Uitspraak Nº 18//370 tm 18/00377. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-01-29

ECLIECLI:NL:GHARL:2019:735
Docket Number18//370 tm 18/00377
Date29 Enero 2019
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

nummers 18/00370, 18/00371, 18/00372, 18/00373, 18/00374, 18/00375, 18/00376 en 18/00377

uitspraakdatum: 29 januari 2019

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/MKB/kantoor Leeuwarden (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 19 april 2018, nummer LEE 17/2758 tot en met 17/2765, in het geding tussen de Inspecteur en

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding
1.1

Met dagtekening 26 november 2016 is aan belanghebbende over het jaar 2010 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 94.465. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 5.656. Bij beschikking is een boete opgelegd van € 6.458.

1.2

Aan belanghebbende is over het jaar 2010 een navorderingsaanslag in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: ZVW) opgelegd naar een bijdrage-inkomen van € 33.189. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 315.

1.3

Aan belanghebbende is over het jaar 2011 een navorderingsaanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 102.633. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 5.582. Bij beschikking is een boete opgelegd van € 7.402.

1.4

Aan belanghebbende is over het jaar 2011 een navorderingsaanslag in de ZVW opgelegd naar een bijdrage-inkomen van € 33.427. Aan heffingsrente is daarbij een bedrag berekend van € 312.

1.5

Aan belanghebbende is over het jaar 2012 een navorderingsaanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 143.495. Aan belastingrente is daarbij een bedrag berekend van € 7.002. Bij beschikking is een boete opgelegd van € 12.649.

1.6

Aan belanghebbende is over het jaar 2012 een navorderingsaanslag in de ZVW opgelegd naar een bijdrage-inkomen van € 50.064. Aan belastingrente is daarbij een bedrag berekend van € 323.

1.7

Aan belanghebbende is over het jaar 2013 een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 146.741. Aan belastingrente is daarbij een bedrag berekend van € 5.470. Bij beschikking is een boete opgelegd van € 13.638.

1.8

Aan belanghebbende is voor het jaar 2013 een aanslag in de ZVW opgelegd naar een bijdrage-inkomen van € 9.326. Aan belastingrente is daarbij een bedrag berekend van € 3.

1.9

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar de bestreden belastingaanslagen en beschikkingen gehandhaafd met dien verstande dat voor het jaar 2012 alsnog een toezegging gestand zou worden gedaan ten aanzien van een kostenaftrek van € 5.000.

1.10

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft bij uitspraak van 19 april 2018 de uitspraken op bezwaar, behoudens voor zover het betreft de aanslag in de ZVW voor het jaar 2013, (deels) vernietigd, de bezwaren tegen de in de ZVW opgelegde belastingaanslagen voor de jaren 2010, 2011 en 2012 niet-ontvankelijk verklaard, de navorderingsaanslag in de IB/PVV over het jaar 2010 vernietigd, de daarbij gegeven beschikking heffingsrente vernietigd, de bestreden boetebeschikkingen voor de jaren 2010, 2011, 2012 en 2013 vernietigd, de Inspecteur opgedragen het door belanghebbende betaalde griffierecht te vergoeden en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten.

1.11

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.12

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, de van de Rechtbank ontvangen dossiers die op deze zaken betrekking hebben alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.13

Het onderzoek ter zitting, waarbij alle zaken gelijktijdig en gezamenlijk zijn behandeld, heeft plaatsgevonden op 18 december 2018 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en mr. [A] als de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door zijn echtgenote [B] , alsmede mr. [C] namens de Inspecteur, bijgestaan door [D] en [E] .

1.14

De Inspecteur heeft een pleitnota voorgedragen en overgelegd.

1.15

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten
2.1

Belanghebbende is geboren [in] 1966 en gehuwd met mevrouw [B] . Belanghebbende en zijn echtgenote hebben drie zoons, te weten: [F] , [G] en [H] .

2.2

Aan de zoons zijn persoonsgebonden budgetten (hierna: PGB’s) toegekend. Voor de jaren 2010 tot en met 2012 is telkens aan elke zoon een PGB toegekend. Voor het jaar 2013 is alleen aan [F] en [H] een PGB toegekend. De zoons zijn budgethouders van het PGB. De aanvragen voor de PGB’s zijn gedaan door hun moeder, mevrouw [B] voornoemd. Uit de PGB’s zijn de volgende bedragen aan belanghebbende uitgekeerd:

Jaar Budgethouder Bedrag

2010 [F] € 26.353,74

2010 [G] € 13.816,74

2010 [H] € 20.808,24

2011 [F] € 30.560,70

2011 [G] € 13.670,29

2011 [H] € 26.208,07

2012 [F] € 40.320,00

2012 [G] € 39.171,37

2012 [H] € 26.811,30

2013 [F] € 42.240,00

2013 [G] € 0

2013 [H] € 28.800,00

2.3

Belanghebbende heeft in de onderhavige jaren zijn aangiften in de IB/PVV en ZVW laten verzorgen en indienen door de heer [I] van Administratiekantoor [J] (hierna: de adviseur). In de aangiften zijn de PGB-inkomsten telkens niet aangegeven.

2.4

Belanghebbende is uitgenodigd tot het doen van aangifte in de IB/PVV en ZVW voor het jaar 2010. In de uitnodiging stond dat hij de aangifte vóór 1 april 2011 moest indienen. De aangifte is op 11 april 2011 aan de Inspecteur verstuurd, op dezelfde dag door de Inspecteur ontvangen, en op 12 april 2011 in de systemen van de Inspecteur geregistreerd.

2.5

Bij brief van 23 april 2011 heeft de adviseur – onder toepassing van de zogeheten Beconregeling – verzocht om uitstel voor het doen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT