Uitspraak Nº 19/1519 AW. Centrale Raad van Beroep, 2020-02-28

ECLIECLI:NL:CRVB:2020:507
Date28 Febrero 2020
Docket Number19/1519 AW
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)
19 1519 AW

Datum uitspraak: 28 februari 2020

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van

15 februari 2019, 18/1655 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

de Minister van Defensie, thans de Staatssecretaris van Defensie (staatssecretaris)

PROCESVERLOOP

Dit geding, dat aanvankelijk is gevoerd ten name van de Minister van Defensie, is in verband met een wijziging van taken voortgezet ten name van de Staatssecretaris van Defensie. Waar in deze uitspraak wordt gesproken van staatssecretaris, wordt daaronder in voorkomend geval (mede) verstaan de Minister van Defensie.

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.

Partijen hebben nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 januari 2020. Appellant is verschenen. De staatssecretaris heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. drs. A.J. Verdonk en

G.B.M. Otto.

OVERWEGINGEN
1.1.

Appellant is per 1 september 1998 aangesteld bij het Ministerie van Defensie. Bij besluit van 18 april 2006 is hem vanwege een reorganisatie per 1 mei 2006 de [functie 1] opgedragen. Deze functie werd bezoldigd volgens salarisschaal 10 van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie (IBBAD).

1.2.

Bij besluit van 8 februari 2012 heeft de staatssecretaris in overleg met appellant een nieuwe functiebeschrijving vastgesteld, waarbij de aan appellant opgedragen functie is aangeduid als [functie 2]. Appellant heeft tegen dit besluit geen rechtsmiddelen aangewend. Bij besluit van 22 augustus 2012, gehandhaafd bij beslissing op bezwaar van 11 juli 2013, is deze functie ingedeeld in salarisschaal 11 van het IBBAD. Appellant heeft tegen de beslissing op bezwaar geen beroep ingesteld. Bij besluit van 18 september 2012 heeft de staatssecretaris appellant per 1 mei 2006 salarisschaal 11 toegekend. Het hierdoor per 1 mei 2006 nog verschuldigde salaris is nabetaald. Appellant heeft tegen het besluit van 18 september 2012 geen rechtsmiddelen aangewend.

1.3.

Op 1 juni 2014 is een reorganisatie in werking getreden. Bij besluit van 13 maart 2014 is appellant meegedeeld dat zijn functie vrijwel onveranderd in de nieuwe organisatie zal terugkomen. De vanaf 1 mei 2006 geldende functiebeschrijving en salarisschaal zijn...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT