Uitspraak Nº 20-003042-19. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2020-12-15
ECLI | ECLI:NL:GHSHE:2020:3868 |
Docket Number | 20-003042-19 |
Date | 15 Diciembre 2020 |
Court | Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) |
Parketnummer : 20-003042-19
Uitspraak : 15 december 2020
TEGENSPRAAK (art. 279 Sv)
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 27 september 2019 in de strafzaak met parketnummer 01-865030-19 tegen:
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
wonende te [woonplaats] , [adres] .
Hoger beroep
Bij het vonnis waarvan beroep is de verdachte vrijgesproken van het onder feit 2 tenlastegelegde en ter zake van het onder feit 1 impliciet subsidiair tenlastegelegde (kort gezegd: aanwezig hebben van 37,86 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne) veroordeeld tot hechtenis voor de duur van één maand met aftrek van voorarrest.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Namens de verdachte is vrijspraak bepleit van het onder feit 1 tenlastegelegde en is een verweer met betrekking tot de straf gevoerd.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hoger beroep van de verdachte is onbeperkt ingesteld en richt zich aldus mede tegen de vrijspraak door de rechtbank van het onder feit 2 tenlastegelegde. Gelet op het bepaalde in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor een verdachte geen hoger beroep open tegen een vrijspraak. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in haar hoger beroep voor zover dit hiertegen is gericht.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop het berust, behalve wat betreft de bewijsvoering.
De bewijsvoering behoeft, mede gelet op hetgeen in hoger beroep aan de orde is
gekomen, verbetering. Naast de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen komt bewezenverklaring mede te berusten op:
8.
Het proces-verbaal van bevindingen van de politie eenheid Oost-Brabant, nummer PL2100-2019047347-62, pagina 321-322 van het politiedossier, voor zover inhoudende –...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT