Uitspraak Nº 18/00727. Gerechtshof Amsterdam, 2020-05-26

ECLIECLI:NL:GHAMS:2020:1407
Docket Number18/00727
Date26 Mayo 2020
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

kenmerk 18/00727

26 mei 2020

uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X BV] , te [Z] , belanghebbende,

gemachtigde: prof. mr. O.C.R. Marres (Meijburg & Co Belastingadvieseurs te Amstelveen)

en het (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur,

tegen de uitspraak van 16 november 2018 in de zaak met kenmerk HAA 17/581 van de rechtbank Noord-Holland (hierna: de rechtbank) in het geding tussen

belanghebbende

en

de inspecteur.

1
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het boekjaar 1 juli 2010 tot en met 31 maart 2011 met dagtekening 10 januari 2015 een aanslag vennootschapsbelasting opgelegd (hierna: de aanslag), berekend naar een belastbaar bedrag van € 15.370.671.
Voorts heeft de inspecteur het verlies van het boekjaar 2010/2011 vastgesteld op nihil (hierna: de verliesvaststellingsbeschikking). Het te verrekenen verlies is gelijktijdig vastgesteld op nihil (hierna: de verliesverrekeningsbeschikking).

1.2.

De inspecteur heeft – na daartegen gemaakt bezwaar – bij uitspraak van 19 december 2016 de aanslag, de verliesvaststellingsbeschikking en verliesverrekeningsbeschikking gehandhaafd. Belanghebbende heeft daartegen beroep bij de rechtbank ingesteld.

1.3.

De rechtbank heeft bij de uitspraak van 16 november 2018 als volgt op het beroep beslist (belanghebbende en de inspecteur zijn aangeduid als ‘eiseres’ en ‘verweerder’):

“De rechtbank:

- verklaart het beroep gegrond;

- vernietigt de uitspraak op bezwaar;

- vermindert de aanslag Vpb 2010/2011 tot een berekend naar een belastbaar bedrag van € 6.768.520 en stelt de verliesverrekeningsbeschikking vast op een bedrag van € 8.602.151;

- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de uitspraak op bezwaar;

- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.878,75, en

- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 333 aan eiseres te vergoeden.”

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank op 19 december 2018 hoger beroep bij het Hof ingesteld. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

De inspecteur heeft tegen de uitspraak van de rechtbank (bij indienen van het verweerschrift) op 28 januari 2019 (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Partijen hebben elk naar aanleiding van de over en weer ingediende verweerschriften schriftelijk gerepliceerd (belanghebbende bij brief van 7 maart 2019 en de inspecteur bij brief van 17 april 2019). De inspecteur heeft naar aanleiding van belanghebbendes conclusie van repliek bij brief van 17 april 2019 gedupliceerd.

1.7.

De inspecteur heeft bij brief van 27 september 2019 een nader stuk ingediend.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2019.
Namens belanghebbende zijn verschenen prof. mr. O.C.R. Marres en drs. J.T. Reijneveld RA, bijgestaan door mr. L. van der Voort, mr. P. de Wild en P.P. Ramin.
Namens de inspecteur zijn verschenen mr. C.W.J. Lorenzo Van Rooij, drs. A.J.C. Havermans RA, drs. I.J.P.L.M. Govaerts RA, drs. P.J.J.M. Peeters en drs. G.W.N.A. Castelijns.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.

2
2. Feiten
2.1.1.

De rechtbank heeft in haar uitspraak de volgende feiten vastgesteld; in de uitspraak van de rechtbank is belanghebbende aangeduid als ‘eiseres’en de inspecteur als ‘verweerder’:

“1. Eiseres is opgericht op [datum] . Haar eerste boekjaar liep van 27 juli 2010 tot en met 31 maart 2011. Vanaf haar oprichtingsdatum tot en met 21 oktober 2014 was eiseres bekend onder de naam [Y BV]

2. De enig aandeelhouder van eiseres was [Z S.à.r.l.] (hierna: [Z S.à.r.l.] ), een op 21 juli 2010 naar Luxemburgs recht opgerichte en feitelijk in Luxemburg gevestigde vennootschap.

3. [Z S.à.r.l.] is opgericht door [A] (hierna: V Fund) en [A I] (hierna: [A I] Fund). Deze fondsen bestaan uit een aantal, op de Kaaiman Eilanden gevestigde, ‘limited partnerships’ (hierna: LPs). Naast V Fund (34%) en [A I] Fund (15,8%) nemen [bedrijf A] (hierna: [bedrijf A] ) (10,5%), het management (17,8%) en co-investeerders (21,9%) deel in het kapitaal van [Z S.à.r.l.] .

4. [bedrijf B] (hierna: [bedrijf B] ) is een van de grootste private equity ondernemingen ter wereld. V Fund is een in 2009 door [bedrijf B] opgericht investeringsfonds waarin private en institutionele beleggers uit de hele wereld deelnemen. Dit investeringsfonds bestaat uit de volgende LPs:

- [A] (A) LP (10,6% aandeelhouder in [Z S.à.r.l.] );

- [A] (B) LP (10,6% aandeelhouder in [Z S.à.r.l.] );

- [A] (C) LP (11,1% aandeelhouder in [Z S.à.r.l.] );

- [A] (D) LP (0,8% aandeelhouder in [Z S.à.r.l.] ), en

- [A] (E) LP (0,9% aandeelhouder in [Z S.à.r.l.] ).

De commanditaire vennoten van de bovengenoemde LPs zijn de investeerders. De beherend vennoot van bovengenoemde LPs is [bedrijf C] , een op Jersey gevestigde vennootschap. [bedrijf C] houdt geen belang in de LPs. De enig aandeelhouder van [bedrijf C] is [bedrijf D] , een eveneens op Jersey gevestigde vennootschap.

5. [A I] Fund is een in 2007 door [bedrijf B] opgericht investeringsfonds waarin private en institutionele beleggers uit de hele wereld deelnemen. Dit investeringsfonds bestaat uit de volgende LPs:

- [A I] (A) LP (7,5% aandeelhouder in [Z S.à.r.l.] );

- [A I] (B) LP (7,5% aandeelhouder in [Z S.à.r.l.] ), en

- [A I] (C) LP (0,8% aandeelhouder in [Z S.à.r.l.] ).

De commanditaire vennoten van de bovengenoemde LPs zijn de investeerders. De beherend vennoot van bovengenoemde LPs is [bedrijf E] , een op Jersey gevestigde vennootschap. [bedrijf E] houdt geen belang in de LPs. De enig aandeelhouder van [bedrijf E] is bovengenoemde [bedrijf D] .

6. [bedrijf A] is eveneens een private equity onderneming. [bedrijf A] neemt via [bedrijf F] , een naar Luxemburgs recht opgerichte en aldaar feitelijk gevestigde vennootschap, voor 10,53% deel in het kapitaal van [Z S.à.r.l.] .

7. De co-investeerders nemen, gezamenlijk beschouwd, voor 21,9% deel in het kapitaal van [Z S.à.r.l.] . De co-investeerders zijn niet aan [bedrijf B] gelieerde (institutionele) investeerders. Geen van de co-investeerders houdt een aandelenbelang in [Z S.à.r.l.] groter dan 2,2%.

8. [Z S.à.r.l.] is gefinancierd met € 1 miljoen eigen vermogen in de vorm van zogenoemde A-aandelen en B-aandelen. Gezamenlijk houdt het management een belang van 17,8% in [Z S.à.r.l.] . Ieder lid van het management neemt, door middel van A-aandelen, deel in het kapitaal van [Z S.à.r.l.] . Geen van de leden van het management houdt een aandelenbelang in [Z S.à.r.l.] groter dan 6,3%.

9. De aandeelhouders van [Z S.à.r.l.] , niet zijnde het management, nemen deel in het kapitaal van [Z S.à.r.l.] middels verscheidene klassen B-aandelen. Het verschil tussen de A-aandelen en de B-aandelen is gelegen in de zeggenschap die aan deze aandelen verbonden is.

10. De LPs worden voor Nederlandse fiscale doeleinden als niet-transparante samenwerkingsverbanden aangemerkt en zijn vergelijkbaar met Nederlandse (open) commanditaire vennootschappen.

11. Gedurende het boekjaar 2010/2011 is eiseres de moedermaatschappij van een fiscale eenheid, die verder bestaat uit [X I BV] (voorheen [Y I BV] ; hierna: [X I BV] ) en [Q BV] (hierna: [Q BV] ).

12. Op het moment van voeging in de fiscale eenheid met eiseres was [Q BV] reeds gevoegd in een fiscale eenheid met haar dochtermaatschappijen [bedrijf G] , [bedrijf H] , [bedrijf I] , [bedrijf J] en [bedrijf K] De tot deze fiscale eenheid behorende vennootschappen stonden bekend onder de naam [AB] (thans bekend als de [X] groep).

13. [Z S.à.r.l.] is opgericht ten behoeve van de overname van [AB] (thans [X] ) groep van de private equity onderneming [bedrijf A] . De groep houdt zich bezig met leveringen, installatie en exploitatie van drank- en levensmiddelenautomaten en het leveren van bijbehorende ingrediënten. Naast het plaatsen van koffieautomaten en dergelijke bij diverse bedrijven, produceert men ook koffie.

14. Ten tijde van haar oprichting heeft [Z S.à.r.l.] , naast de hierboven genoemde aandelen, zogenoemde ‘preferred equity certificates’ (hierna: PEC’s) uitgegeven aan de aandeelhouders.
Er zijn A-PEC’s uitgegeven voor een bedrag van € 49.000.001 en B-PEC’s voor een bedrag van € 636.338.750. Naar Luxemburgs civiel recht worden de PEC’s aangemerkt als vreemd vermogen.
De rente verschuldigd ten aanzien van de A-PEC’s bedraagt 13% per jaar en de rente verschuldigd ten aanzien van de B-PEC’s bedraagt 15,156% per jaar. De looptijd van de PEC’s bedraagt 10 jaar (minus 2 werkdagen). De opbrengst van de A-PEC’s is als kapitaal in de onderliggende vennootschappen ingebracht en de opbrengst van de B-PEC’s is aangewend voor het verstrekken van geldleningen aan de onderliggende vennootschappen.

15. De PEC-voorwaarden bevatten een voorwaarde waardoor het verhaalsrecht van de PEC-houders op [Z S.à.r.l.] onder de PEC’s is beperkt tot het bedrag van de lening die [Z S.à.r.l.] heeft verstrekt aan eiseres.

16. V Fund en [A I] Fund houden gezamenlijk voor ongeveer € 401 miljoen aan A-PEC’s en B-PEC’s. Het resterende bedrag van circa € 284 miljoen wordt verstrekt door de co-investeerders, het management en [bedrijf A] .

17. Ingevolge een op 7 augustus 2010 gesloten koopovereenkomst tussen [bedrijf A] en [X I BV] , zijn de aandelen in [Q BV] op 15 oktober 2010 voor ongeveer € 433,3 miljoen geleverd aan [X I BV] . De aankoopprijs van de acquisitie is gebaseerd op 9,3 (multiple) maal de EBITDA (Earnings before interest taxes depreciation and amortisation; dat wil zeggen de geldstroom die de onderneming...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT