Uitspraak Nº 18/740004-19. Rechtbank Noord-Nederland, 2019-09-19

ECLIECLI:NL:RBNNE:2019:3931
Docket Number18/740004-19
Date19 Septiembre 2019
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Leeuwarden

parketnummer 18/740004-19

ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18/840036-19

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 19 september 2019 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] ,

gedetineerd te Juvaid locatie Veenhuizen.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 5 september 2019.

Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. P.R. Logemann, advocaat te Harlingen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. A. Hertogs.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

in de zaak met parketnummer 18/740004-19:

1.

hij op of omstreeks 07 februari 2019 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of met zware mishandeling, door (met) een (op een) mes (gelijkend voorwerp) (meermalen) in de richting van (het gezicht van) die [slachtoffer 1] te zwaaien/slaan/steken en/of te houden en/of (daarbij) aan hem toe te voegen "Laat hem los", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking, en/of een (op een) mes (gelijkend voorwerp) in/tegen de ribben, dan wel het lichaam, van die [slachtoffer 2] te drukken/houden en/of (daarbij) aan hem toe te voegen "kijk eens wat ik heb", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking;

2.

hij op of omstreeks 08 februari 2019 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een kluis en/of de inhoud van die kluis ((waaronder/te weten) zegelringen en/of documenten en/of pasfoto's en/of armbanden en/of vuurwerk), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) die/dat weg te nemen goed(eren)/inhoud van die kluis onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;

3.

hij op of omstreeks 11 februari 2019 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een pizza, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] (gevestigd aan de [straatnaam] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader (elk) een (op een) mes (gelijkend voorwerp) tevoorschijn heeft/hebben gehaald en/of aan die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] heeft/hebben getoond en/of een (op een) mes (gelijkend voorwerp) in de richting van die [slachtoffer 6] heeft/hebben gehouden en/of gestoken en/of daarbij aan die [slachtoffer 6] heeft/hebben toegevoegd "je weet niet wie ik ben, ik steek je zo neer" en/of "Laat hem los" en/of "Blijf van me af", althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking en/of met een (op een) mes (gelijkend voorwerp) in de hand) op de rug van die [slachtoffer 6] is/zijn gesprongen en/of een arm om de nek van die [slachtoffer 6] heeft/hebben gelegd;

4.

hij op of omstreeks 11 februari 2019 te Leeuwarden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen (een) blikje(s) ((met) drinkwaren) en/of (een/drie) pizza('s) en/of kaugom en/of lucifers, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2] (gevestigd aan de [straatnaam] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);

5. primair

hij op of omstreeks 11 februari 2019 te Leeuwarden ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, (te weten [slachtoffer 8] ), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in (de richting van) de buik, althans het lichaam van die [slachtoffer 8] heeft gestoken en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

5. subsidiair

hij op of omstreeks 11 februari 2019 te Leeuwarden [slachtoffer 8] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door met een (op een) mes (gelijkend voorwerp) stekende en/of slaande bewegingen in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 8] te maken;

en in de zaak met parketnummer 18/840036-19:

hij op of omstreeks 27 juni 2019 te Groningen [slachtoffer 9] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 9] dreigend de woorden toe te voegen "Ik steek je neer, zo niet vandaag dan morgen. Ik zit hier voor meerdere mes incidenten, denk maar dat ik dat niet vergeet. En met welk voorwerp maakt niet uit", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het in de zaak met parketnummer 18/740004-19 onder 5. primair ten laste gelegde.

De officier van justitie heeft veroordeling voor de overige ten laste gelegde feiten gevorderd.

Ten aanzien van feit 1 in de zaak met parketnummer 18/740004-19 heeft de officier van justitie aangegeven dat het medeplegen niet bewezen kan worden.

In de zaak met parketnummer 18/840036-19 kan op grond van de aangifte en getuigenverklaring bewezen worden dat verdachte aangever heeft bedreigd met de woorden 'Ik steek je neer'. De officier van justitie heeft aangegeven dat zij op grond van deze bewijsmiddelen en de verklaring van verdachte overtuigd is dat hij aangever heeft bedreigd. Verdachte heeft immers verklaard dat hij ontzettend boos was en vond dat hij duidelijkheid moest krijgen. En de woorden 'neersteken' passen ook bij het gedrag dat verdachte bij andere gelegenheden heeft laten zien.

Standpunt van de verdediging

De raadsman heeft het volgende aangevoerd ten aanzien van de feiten die zijn ten laste gelegd in de zaak met parketnummer 18/740004-19.

Feit 1 kan met uitzondering van het medeplegen bewezen worden.

Ten aanzien van feit 2 kan niet bewezen worden dat verdachte documenten, een pasfoto en een armband heeft gestolen. Ten aanzien van de armband is twijfel en verdachte heeft aangegeven dat hij de documenten en pasfoto in de kluis heeft laten liggen. Bewezen kan worden dat verdachte met een ander vuurwerk en een zegelring heeft gestolen.

Verdachte moet vrijgesproken worden van feit 3, omdat het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening van de pizza ontbreekt. Er was geen samenwerking met de medeverdachte bij het wegnemen van de pizza. De bedreiging heeft plaatsgevonden met het doel om weg te komen voordat de politie zou komen in verband met eerder gepleegde feiten.

Feit 4 kan bewezen worden. Bij de bewezenverklaring moet aangesloten worden bij de bekennende verklaring van verdachte, te weten dat hij blikje drinken, lucifers en kauwgom heeft gestolen. Medeplegen en dus de diefstal van de pizza's kan niet bewezen worden, omdat er geen nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachte was.

De raadsman heeft verzocht verdachte vrij te spreken van het onder 5. primair ten laste gelegde, omdat hiervoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is. Het onder 5. subsidiair ten laste gelegde kan bewezen worden.

De raadsman heeft voorts gemotiveerd vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 18/840036-19, vanwege het ontbreken van overtuigend bewijs.

Oordeel van de rechtbank

Parketnummer 18/740004-19, feit 1

De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.

1. De door verdachte op de terechtzitting van 5 september 2019 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:

Ik was op 7 februari 2019 met [medeverdachte] bij het emballageapparaat van de [benadeelde partij 3] . Ik droeg een rode jas. Deze jas had verschillende scheuren.

Ik heb met een mes een winkelmedewerker bedreigd.

2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 februari 2019, opgenomen op pagina 131 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer 2019036022 d.d. 5 maart 2019, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 1] :

Op 7 februari 2019 was ik aan het werk in de [benadeelde partij 3] gevestigd aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Ik ging samen met [slachtoffer 2] naar de achterzijde van de emballageapparaat en wij liepen daar via de deur naar buiten. Toen wij buiten kwamen zagen wij daar twee jongens staan. Ik zei tegen de jongens dat zij verdacht werden van winkeldiefstal met de vraag of zij mee wilden lopen zodat zij met ons mee konden lopen. Ik hoorde de jongens zeggen: 'Nee, we zullen het je uitleggen'. Ondertussen zetten de jongens de spullen die ze in hun handen droegen neer. Ik zag toen dat de jongens weg wilden rennen. Ik zag dat ze sneller naar achteren begonnen te lopen. Ik pakte de jongen met de rode jas bij zijn beide bovenarmen. Ik zei toen: 'Loop gewoon even mee...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT