Uitspraak Nº 20/935. College van Beroep voor het bedrijfsleven, 2022-10-25

ECLIECLI:NL:CBB:2022:730
Docket Number20/935
Date25 Octubre 2022
CourtCollege van Beroep voor het bedrijfsleven (Nederland)

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 20/935

uitspraak van de meervoudige kamer van 25 oktober 2022 in de zaak tussen [naam] , te [plaats] , appellant,

en

de Kamer van Koophandel (KvK), verweerster

(gemachtigde: mr. J.P.M. van der Ende).

en

de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid), de Staat.
Procesverloop

Bij besluit van 15 september 2020 (het primaire besluit) heeft verweerster het verzoek van appellant om vermelding van zijn woonadres als bezoekadres van de [stichting] (Stichting) in het handelsregister af te schermen, afgewezen.

Appellant heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter van het College verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Bij besluit van 28 oktober 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerster het bezwaar ongegrond verklaard.

Appellant heeft op 28 oktober 2020 beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.

Bij uitspraak van 2 november 2020 heeft de voorzieningenrechter bepaald dat verweerster het bezoekadres van de Stichting in het handelsregister afschermt totdat op het beroep tegen het bestreden besluit is beslist (ECLI:NL:CBB:2020:797).

Bij besluit van 13 november 2020 heeft verweerster het bestreden besluit ingetrokken en het bezwaar alsnog gegrond verklaard.

Verweerster heeft een verweerschrift ingediend.

Bij brieven van 27 januari 2021 en 9 september 2022 heeft appellant zijn beroep nader toegelicht.

Het College heeft de zaak op 22 september 2022 op een zitting behandeld. Aan de zitting heeft appellant deelgenomen.

Het College heeft de Staat als partij aangemerkt in verband met een mogelijke overschrijding van de redelijke termijn.

Overwegingen
1.1

De Stichting is op verzoek van appellant, met tussenkomst van een notaris, ingeschreven in het handelsregister van de KvK. Daarbij zijn als voor een ieder te raadplegen gegevens vermeld: de naam van appellant als (enig) bestuurder en het bezoekadres van de Stichting (bezoekadres). Het bezoekadres is gelijk aan het woonadres van appellant (woonadres).

1.2

Bij het primaire besluit heeft verweerster het verzoek van appellant om afscherming van het bezoekadres van de Stichting afgewezen, omdat het verplicht is om in het handelsregister het bezoekadres van een stichting op te nemen. Bij het bestreden besluit heeft verweerster het primaire besluit gehandhaafd.

1.3

In de uitspraak van 2 november 2020 heeft de voorzieningenrechter – onder meer en voor zover hier van belang – het volgende overwogen:

“(…)
4.6. Verweerster had het verzoek om afscherming van het (woonadres als) bezoekadres van de Stichting moeten toetsen aan de voorwaarden daarvoor van artikel 51, derde lid, onder a tot en met e, van het Hrb 2008, waaronder de voorwaarde van een waarschijnlijke dreiging. Dat heeft verweerster niet gedaan. Tussen partijen is niet in geschil, en ook de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT