowel feitelijk als rechtens wordt hersteld als bedoeld in artikel 19 van die wet, als gevolg van de vervulling van een ontbindende voorwaarde, zodat ter zake van de in deze akte omschreven teruglevering geen overdrachtsbelasting verschuldigd is.”

2.10

In een notariële akte van levering van eveneens 31 maart 2009, door de notaris om 11.42u. ondertekend, is vastgelegd dat [I] als eigenaar bij mondelinge koopovereenkomst de onroerende zaken voor € 1.200.000 heeft verkocht aan Bouwbedrijf BV en dat deze vennootschap de onroerende zaken bij schriftelijke overeenkomst voor € 1.500.000 heeft verkocht aan [K] . Door middel van deze akte levert [I] rechtstreeks de eigendom van de onroerende zaken aan [K] . In de “Voetverklaring overdrachtsbelasting” bij deze akte is vermeld:

“Ondergetekende, notaris en redacteur van deze akte, verklaart namens de in deze akte genoemde partijen:

-voor zover het van toepassing is een beroep te doen op de vermindering van overdrachtsbelasting zoals omschreven in artikel 13 lid 1 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer wegens de betrokkenheid van het verkochte in de vorige maatstaf van heffing;

-dat wegens verkrijging van het in deze akte omschreven verkochte door koper aan overdrachtsbelasting verschuldigd is een bedrag van negentig duizend euro (€ 90.000,00).”

2.11

De notariële akten genoemd onder 2.9 en 2.10 zijn gepasseerd door mr. [L] , notaris, als vaste waarnemer van belanghebbende.

2.12

Belanghebbende heeft als gevolmachtigde van [I] en [A] BV aangifte ter verkrijging van teruggave overdrachtsbelasting (hierna: verzoek om teruggaaf) gedaan. Belanghebbende verklaart in het verzoek om teruggaaf dat wegens de verkrijging van de onroerende zaken bij akte van 5 november 2007 € 72.000 aan overdrachtsbelasting is voldaan en dat de toestand van vóór de verkrijging zowel feitelijk als rechtens is hersteld door het inroepen van het recht van wederinkoop en de daarop volgende akte van teruglevering. Hij verzoekt om teruggaaf van overdrachtsbelasting van € 72.000. Bij het verzoek om teruggaaf zijn als bijlagen meegestuurd een kopie akte van levering, een kopie overeenkomst recht van wederinkoop en een kopie akte van teruglevering. De akte “aanvulling recht van wederinkoop” is niet met het verzoek om teruggaaf meegestuurd. De tot de gedingstukken behorende kopie van het verzoek om teruggaaf heeft een dagtekening van 31 maart 2009. Bij de handtekening van belanghebbende is een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT