Uitspraak Nº 18/1549, 18/1636, 18/2053 en 18/2054. College van Beroep voor het bedrijfsleven, 2019-07-23

ECLIECLI:NL:CBB:2019:296
Date23 Julio 2019
Docket Number18/1549, 18/1636, 18/2053 en 18/2054
CourtCollege van Beroep voor het bedrijfsleven (Nederland)

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

Zaaknummers: 18/1549, 18/1636, 18/2053 en 18/2054

uitspraak van de meervoudige kamer van 23 juli 2019 in de zaak tussen Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. te Amstelveen, appellante

(gemachtigde: mr. F.A. Mulder)

en

de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder

(gemachtigde: mr. A. Herczog).

Procesverloop

Bij besluit van 11 augustus 2017 (het primaire besluit I) heeft verweerder zijn beslissing tot toepassing van spoedbestuursdwang op 29 juli 2017 ten aanzien van 386 schildpadden op schrift gesteld en bekendgemaakt.

Bij besluit van 18 augustus 2017 (het primaire besluit II) heeft verweerder zijn beslissing tot toepassing van spoedbestuursdwang op 13 augustus 2017 ten aanzien van 440 schildpadden op schrift gesteld en bekendgemaakt.

Bij besluit van 25 augustus 2017 (het primaire besluit III) heeft verweerder zijn beslissing tot toepassing van spoedbestuursdwang op 12 augustus 2017 ten aanzien van 5000 schildpadden op schrift gesteld en bekendgemaakt.

Bij besluit van 25 augustus 2017 (het primaire besluit IV) heeft verweerder zijn beslissing tot toepassing van spoedbestuursdwang op 14 augustus 2017 ten aanzien van 5000 schildpadden op schrift gesteld en bekendgemaakt.

Bij brief van 20 september 2017 heeft appellante bezwaar gemaakt tegen de primaire besluiten I tot en met IV.

Bij vier afzonderlijke besluiten van 29 maart 2018 (kostenbesluiten) heeft verweerder de kosten van het toepassen van spoedbestuursdwang vastgesteld op respectievelijk € 22.213,57 (kostenbesluit I naar aanleiding van primair besluit I), € 15.252.58 (kostenbesluit II naar aanleiding van primair besluit II), € 243.238,91 (kostenbesluit III naar aanleiding van primair besluit III) en € 191.999,67 (kostenbesluit IV naar aanleiding van primair besluit IV).

Bij brief van 8 mei 2018 heeft appellante bezwaar gemaakt tegen de kostenbesluiten.

Bij brief van 1 augustus 2018 heeft appellante verweerder in gebreke gesteld in verband met het niet tijdig nemen van een beslissing op de door haar ingediende bezwaarschriften.

Bij brief van 22 augustus 2018 heeft appellante beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op deze bezwaarschriften.

Bij besluit van 28 augustus 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder de bezwaren van appellante tegen de primaire besluiten I tot en met IV ongegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij tevens de kostenbesluiten I, II en IV herzien en de kosten voor het toepassen van spoedbestuursdwang vastgesteld op respectievelijk € 21.679,65 (kostenbesluit naar aanleiding van primair besluit I), € 15.222,59 (kostenbesluit naar aanleiding van primair besluit II en € 191.905,47 (kostenbesluit naar aanleiding van primair besluit IV). Verweerder heeft verder kostenbesluit III ongewijzigd in stand gelaten.

Appellante heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 maart 2019.

Appellante en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Voor appellante is tevens verschenen [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] . Voor verweerder is tevens verschenen [naam 4] , [naam 5] en [naam 6] . Op verzoek van appellante is [naam 7] , dierenarts te [plaats] , gehoord als deskundige.

Overwegingen
1.1

Het College gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

1.2

Op 29 juli 2017 heeft een toezichthouder van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) een controle verricht in het KLM Dierenhotel naar een zending met 386 schildpadden, afkomstig uit Kenia en met eindbestemming Hong Kong. De bevindingen van deze controle zijn door de toezichthouder neergelegd in het rapport van bevindingen van 1 augustus 2018 (rapport van bevindingen I). Het rapport van bevindingen I vermeldt, voor zover hier van belang, de volgende constateringen:

“Ik zag, dat zes (6) containers (kisten), als buitenmaat 90 cm lang, 73 cm breed en 13 cm hoog hadden. Eén (1) container had, als buitenmaat 132 cm lang, 92 cm breed en 30 cm hoog.

Container, genummerd 1, was voorzien van 20 vakken. In elk vak zag ik drie (3) schildpadden.

Container, genummerd 2, was voorzien van 12 vakken. Ik zag in elk vak zeven (7) schilpadden.

Container, genummerd 3, was voorzien van 12 vakken. Ik zag in elk vak zeven (7) schildpadden.

Container genummerd 4, was voorzien van 12 vakken. Ik zag in elk vak zeven (7) schildpadden.

Container, genummerd 5, was voorzien van 12 vakken. Ik zag drie (3) vakken met elk zes (6) schildpadden, vier (4) vakken met elk vijf (5) schildpadden en vijf (5) vakken met elk drie (3) schildpadden.

Container, genummerd 6, was voorzien van 12 vakken. Ik zag in 10 vakken elk één schildpad, in één vak twee (2) schildpadden en in één (1) vak drie (3) schildpadden.

Container, nummer 7 was voorzien van zes (6) vakken. Ik zag in elk vak één schildpad.

Ik zag, dat de dieren in de containers 1, 2, 3, 4 en 5 over elkaar heen kropen en dat er dieren op hun rug lagen. Ook zag ik, dat er in container 6, in twee vakken, dieren over elkaar heen kropen. Ik zag dat één (1) dier klem zat in het vak. Dit dier bleek hoger te zijn, dan de binnen-hoogte van het vak. De binnen-hoogte van het vak was 11,5 cm en de schildpad was 13 cm hoog. Ook kon dit dier en nog één (1) ander dier in deze container de kop en poten niet strekken en in een natuurlijke houding liggen. Vervolgens zag ik, dat in container 7 vijf (5) dieren hun kop en poten niet konden strekken en niet in een natuurlijke houding konden liggen.

In totaal heb ik 386 schildpadden gezien, allen behorende tot de soort Panterschildpad (Stigmochelys pardalis). Dit is een beschermde diersoort.

Omstreeks 12:30 uur kwam de mij bekende dierenarts (…) ter plaatse. Hij heeft de zending opgenomen en geconstateerd, dat er hier sprake is van dierkwelling en het onthouden van de nodige zorg. Dierenarts (…) heeft een diergeneeskundige verklaring opgemaakt, welke hierbij is gevoegd. (…)


Ik zag aan de binnenzijde van container 4 spijkers, welke van buiten naar binnen waren geslagen. Dit kon de dieren verwonden. Bij container 7 zaten scherpe splinters aan de tussenschotten en zaten er spijkerpunten aan de binnenkant van het deksel. Dit kon de dieren verwonden. Er waren geen ventilatieopeningen in de tussenschotten van container 7, dit is geen verplichting volgens IATA-LAR, maar wordt wel geadviseerd.

Tevens zag ik, dat de draaglussen van alle containers waren gemaakt van kunststof touw. Deze touwen waren door gaten in de containers gestoken en aan de binnenkant door middel van een knoop in de touweinden bevestigd. Deze touweinden zijn rafelig en komen uit in de vakken waar schildpadden verblijven. Deze kunnen hiervan eten en daardoor gezondheidsschade oplopen.

De aangetroffen containers waren, gelet op het vorenstaande niet in overeenstemming met de IATA-LAR Algemene containervereisten voor het transport van reptielen, amfibieën en schaaldieren en CR 43. Dit is een overtreding van artikel 2.5, lid 1 van de Wet dieren, juncto artikel 6, lid 1 van de Verordening (EG) Nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004, inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten (Transportverordening). Hierin wordt verwezen naar de bijlage I bij de Transportverordening. In hoofdstuk II, punt 4.1 van bijlage I, wordt voor luchtvervoer verwezen naar de in Bijlage VI vermelde versie van de IATA-LAR.

Door de schildpadden op de voormelde wijze te verpakken en te vervoeren is onnodig lijden aan de dieren toegebracht, waardoor de gezondheid en het welzijn van deze dieren is geschaad, hetgeen een overtreding is van artikel 2.1, lid 1 van de Wet dieren. Daarnaast is door deze handelswijze de nodige zorg aan de dieren onthouden. Dit is een overtreding van artikel 2.2, lid 8 van de Wet dieren.”

1.3

Op dezelfde dag heeft verweerder 386 schildpadden meegevoerd en opgeslagen op een opvangadres. Bij het primaire besluit I heeft verweerder deze toepassing van spoedbestuursdwang op schrift gesteld en aan appellante bekendgemaakt.

1.4

Op 13 augustus 2017 heeft een toezichthouder van de NVWA in het KLM Dierenhotel een controle verricht naar een zending met 440 schildpadden, afkomstig uit Peru met als eindbestemming Taiwan. De bevindingen van deze controle zijn door de toezichthouder neergelegd in het rapport van bevindingen van 15 augustus 2018 (rapport van bevindingen II). Het rapport van bevindingen II vermeldt, voor zover hier van belang, de volgende constateringen.

“Ik zag dat twee (2) containers (kisten), als buitenmaat 84 cm lang, 46 cm breed en 38 cm hoog hadden. Container, genummerd 1, hierin zaten, volgens opschrift, 280 schildpadden van de soort: Chelus spp. Deze schildpadden waren in binnen-containers (plastic bakjes) verpakt. (…)

Container, genummerd 2, hierin zaten, volgens opschrift op de voorkant van de container, 160 schildpadden van de soort: Platemys spp. Deze schildpadden waren in binnen-containers (plastic bakjes) verpakt. (…)

Na opening van buiten-container 1 zag ik, dat alle dieren in te krappe binnen-containers zaten. Geen van de dieren in deze binnen-containers konden de kop en poten strekken en in een natuurlijke houding liggen. Ik zag, dat de ventilatieopeningen in de binnen-containers scherpe randen hadden, waardoor de dieren zich konden verwonden. Ik zag, na opening van buiten-container 2, dat ook hier alle dieren in te krappe binnen-containers zaten. Geen van de dieren in deze binnen-containers konden de kop en poten strekken en in een natuurlijke houding liggen. Ik zag, dat de ventilatieopeningen in de binnen-containers scherpe randen hadden, waardoor de dieren zich konden verwonden. ”

1.5

Op dezelfde dag heeft verweerder 440 schildpadden meegevoerd en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT