Uitspraak Nº 20-002052-16. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2017-05-23

ECLIECLI:NL:GHSHE:2017:2223
Date23 Mayo 2017
Docket Number20-002052-16
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

Afdeling strafrecht

Parketnummer : 20-002052-16

Uitspraak : 23 mei 2017

TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 4 juli 2016 in de strafzaak met parketnummer 02-800237-15 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteland] op [geboortedag] 1980,

thans verblijvende in [penitentiaire inrichting] .

Hoger beroep

Bij vonnis waarvan beroep is verdachte ter zake van doodslag en handelen in strijd met de Wet wapens en munitie veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de rechtbank beslist op de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [nabestaande van slachtoffer] en is verdachte de verplichting opgelegd tot vergoeding van schade aan de benadeelde partij [nabestaande van slachtoffer] tot een bedrag van € 6.274,43, vermeerderd met de wettelijke rente.

De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zal bevestigen.

Door de raadsvrouw is primair bepleit dat verdachte zal worden vrijgesproken van het onder 1. impliciet primair ten laste gelegde medeplegen van moord en van het onder 1. impliciet subsidiair ten laste gelegde medeplegen van doodslag.

De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte ter zake de onder 1. impliciet subsidiair aan verdachte ten laste gelegde en door de rechtbank bewezen verklaarde doodslag op [slachtoffer] zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

Subsidiair, indien het hof verdachte niet zal ontslaan van alle rechtsvervolging, heeft de raadsvrouw een strafmaatverweer gevoerd.

Vonnis waarvan beroep

Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het hof zich op onderdelen niet met het vonnis kan verenigen. Om reden van efficiëntie zal het hof evenwel het gehele vonnis vernietigen en opnieuw rechtdoen als volgt.

Tenlastelegging

Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:

1.


hij op of omstreeks 03 april 2015 te Breda tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg met een vuurwapen meerdere, althans (een) kogel(s) in het lichaam en/of in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] afgevuurd en/of geschoten, (mede) ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;

2.


hij op of omstreeks 3 april 2015 te Breda een wapen van categorie III, te weten een vuurwapen (type Glock), en/of munitie van categorie II en/of III, te weten meerdere in het magazijn van dat vuurwapen aanwezige patronen, voorhanden heeft gehad.

De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1. impliciet subsidiair en onder 2. ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:

1.


hij op 3 april 2015 te Breda opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft hij, verdachte, met dat opzet met een vuurwapen meerdere kogels in het lichaam van die [slachtoffer] geschoten, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;

2.

hij op 3 april 2015 te Breda een wapen van categorie III, te weten een vuurwapen (type Glock), en munitie van categorie III, te weten meerdere in het magazijn van dat vuurwapen aanwezige patronen, voorhanden heeft gehad.

Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.

Bevindingen en verklaringen in de zaak

Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting komt het volgende naar voren.

i.

Op vrijdag 3 april 2015, omstreeks 13.50 uur, kwamen bij de centrale meldkamer van de politie en bij 112 meldingen binnen van een schietpartij op het parkeerterrein bij winkelcentrum Tuinzigt aan de Cypresstraat in Breda (p. 59-75).

Om 13.57 uur arriveerde de politie (p. 735) en trof in het tweede parkeervak aan de rechterzijde van het parkeerterrein, gezien vanaf de Acaciastraat, een manspersoon aan tussen twee geparkeerde voertuigen, liggend op zijn rug (p. 759). Aan deze man werd eerste hulp verleend door een omstander. Het slachtoffer werd naar het ziekenhuis vervoerd, alwaar hij omstreeks 16.22 uur is overleden als gevolg van verwikkelingen van meerdere, bij leven opgelopen schotverwondingen (p. 719).

Het slachtoffer betrof [slachtoffer] .

Uit het sectierapport bleek het volgende:

Bij sectie waren er als gevolg van bij leven opgelopen uitwendig inwerkend perforerend geweld circa 27 perforaties met het aspect van schotverwondingen (p. 723). Bij sectie werden 3 doorschoten door de romp gezien waarvan er twee buiten de buik- en borstholte verliepen. Het derde schotkanaal verliep door de buikholte en daarbij waren onder andere een grote darmslagader en de dunne darm geraakt. Er was daarnaast een inschot in de borstwand links met een schotkanaal naar een projectiel naast de halswervelkolom met verbrijzelen van het linkersleutelbeen en verscheuren van de daarachter gelegen bloedvaten. Er waren doorschoten door weke delen van de linkerflank/heup, de linkerlies en het linkerbovenbeen, de linkeronderarm en de linkerbovenarm, deels het gevolg van ricochetverwondingen. Het overlijden wordt door het massale bloedverlies en de daardoor opgetreden weefselschade zondermeer verklaard. Er was, waarschijnlijk door uitwendig inwerkend botsend geweld tegen de mond, een verwonding aan de lippen en de kaakwal. Deze kan ontstaan zijn door bijvoorbeeld een val, en slag of stoot tegen de mond, aldus het sectierapport (p. 723).

ii.

In de nabijheid van de plaats waar het slachtoffer werd aangetroffen, is sporenonderzoek verricht: er zijn tien hulzen aangetroffen, op grond waarvan de politie heeft geconcludeerd dat er minimaal tien keer is geschoten met een pistool van het kaliber 9 mm Luger. In de onmiddellijke nabijheid van het slachtoffer zijn een machete en een houthakkersbijl aangetroffen (p. 26, Map 1 proces-verbaal Forensisch Onderzoek; p. 759; foto’s p. 747, 753-755).

iii.

Kort na de melding van de schietpartij kwam een melding bij de politie binnen dat op de Pijnboomstraat 66 te Breda een man aan het doordraaien was (p. 92). De politie (p. 93) treft op dat adres [broer slachtoffer] aan, die overstuur was en hyperventileerde en schreeuwde dat zijn broer [slachtoffer] was neergeschoten door de [motorclub] . Volgens zijn moeder (p. 95) had [broer slachtoffer] de deur van de kelder ingeslagen, zat hij als een baby te huilen en zat hij onder zijn eigen uitwerpselen.

iv.

Op vrijdag 3 april 2015, omstreeks 14:07 uur arriveerde bij het Amphia Ziekenhuis, locatie Molengracht, in Breda een rode Mini Cooper bij de afdeling Spoedeisende Hulp met daarin twee personen (p. 784, 785, 788). Uit de auto stapte een man met een kledingstuk om zijn hoofd gewikkeld (p. 786), welke man door de politie is herkend als verdachte. De Mini Cooper reed gelijk weg.

De politie werd door het medisch personeel van de afdeling Spoedeisende Hulp in de gelegenheid gesteld de patiënt naar zijn naam te vragen. Hij gaf aan [verbalisant A] op te zijn: [verdachte] , geboren [geboortedag] 1980. Verdachte moest op een verpleegafdeling wachten op een operatie, waarna hij op 3 april 2015 te 19.45 werd overgebracht naar de operatiekamer. Verdachte had een wond van ongeveer 9 centimeter lengte boven op zijn hoofd, die liep van de voorzijde naar de achterzijde van zijn hoofd. Daarnaast had verdachte een diepe wond achterop zijn hoofd tot op het schedelbot van ongeveer 15 centimeter lang (p. 774-775).

v.

Getuigen die in en rondom het winkelcentrum aanwezig waren hebben het volgende waargenomen.

[getuige 1] heeft verklaard op 3 april 2015, zakelijk weergegeven:

  • -

    dat zijn zoontje in de richting van [naam winkel B] liep;

  • -

    dat hij een man ziet aankomen, het latere slachtoffer (p. 1063);

  • -

    dat, toen hij het slachtoffer voor het eerst zag, het slachtoffer alleen was;

  • -

    dat er iets werd gezegd tegen hem en dat het latere slachtoffer een klap op zijn hoofd kreeg door een man;

  • -

    dat hij een gebalde vuist zag;

  • -

    dat het slachtoffer vervolgens terug zwalkte;

  • -

    dat het slachtoffer een mes pakte en direct omhoog ging met dat mes; (p. 1065)

  • -

    dat hij zich toen focuste op zijn zoontje;

  • -

    dat, toen hij bij zijn zoontje kwam, de confrontatie weer begonnen was;

  • -

    dat ze naast een auto op elkaar aan het inslaan waren;

  • -

    dat hij toen zijn zoontje [naam winkel B] heeft ingeduwd;

  • -

    dat hij in de tussentijd zag dat ze probeerden te slaan;

  • -

    dat hij iemand een hakbijl omhoog zag heffen;

  • -

    dat deze persoon bewust met de achterkant, de stompe kant van de hakbijl sloeg op het hoofd van de ander;

  • -

    dat er drie of vier personen in het groepje waren die ruzie hadden;

  • -

    dat hij perfect zicht had op wat er gebeurde en alles direct zag gebeuren;

  • -

    dat hij schoten hoorde (p. 1066);

  • -

    dat het meteen achter elkaar ging, tik, tik, tik, tik, tik, het kan vijf of zes keer zijn geweest.

[getuige 2] heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT