Uitspraak Nº 19/3240 PW. Centrale Raad van Beroep, 2021-03-09

ECLIECLI:NL:CRVB:2021:506
Date09 Marzo 2021
Docket Number19/3240 PW
CourtCentrale Raad van Beroep (Nederland)
19 3240 PW, 19/3262 PW, 19/3263 PW

Datum uitspraak: 9 maart 2021

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op de hoger beroepen tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 12 juni 2019, 18/3746, 18/4402 en 18/4014 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op de verzoeken om veroordeling tot vergoeding van schade

Partijen:

[appellant] te [woonplaats] (appellant)

het college van burgemeester en wethouders van Utrecht (college)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. J.H.F. de Jong, advocaat, hoger beroepen ingesteld en verzocht het college te veroordelen tot vergoeding van schade.

Het college heeft verweerschriften ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 januari 2021. Appellant heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. De Jong, die door middel van videobellen heeft deelgenomen aan de zitting. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door E.H. Siemeling.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende in deze gedingen van belang zijnde feiten en omstandigheden.

1.1.

Appellant ontving ten tijde in geding bijstand als dakloze op grond van de Participatiewet (PW). Appellant heeft, in ieder geval vanaf februari 2017, maandelijks op rechtmatigheidsformulieren ingevuld gebruik te maken van de nachtopvang bij [naam nachtopvang] (nachtopvang).

1.2.

Een medewerker van de gemeente Utrecht (medewerker) heeft deze opgave gecontroleerd en op basis van gegevens van de nachtopvang vastgesteld dat appellant sinds 8 maart 2017 niet meer in de nachtopvang had verbleven. Om die reden heeft het college het recht op bijstand van appellant bij besluit van 9 maart 2018 opgeschort en appellant verzocht om op 19 maart 2018 op het Stadskantoor te verschijnen en dan de volgende stukken mee te nemen: bankafschriften over de periode van 8 maart 2017 tot en met 8 maart 2018 en een lijst van adressen en/of locaties waar hij vanaf 8 maart 2017 heeft verbleven. Appellant is niet verschenen.

1.3.

Op 28 maart 2018 heeft appellant alsnog de gevraagde bankafschriften aan het college overgelegd. Verder heeft hij een lijst overgelegd waaruit blijkt dat hij op 31 januari 2017, 1 februari 2017 en 7 maart 2017 in de nachtopvang heeft verbleven en dat hij hier vanaf 26 maart 2018 weer verblijft. Tijdens een gesprek op 29 maart 2018 met de medewerker heeft appellant verklaard dat hij sinds 8 maart 2017 vijf à zes dagen per week op het adres X te [plaatsnaam 1] was, dat hij voor het overige twee dagen per week in zijn auto sliep aan de [straatnaam 1] of de [straatnaam 2] / [straatnaam 3] bij de [naam kerk] en dat hij sinds 26 maart 2018 in de nachtopvang slaapt. In een rapport van 3 april 2018 is vermeld dat Y, de hoofdbewoner van adres X, op 29 maart 2018 telefonisch heeft verklaard dat appellant vaak bij hem is, zo’n zes à zeven dagen per week, en soms in het weekend weg moet, omdat de vriendin van Y dan langskomt.

1.4.

Bij besluit van 3 april 2018, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 27 augustus 2018 (bestreden besluit 1) en voor zover hier van belang, heeft het college de bijstand van appellant herzien (lees: ingetrokken) over de periode van 8 maart 2017 tot en met 25 maart 2018 (intrekkingsperiode) en de over deze periode gemaakte kosten van bijstand tot een bedrag van € 8.775,02 van appellant teruggevorderd. Het college heeft aan bestreden besluit 1 ten grondslag gelegd, zoals ter zitting nader toegelicht, dat appellant, zonder dit aan het college te melden, zijn woonplaats niet in de gemeente Utrecht had, zodat hij op grond van artikel 40, eerste lid, van de PW geen recht op bijstand van het college van deze gemeente had.

1.5.

Op 8 mei 2018 heeft appellant een rechtmatigheidsformulier ingediend, waarbij hij voor de vraag welke nachtopvang hij gebruikt heeft verwezen naar het bijgevoegde formulier, houdende het verblijf van appellant gedurende 28 dagen (formulier 1). Op formulier 1 heeft appellant voor ieder van die 28 dagen vermeld op welk adres hij verbleef en wie de hoofdbewoner van dat adres is. Uit deze opgave blijkt dat appellant in de periode van 10 april 2018 tot en met 7 april 2018 (lees: 7 mei 2018) heeft verbleven op drie verschillende adressen in de gemeente Utrecht. Onderaan formulier 1 staat: “Ondergetekende verklaart het bovenstaande naar waarheid te hebben ingevuld.” Appellant heeft dit formulier ondertekend.

1.6.

De medewerker heeft deze opgave gecontroleerd en vastgesteld dat de door appellant opgegeven namen van de bewoners niet overeenkomen met de namen die in de basisregistratie personen bij deze adressen zijn vermeld. Bij brief van 17 mei 2018 heeft het college appellant hierop gewezen en, onder de mededeling dat hij onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt, verzocht om uiterlijk 25 mei 2018 een verklaring over te leggen waaruit blijkt op welk adres en bij wie hij in de periode vanaf 10 april 2018 iedere nacht heeft geslapen (gevraagde informatie). Appellant heeft niet gereageerd op dit verzoek.

1.7.

Bij besluit van 28 mei 2018 heeft het college het recht op bijstand van appellant met ingang van 10 april 2018 opgeschort op de grond dat appellant de gevraagde informatie niet heeft ingeleverd. Hierbij heeft het college appellant in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen door deze informatie alsnog uiterlijk 11 juni 2018 te verstrekken. Appellant heeft de gevraagde informatie niet verstrekt.

1.8.

Bij besluit van 11 juni 2018, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 10 oktober 2018 (bestreden besluit 2) en voor zover hier van belang, heeft het college de bijstand van appellant met ingang van 10 april 2018 ingetrokken en de over de periode van 10 april 2018 tot en met 30 april 2018 gemaakte kosten van bijstand tot een bedrag van € 506,68 van appellant teruggevorderd. Aan het bestreden besluit heeft het college, kort...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT