Uitspraak Nº 20/7219. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-07-23

ECLIECLI:NL:RBZWB:2020:3550
Docket Number20/7219
Date23 Julio 2020
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 20/7219 VV

uitspraak van 23 juli 2020 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen [naam verzoeker], te [woonplaats verzoeker], verzoeker gemachtigde: mr. W.J. Jurgers),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom, verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder van 19 maart 2020 (bestreden besluit) over een omgevingsvergunning (afwijken van het bestemmingsplan) voor het kamergewijs verhuren van een woning aan maximaal vier personen aan [adres woning] in [plaats woning].

Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. Op grond van de stukken gaat de voorzieningenrechter uit van de volgende feiten en omstandigheden.

[naam vergunninghouder 1] en [naam vergunninghouder 2] (vergunninghouders) hebben de eigendom van het pand aan de [adres woning] te [plaats woning]. Zij willen het pand verhuren aan twee huishoudens. Daartoe hebben zij de begane grond en de eerste verdieping geschikt gemaakt voor zelfstandige bewoning. Op 10 maart 2020 hebben zij gevraagd om verlening van een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan ‘[naam bestemmingsplan]’.

Bij het bestreden besluit heeft verweerder de gevraagde omgevingsvergunning verleend. Het betreft volgens verweerder een kleinschalige afwijking van het bestemmingsplan. Op grond van het bestemmingsplan rust op het perceel de bestemming ‘wonen’. Een woning is omschreven als ‘een gebouw of een zelfstandig gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van een huishouden, niet zijnde kamerverhuur of een bijzondere woonvorm’. Het beoogde gebruik zal volgens verweerder niet leiden tot hinder voor het woon- en leefmilieu ter plaatse en evenmin tot aantasting van het woongenot van omwonenden. Aan het bestreden besluit is onder meer het voorschrift verbonden dat het pand door maximaal vier personen mag worden bewoond.

Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit. Verweerder heeft nog niet op dit bezwaar beslist. Hierover heeft hij verklaard dat de coronacrisis heeft geleid tot vertraging bij het afhandelen van bezwaren.

2. Verzoeker heeft, samengevat, aangevoerd dat het gebruik van het pand voor de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT