Uitspraak Nº 18/830066-18. Rechtbank Noord-Nederland, 2020-12-29
ECLI | ECLI:NL:RBNNE:2020:4634 |
Date | 29 Diciembre 2020 |
Docket Number | 18/830066-18 |
Court | Rechtbank Noord-Nederland (Neederland) |
Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/830066-18
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 29 december 2020 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1972 te [geboorteplaats],
wonende te [straatnaam], [woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 15 december 2020. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. U. van Ophoven, advocaat te Leek. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr T.H. Pitstra.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 31 maart 2018 te Groningen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer] met een mes in het bovenlichaam heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair
hij op of omstreeks 31 maart 2018 te Groningen, aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een klaplong, heeft toegebracht door die [slachtoffer] met een mes in het bovenlichaam te steken en/of te snijden;
meer subsidiair
hij op of omstreeks 31 maart 2018 te Groningen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon, (te weten [slachtoffer]), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer] met een mes in het bovenlichaam heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde kan worden bewezen en gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 400 dagen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren onder oplegging van bijzondere voorwaarden en een taakstraf voor de duur van 240 uren. Zij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij aangever mogelijk dodelijk zou verwonden door met een mes in de richting van diens bovenlichaam te zwaaien. Uit de verklaringen van aangever en getuige [getuige] blijkt dat verdachte met het mes heeft gezwaaid in de richting van aangever. Een WhatsApp-bericht van de schoondochter...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT