Uitspraak Nº 18_1669. Rechtbank Noord-Holland, 2022-06-21

ECLIECLI:NL:RBNHO:2022:5153
Docket Number18_1669
Date21 Junio 2022
CourtRechtbank Noord-Holland (Neederland)
Rechtbank noord-holland

Zittingsplaats Haarlem

Bestuursrecht

zaaknummer: HAA 18/1669

uitspraak van de meervoudige douanekamer van 21 juni 2022 in de zaak tussen

mr. [curator] , in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam 1] B.V. (hierna: de curator),

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Arnhem (hierna: verweerder)

Procesverloop

Verweerder heeft met dagtekening 6 april 2017 aan [naam 1] B.V. (hierna: [naam 1] ) een (verzamel)uitnodiging tot betaling uitgereikt voor een totaalbedrag van € 192.178,51, namelijk een bedrag van € 188.667,20 aan douanerechten en een bedrag van € 3.511,31 aan rente op achterstallen (hierna: de utb van 6 april 2017).

Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 28 februari 2018 het daartegen gemaakte bezwaar van [naam 1] ongegrond verklaard en deze utb gehandhaafd.

[naam 1] heeft tegen deze uitspraak bij beroepschrift van 6 april 2018 beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Bij vonnis van de rechtbank Gelderland van 9 maart 2021 is [naam 1] in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. [curator] tot curator. Bij brief van 27 oktober 2021 heeft deze laten weten de procedure over te nemen.

De curator heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 januari 2022 te Haarlem. Ter zitting is verschenen de curator, vergezeld door [naam 2] en [naam 3] . Verder is voor [naam 1] verschenen de heer [naam 4] , voormalig bestuurslid van [naam 1] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. [naam 5] en mr. [naam 6] .

Overwegingen

Feiten

1. [naam 1] is een Authorised Economic Operator (AEO) gecertificeerd expediteur, gespecialiseerd in de import en export van auto’s. Zij verzorgt sinds omstreeks 2000 voor onder andere het bedrijf [bedrijf 1] , gevestigd aan de [locatie] (hierna: [bedrijf 1] ), de invoer van (onderdelen van) motoren en automobielen.

2. In de periode 23 juni 2008 tot en met 27 februari 2013 zijn door, dan wel namens [naam 1] , aangiften gedaan voor in het vrije verkeer brengen van onder meer 32 auto’s (28 genaamd [merk 1] en vier genaamd [merk 2] , hierna ook wel: de auto’s). Daarbij zijn deze auto’s aangegeven onder post 9705 van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN), met een douanerecht van 0% en als geadresseerde/omzetbelastingplichtige [bedrijf 2] B.V. (hierna: [bedrijf 2] ), gevestigd op hetzelfde adres als [naam 1] . Als land van oorsprong is aangegeven Italië en als land van verzending/uitvoer Argentinië. Bij de aangiftebescheiden bevindt zich telkens een “Planilla de Aforo” (dit is een soort kentekenbewijs/plan voor kalibreren). Het op de aangiften vermelde serienummer staat ook op de overgelegde facturen en/of de “Planilla de Aforo”.

3. De Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (hierna: FIOD) heeft in en omstreeks april 2013 de administratie van [naam 1] onderzocht. Het overzichtsproces-verbaal ter zake is opgemaakt op 23 januari 2015. Dit proces-verbaal is opgenomen in het dossier van de onderhavige zaak en behoort dus tot de stukken van het geding.

4. Op 10 april 2013 heeft de officier van justitie desgevraagd toestemming verleend aan verweerder om op grond van artikel 1:33 van de Algemene douanewet (hierna: Adw) om de informatie uit het FIOD-dossier te gebruiken voor de belastingheffing. Verweerder heeft aldus in kopie bepaalde informatie uit het FIOD-dossier verkregen.

5. Met dagtekening 30 mei 2013 heeft verweerder aan [naam 1] een voornemen tot het uitreiken van een utb gezonden. Op 11 juni 2013 heeft [naam 1] haar standpunt over deze voorgenomen utb kenbaar gemaakt. Met dagtekening 20 juni 2013 heeft verweerder aan [naam 1] met betrekking tot aangiften die zijn gedaan in de periode 23 juni 2008 tot en met 27 februari 2013 een verzamel-utb uitgereikt met kenmerk [# 1] en beschikkingsnummer [# 2] tot een bedrag van € 273.151,90. Daarnaast heeft verweerder met dagtekening 22 juli 2013 een utb met beschikkingsnummer [# 3] aan [naam 1] uitgereikt tot een bedrag van € 5.391,80. Deze ziet op één aangifte voor het brengen in het vrije verkeer van een auto die op 26 september 2011 door [naam 1] is gedaan.
Bij uitspraak op bezwaar van 29 augustus 2014 heeft verweerder de verzamel-utb van 20 juni 2013 verminderd tot een bedrag van € 188.973,60 en de utb van 22 juli 2013 in stand gelaten. Daartegen is beroep ingesteld en deze zaken zijn bij de rechtbank bekend onder zaaknummers HAA 14/4189 en HAA 14/4190.
Na een tussenuitspraak van de rechtbank van 12 januari 2017 (ECLI:NL:RBNHO:2017:196) heeft verweerder zowel de verzamel-utb van 20 juni 2013 als de utb van 22 juli 2013 vernietigd.

6. Op 9 februari 2017 heeft verweerder een voornemen tot het uitreiken van een (nieuwe) utb aan [naam 1] gestuurd. Op 6 maart 2017 heeft [naam 1] op dit voornemen gereageerd. Op 6 april 2017 heeft verweerder de onder het procesverloop opgenomen utb uitgereikt (met kenmerk [# 4] en beschikkingsnummer [# 2] ), ter vervanging van de vernietigde utb van 20 juni 2013. Deze nieuwe utb heeft betrekking op de onder overweging 2 genoemde 32 auto’s en betreft dus 32 aangiften tot het brengen in het vrije verkeer van auto’s in de periode 23 juni 2008 tot en met 27 februari 2013. De auto’s waren aangegeven onder post 9705 van de GN, met een douanerecht van 0%. Verweerder heeft deze aangiftes gecorrigeerd naar post 8703 van de GN, waarvoor een douanerecht geldt van 10%.

7. [naam 1] heeft in een voorlopige voorzieningenprocedure om schorsing van de utb van 6 april 2017 verzocht. Dit verzoek is afgewezen bij uitspraak van 20 juni 2017 (ECLI:NL:RBNHO:2017:5232, niet gepubliceerd).

8. [naam 1] , haar directeur en een medewerker van [naam 1] zijn bij vonnis van de rechtbank Gelderland van 3 mei 2018 (voor wat betreft één van de betrokkenen: ECLI:NL:RBGEL:2018:2070:196, niet gepubliceerd), onder meer veroordeeld voor het (medeplegen) van het ingevolge de douanewetgeving vereiste aangifte onjuist doen en het (medeplegen) van het onjuist verstrekken van ingevolge de douanewetgeving verplicht zijnde inlichtingen, gegevens of aanwijzingen (met betrekking tot de “Planilla de Aforo”). Voor het – kort gezegd – doen van onjuiste douaneaangifte en plegen van valsheid in geschrifte is aan [naam 1] een boete opgelegd van € 100.000, waarvan de helft voorwaardelijk. Aan de directeur en de gevolmachtigde van het bedrijf zijn in hun zaken werkstraffen en een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd. Tegen deze vonnissen is geen hoger beroep ingesteld.

9. Bij uitspraak van 6 juni 2018 heeft de rechtbank de einduitspraak gedaan in zaak met nummer HAA 14/4189 (verzamel-utb van 20 juni 2013) en de zaak met nummer HAA 14/4190 (utb van 22 juli 2013). De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de utb’s vernietigd, verweerder veroordeeld in de kosten van [naam 1] in bezwaar tot een bedrag van € 14.675 en in de proceskosten tot een bedrag van € 1.503, en heeft verweerder opgedragen het betaalde griffierecht aan [naam 1] te vergoeden. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep ingesteld.

Geschil

10. In geschil is of de utb van 6 april 2017 terecht en tot het juiste bedrag is uitgereikt. Meer in het bijzonder is in geschil of:

- deze utb al is vernietigd door de rechtbank bij de uitspraak van 6 juni 2018 in de zaak met nummer HAA 14/4189;

- verweerder alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd;

- verweerder voldoende zorgvuldig onderzoek heeft verricht;

- het bezwaar tegen de utb onpartijdig is behandeld;

- verweerder de goederen terecht heeft ingedeeld onder post 8703 van de GN;

- verweerder gelijke gevallen ongelijk behandelt;

- verweerder het douanerecht had moeten verrekenen met (een lager bedrag aan) omzetbelasting;

- de bevoegdheid van verweerder om na te vorderen is verjaard.

11. De curator heeft ter zitting desgevraagd aangegeven geen enkele in het beroepschrift genoemde grond in te trekken en heeft ter zitting enkele gronden nader toegelicht.

11.1

De curator betoogt, in aanvulling op de gronden in het inleidend beroepschrift, met een beroep op artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), dat de utb van 6 april 2017 al is vernietigd bij de uitspraak van de rechtbank van 6 juni 2018. Dit omdat in het dictum van de uitspraak van 6 april 2017 staat dat de utb’s vernietigd worden, zonder dit te beperken tot de utb’s van 20 juni 2013 en 22 juli 2013.

11.2

[naam 1] betoogt in het inleidend beroepschrift dat verweerder niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd. Verweerder heeft bovendien onzorgvuldig onderzoek verricht voordat hij de utb uitreikte omdat hij geen eigen onderzoek heeft gedaan en zich alleen baseert op het onderzoek van de FIOD. [naam 1] meent dat de behandeling in bezwaar niet onpartijdig is geweest, omdat het bezwaar is afgedaan door medewerkers van de belastingdienst die in een eerdere fase van de besluitvorming ook betrokken waren, en omdat een bepaalde medewerker intensief betrokken was bij het strafrechtelijke traject. Verder heeft verweerder de goederen ten onrechte ingedeeld onder post 8703 van de GN. Dit moet de in de aangifte opgegeven post 9705 zijn, omdat de betrokken auto’s verzamelobjecten zijn. Verweerder heeft gelijke gevallen ongelijk behandeld door aan [naam 1] wél een nieuwe utb op te leggen (die van 6 april 2017) terwijl in vergelijkbare gevallen geen (nieuwe) utb is opgelegd. Verder is de utb niet terecht omdat er per saldo geen fiscaal nadeel is geleden. [naam 1] beroept zich op een pleitbaar standpunt ten aanzien van de indeling en daarom heeft verweerder ten onrechte de termijn waarbinnen de aanslag opgelegd mag worden, verlengd van drie naar vijf jaar. Bovendien is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT