Uitspraak Nº 18/00512. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-05-28

ECLIECLI:NL:GHARL:2019:4532
Date28 Mayo 2019
Docket Number18/00512
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN

Belasting

Locatie Arnhem

nummer 18/00512

uitspraakdatum: 28 mei 2019

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] N.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 26 april 2018, nummer AWB 17/6216, ECLI:NL:RBGEL:2018:1937, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding
1.1

Aan belanghebbende is bij beschikking een verzuimboete van € 2.941 opgelegd.

1.2

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 mei 2019 te Arnhem. Daarbij zijn namens de Inspecteur verschenen mr. [A] en [B] . Belanghebbende is, met kennisgeving aan het Hof, niet verschenen.

1.6

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten
2.1

Belanghebbende heeft op 30 december 2016 een bedrag van € 653.595 aan dividend beschikbaar gesteld, waarover € 98.039 dividendbelasting is verschuldigd.

2.2

De gemachtigde van belanghebbende (hierna: de gemachtigde) was van 28 januari 2017 tot en met 2 februari 2017 ziek.

2.3

De gemachtigde heeft per e-mail van 3 februari 2017 aan belanghebbende geschreven, voor zover van belang:

“Bijgaand ontvangen jullie de notulen voor de bruto uitkering groot € 653.595,-, alsmede het aangiftebiljet dividendbelasting dat wij daarvoor hebben opgesteld.

(…).

Volledigheidshalve meld ik nog even het volgende;

(…)

Dit bedrag dient zo spoedig mogelijk te worden overgemaakt op … ten name van de Belastingdienst … onder vermelding van het betalingskenmerk: …

(…).

Wij verzoeken jullie de bijgaande aangifte dividendbelasting te ondertekenen en (zonder notulen) door te sturen naar …”

2.4

Belanghebbende heeft de verschuldigde dividendbelasting op 7 februari 2017 betaald.

2.5

Op 8 februari 2017 heeft belanghebbende de aangifte dividendbelasting ingediend. Op de eerste bladzijde van het aangiftebiljet staat vermeld, voor zover van belang:

“U moet aangifte doen en betalen binnen 1 maand na de dag waarop het dividend beschikbaar is gesteld. Doet u uw aangifte niet of niet op tijd? Dan kunt u een boete krijgen. Betaalt u niet of niet op tijd? Dan kan er een naheffingsaanslag volgen. Ook daarvoor kunt u een boete krijgen.”

2.6

De Inspecteur heeft bij beschikking van 10 juli 2017 aan belanghebbende wegens het niet tijdig betalen van de dividendbelasting een verzuimboete opgelegd van (3 % van € 98.039 =) € 2.941 (hierna: de boete).

2.7

Belanghebbende heeft per e-mail van 20 juli 2017 aan de gemachtigde geschreven, voor zover van belang:

“De betaling heeft plaatsgevonden op 7 februari. Dit was dus te laat, maar ik kreeg de mail pas op 3 februari ….. Kunnen we hier iets aan doen?”

2.8

Belanghebbende heeft bij brief van 20 juli 2017 tegen de boete bezwaar gemaakt.

2.9

De Inspecteur heeft bij brief van 3 augustus 2017 aan de gemachtigde geschreven, voor zover van belang:

“Omdat de betaling van de verschuldigde dividendbelasting plaatsgevonden heeft op 7 februari 2017 ben ik voornemens uw bezwaar af te wijzen.

Horen

U hebt het recht om (telefonisch) te worden gehoord. Indien u van dit recht gebruik wilt maken, kan hiervoor tot 31 augustus 2017 met mij een afspraak worden gemaakt. (…). Indien ik in dit kader vóór 31 augustus 2017 geen reactie ontvang, ga ik er vanuit dat u niet gehoord wenst te worden.”

2.10

De gemachtigde heeft per e-mail van 31 augustus 2017 aan de Inspecteur geschreven, voor zover van belang:

“Graag maak ik met u een afspraak voor een telefonisch hoorgesprek over deze kwestie. (…). Graag verneem ik van u wanneer het hoorgesprek kan plaatsvinden.”

2.11

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 28 september 2017 het bezwaar afgewezen.

2.12

De Inspecteur heeft per e-mail van eveneens 28 september 2017 aan de gemachtigde geschreven:

“Per abuis is gisteren een uitspraak de deur uitgegaan n.a.v. het bezwaarschrift van uw cliënt [X] . In uw e-mailbericht heeft u aangegeven gehoord te willen worden. Graag maak ik met u een afspraak voor volgende week maandag.”

2.13

Op 2 oktober 2017 heeft er telefonisch een hoorgesprek plaatsgevonden.

2.14

Onder de vermelding van “uitspraak op bezwaar” van 3 oktober 2017 is het bezwaar afgewezen.

2.15

Belanghebbende heeft op 14 november 2017 beroep ingesteld.

2.16

De Rechtbank heeft het beroep ontvankelijk geacht en de boete gehandhaafd.

3 Het geschil, de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT