Uitspraak Nº 18/00214 tot en met 18/00216. Gerechtshof Amsterdam, 2020-03-19

ECLIECLI:NL:GHAMS:2020:996
Date19 Marzo 2020
Docket Number18/00214 tot en met 18/00216
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

Kenmerken 18/00214 tot en met 18/00216

19 maart 2020

uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op de hoger beroepen van

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,

alsmede

de incidenteel hoger beroepen van

[X3] , wonende te [V] , belanghebbende,
(gemachtigde: mr. M.H.W.N. Lammers),

tegen de uitspraak van 28 februari 2018 in de zaken met kenmerken HAA 15/5050 tot en met HAA 15/5052 van de rechtbank Noord-Holland (hierna ook: de rechtbank) in het geding tussen belanghebbende en de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding
1.1.

De volgende (navorderings- en primitieve) aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB) en Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) en boetebeschikkingen (hierna: Boeten) zijn ten name van belanghebbende vastgesteld:

Dagtekening

Aanslag vastgesteld naar een

Boete

*

21-11-2014

IB 2010

Belastbaar inkomen uit box 1

Belastbaar inkomen uit box 3

€ 208.612

€ 6

€ 39.201

N

21-11-2014

IB 2011

Belastbaar inkomen uit box 1

Belastbaar inkomen uit box 3

€ 320.670

€ 6.845

€ 54.054

P

21-11-2014

Zvw 2011

Bijdrage-inkomen

€ 33.427

---

P

* N = navorderingsaanslag; P = (primitieve) aanslag

1.2.

Na daartegen gemaakte bezwaren heeft de inspecteur bij (in één geschrift vervatte) uitspraken op bezwaar, gedagtekend 12 oktober 2015, die bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft bij uitspraak van 28 februari 2018 als volgt op de beroepen beslist (belanghebbende en de inspecteur zijn aangeduid als achtereenvolgens ‘eiser’ en ‘verweerder’):

“De rechtbank:

- verklaart het beroep inzake de aanslag Zvw ongegrond;

- verklaart de overige beroepen gegrond;

- vernietigt de uitspraken op bezwaar die zien op de navorderingsaanslag ib/pvv 2010 en de aanslag ib/pvv 2011;

- vernietigt de navorderingsaanslag ib/pvv 2010;

- vermindert de aanslag ib/pvv 2011 tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 60.792 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 6.845;

- vernietigt de boetebeschikkingen;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 487,35;

- veroordeelt de Minister voor Rechtsbescherming tot vergoeding van de aan de beroepsfase toerekenbare immateriële schade aan eiser tot een bedrag van
€ 1.000;

- veroordeelt verweerder tot vergoeding van de aan de bezwaarfase toerekenbare immateriële schade aan eiser tot een bedrag van € 500, en

- gelast dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht van € 45 vergoedt.”

1.4.

Het tegen deze uitspraak door de inspecteur ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 13 april 2018, aangevuld bij brief van 23 mei 2018. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend en daarbij incidenteel hoger beroep ingesteld.

1.5.

Vervolgens zijn conclusies van repliek en dupliek genomen. De inspecteur heeft daarbij van de gelegenheid gebruik gemaakt om schriftelijk zijn zienswijze omtrent het incidenteel hoger beroep naar voren te brengen.

1.6.

Op 25 oktober 2019 is een nader stuk ontvangen van de inspecteur. Daarvan is een afschrift aan de wederpartij gezonden.

1.7.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 november 2019. Aldaar zijn verschenen belanghebbende en zijn gemachtigde mr. M.H.W.N. Lammers, tot bijstand vergezeld van V.C. Langenburg. Van de zijde van belanghebbende zijn tevens verschenen [X4] , [X1] en [X2] . Van de zijde van de inspecteur zijn verschenen mrs. M.D. Koolen, B.J. Lodder en H.W.G. Sweerts.

De onderhavige zaak is tegelijkertijd behandeld met de zaken met kenmerken 18/00197 tot en met 18/00213 en 18/00217 tot en met 18/00219. Al hetgeen in de ene zaak is vermeld of verklaard, wordt eveneens geacht te zijn vermeld of verklaard in de andere gelijktijdig behandelde zaken.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2 Feiten

Het Hof stelt de feiten als volgt vast.

2.1.

[X1] drijft sinds 1992 een eenmanszaak onder de naam ‘ [Y] ’. De onderneming is gevestigd aan [Straat 1] te [Z] en (in ieder geval vanaf 1995 ook) aan [Straat 2] te [Z] . Op 29 december 2009 brengt [X1] de onderneming in in de vennootschap onder firma handelend onder de naam ‘ [X] ’ (hierna: de VOF). De firmanten zijn (blijkens gegevens uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel tot 1 augustus 2012) [X1] , zijn broer [X3] en hun respectievelijke echtgenoten, [X2] en [X4] .

2.2.

De ondernemingsactiviteit bestaat uit de inkoop, verkoop en reparatie van sieraden en in- en verkoop en bewerking van edele metalen. Daarnaast worden ook sieraden via een website te koop aangeboden.

Het grootste gedeelte van de inkopen (90% tot 95%) is zogeheten ‘sloopgoud’ dat wordt aangeboden aan afnemer [A B.V.] die het omsmelt tot baren goud en zilver.

2.3.

[X3] beheert het filiaal aan [Straat 2] , waar alleen inkoop van goederen plaatsvindt. Hij is bevoegd om zelfstandig te bepalen welke prijs hij biedt. Hij is de enige die de inkoopbonnen van beide vestigingen in het aankoopregister als bedoeld in artikel 437 Wetboek van Strafrecht (Sr) inschrijft. De overige drie firmanten werken in het filiaal aan [Straat 1] . [X1] heeft feitelijk de meeste zeggenschap binnen de vennootschap. Men overlegt bijna alles met hem, hij gaat over het geld en onderhoudt het contact met de boekhouder. De beide echtgenotes verrichten de dagelijkse werkzaamheden in de winkel en met betrekking tot de website.

2.4.

Over de financiële administratie (hierna: de Administratie) van de onderneming schrijft de boekhouder [B] aan [C] , een medewerker van de Belastingdienst:

“De administratie werd gevoerd met behulp van een “ouderwets” boekhoudprogramma Projecta-4” van Topic Software uit [Z] . Het basisprogramma is gemaakt in 1984 (!), maar tot en met 2002 zijn er wel updates gemaakt die echter alleen onder het zeer oude MS-Dos werkten. Ik werk met kleine MKB-cliënten, waarvoor dit programma uitstekend werkte: eenvoudig, makkelijk in te voeren, debiteuren- en crediteurenadministratie, lage prijs.

In deze programmatuur is nooit voorzien in het maken of leveren van Auditfiles. De softwareontwikkelaars zijn al ruim 10 jaar uit Nederland vertrokken. In het voorjaar zal ik overstappen op software welke draait onder Windows en meer “van deze tijd” is.

Voor alle duidelijkheid: indien in mijn programma een boekjaar wordt afgesloten, betekent dit dat in het volgende boekjaar alleen nog de mutaties van het nieuwe jaar te zien zijn, wel met behoud van de eindcijfers op de balans van het afgesloten jaar! Terugkijken en/of muteren in een voorgaand boekjaar kan dus niet!

Per grootboekrekening kunt u zien wat is geboekt en in welk dagboek. Meer is er niet.

Buiten de boekhouding worden er geen andere administraties gevoerd. ( [X1] ) leverde aan het einde van het jaar het cijfer van de totaal aanwezige voorraad per 31 december van een jaar gebaseerd op de inkoopprijs.

Hij maakt de voorraad op zijn computer. Wel is er een inventarislijst.”

2.5.

Op 28 maart 2011 start de politie een onderzoek naar de bedrijfsvoering van ‘een juwelier genaamd [X] ’, onder de naam [D] . In het proces-verbaal ‘Relaas financieel onderzoek bedrijfsvoering [X] en witwassen’ staat:

“1.2 Aanleiding onderzoek

Uit binnengekomen informatie bleek dat er aan een juwelier genaamd [X] , gestolen sieraden konden worden verkocht voor contant geld. Het vermoeden bestond dat [X] bekend was dat er voorwerpen van misdrijf afkomstig ter inkoop werden aangeboden en dat deze, ondanks dit gegeven, toch werden ingekocht.”

Verdachten zijn de firmanten van de VOF.

2.6.

De inspecteur legt op 2 september 2011 de primitieve aanslag IB 2010 conform de aangifte op.

2.7.

Op bevel van de officier van justitie houdt de politie op 20 september 2011 alle firmanten van de VOF aan. Onder leiding van de rechter-commissaris zijn de woningen van de firmanten doorzocht en onder leiding van de officier van justitie zijn de filialen van de onderneming doorzocht.

2.8.

Tijdens voormelde doorzoekingen zijn 80 kratten met (sloop)goud, sieraden en munten in beslaggenomen. Met betrekking tot het administreren van de voorraden van de onderneming staat in het onder 2.5 genoemde ‘Relaas financieel onderzoek bedrijfsvoering [X] en witwassen’ (zie ook 2.15):

“5.2 Internet voorraadbeheer (…)

Uit het onderzoek blijkt dat bij [X] (een deel van) de voorraad wordt ingevoerd en bijgehouden in een internetapplicatie. Tevens is er een gedeelte in deze applicatie waarin de voorwerpen voor de webshop www. [website] .nl zijn vermeld. (…)

Daaruit blijkt dat er in de webshop een totaal bedrag van € 2.658.358,00 aan items of € 2.555.676,00 aan sieraden is ingevoerd die te koop staan op de site www. [website] .nl. Tevens staat er een waarde aan voorraad sieraden in de internetapplicatie van € 535.486,00.

(…)

Uit het onderzoek aan de internetapplicatie is gezien, na een periode van monitoren van het bestand, dat er na de aanhouding van de verdachten diverse wijzigingen in de bestanden zijn aangebracht, waaronder in de oude bestanden. Er werden bonnen gekoppeld aan sieraden die reeds aanwezig waren en prijzen veranderd. Ook bleek dat de webshop de laatste jaren (2009, 2010 en 2011) nauwelijks is aangevuld met nieuwe sieraden. (…) Kennelijk heeft [X] na de aanhoudingen zijn voorraadadministratie in de internetapplicatie op verschillende momenten aangepast. Hiermee geconfronteerd, ontkende hij deze wijzigingen te hebben gedaan. (…)

Doordat er wijzigingen zijn doorgevoerd kunnen er aan de hand van de huidige gegevens uit dit systeem...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT