Uitspraak Nº 200.044.688/01 en 200.069.083/01. Gerechtshof Amsterdam, 2016-02-23

ECLIECLI:NL:GHAMS:2016:621
Date23 Febrero 2016
Docket Number200.044.688/01 en 200.069.083/01
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummers : 200.044.688/01 en 200.069.083/01

zaaknummer rechtbank Amsterdam : 382741/ HA ZA 07-2939

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 23 februari 2016

inzake

1 de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ABATTOIR AMSTERDAM B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

2. de vennootschap onder firma AMECO V.O.F.,

gevestigd te Amsterdam,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

VCB AMSTERDAM B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[appellante sub 4] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

appellanten,

advocaat: mr. C.I.M. Molenaar te Amsterdam.

tegen:

de vennootschap onder firma

[geïntimeerde] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

geïntimeerde,

advocaat: mr. I.N. Maaskant te Hoofddorp.

1 Het verdere procesverloop

Partijen worden hierna wederom Abattoir c.s., respectievelijk Ameco, VCB en [appellante sub 4] en [geïntimeerde] genoemd.

In het tussenarrest van 27 mei 2014 heeft het hof [geïntimeerde] in de gelegenheid gesteld tot het leveren van tegenbewijs tegen in het in het tussenarrest geformuleerde bewijsvermoeden.

Op 27 november 2014 heeft getuigenverhoor aan de zijde van Abattoir c.s. plaatsgevonden.

Tegengetuigenverhoor heeft plaatsgevonden op 4 juni 2015.

Hierna heeft [geïntimeerde] een memorie na enquête, met producties, genomen.

Abattoir c.s. hebben een antwoordmemorie na enquête genomen.

Vervolgens hebben partijen arrest gevraagd.

2 De verdere beoordeling
2.1

In het tussenarrest van 27 mei 2014 heeft het hof [geïntimeerde] in de gelegenheid gesteld tot het leveren van tegenbewijs tegen het bewijsvermoeden dat beide gebroeders [geïntimeerde] betrokken zijn geweest bij de heling van de door [A] van Ameco gestolen kratten runderslachtafval, in die zin dat zij niet alleen op de hoogte waren van de diefstal van [A] van dit runderslachtafval van Ameco, maar dat zij ook runderslachtafval hebben doorverkocht aan derden.

2.2

In het kader van de bewijslevering door [geïntimeerde] is door [B] , in dienst als bedrijfsleider bij Abattoir van 1966 tot 2014, het volgende verklaard:
"Onze taak was ervoor te zorgen dat het slachtafval in de koelcellen kwam te hangen. Ons, dat is de slachtploeg.

Mr. Maaskant vraagt of het klopt dat zij de getuige telefonisch benaderd heeft om een verklaring af te leggen. Ja dat klopt.

Mr. Maaskant vraagt of het klopt dat zij een verklaring heeft opgesteld en deze naar mij toe heeft gezonden met het verzoek de verklaring te ondertekenen. Ja dat klopt.

Mr. Maaskant vraagt of het klopt dat ik niet langer bereid was de verklaring te tekenen nadat ik contact had gehad met mijn werkgever. Nee dat klopt niet. Het is zo gegaan dat ik de verklaring niet wilde tekenen, omdat ik het niet eens was met wat daarin stond. Ik heb toen contact opgenomen met mijn baas, [C] . Die heeft op zijn beurt contact opgenomen met mr. Molenaar. Mr. Molenaar heeft met mr. Maaskant gesproken en tussen hen is afgesproken dat ik niet meer lastig zou worden gevallen met schriftelijke verklaringen. Ik zou dan maar moeten worden opgeroepen als getuige.

Mr. Maaskant vraagt of ik kan toelichten hoe de verwerking van kratten met slachtafval in het Abattoir plaatsvond. Niet alle slachtafval werd in kratten verwerkt. Het is zo dat wij vanuit de slachtlijn slachtafval krijgen (lever, hart, longhaas, longen, tong) dat wij identificeren met een sticker, waarop het levensnummer van het dier staat, het 68 nummer (EG nummer, dat is gegeven aan dit Abattoir) en de naam van de grossier. Dit slachtafval hangen wij weg aan rekken. We wachten dan af totdat de BSE uitslag binnen is. Als die uitslag goed is kan het afval door en is het goedgekeurd. Als het niet goed zou zijn, is precies te traceren van welk dier het afkomstig is. Ander slachtafval, zoals vet, uier, staarten en nieren worden opgeslagen in badges. De opslag vindt plaats in grote kratten. Daarop wordt aangegeven van welke dieren er resten in zitten. Zo is ook altijd weer te traceren in welke kratten afval van welke dieren zit. Dit was ook de werkwijze in 2006. Kortom een deel van het slachtafval wordt weggehangen aan rekken en een deel wordt in kratten opgeslagen.

Mr. Maaskant vraagt hoe het slachtafval weer bij de eigenaren terecht kwam. De heer [A] en de heer [D] verzamelden de kratten en alles van de rekken en verdeelden het daarna. Hoe het vanaf daar verder ging, weet ik niet, daar had ik geen bemoeienis mee. Mijn taak was om te zorgen dat alles klaar lag en hing en dat terug te vinden was mocht er een geval van BSE zijn.

Mr. Maaskant vraagt of het slachtafval en de andere producten ook gewogen werden door de slachtploeg. De bakken vet en uier werden wel gewogen, maar de rest niet. De rest is dus lever, hart, longhaas, longen,nieren, tong en staart.

Mr. Maaskant vraagt wie er toegang had tot de koelcel. De heer [A] en de heer [D] , maar andere grossiers konden er ook komen, tenminste als zij er waren, want [A] en [D] hadden de sleutel. Mr. Molenaar vraagt of [D] ook in dienst was bij Ameco. Dat weet ik niet, ik weet alleen dat hij altijd werkte voor Ameco.

Mr. Maaskant vraagt of er weleens wat verdwijnt uit die koelcel. In een bedrijf verdwijnt altijd wel wat, maar normaal kom je daar achter, dan wordt het getraceerd. Ik bedoel eigenlijk dat ik er geen zicht op heb of er dingen verdwijnen. Wel is het zo dat in de administratie van het slachthuis terug te vinden is hoeveel en welke onderdelen van het slachtafval eventueel zijn afgekeurd.

Mr. Maaskant vraagt of alleen [A] of [D] slachtafval weghaalden of dat ook anderen dat deden. Het weghalen van het slachtafval was de taak van [A] en [D] , zij deden dat dus als enige. Zij zetten dat klaar voor ESRO. Ameco verkocht een deel namelijk door aan ESRO.

Mr. Maaskant vraagt of ik iets kan vertellen over de kratten bijvoorbeeld welke kleur de kratten hadden. Vroeger had elke leverancier zijn eigen kleur kratten. Later werden allemaal rode en zwarten kratten gebruikt. Wat er in de kratten zat heb ik net al verteld. Het andere slachtafval werd in grote palletkratten gegooid.

Mr. Maaskant vraagt of er een nummer op de kratten stond. Nee, er stond een sticker op de inhoud van de krat, dus boven op het slachtafval. Aan de hand van het nummer kon je zien van wie het was. Ook de naam stond erop. Op de buitenkant van de krat stond dus geen nummer.

Mr. Maaskant vraagt of ik iets weet van de gehaktmolen in het Abattoir. Nee.

Mr. Maaskant vraagt of mij iets bekend is van betrokkenheid van de heer [F] bij diefstal van slachtafval uit het Abattoir. Ik heb dat achteraf gehoord.

Mr. Maaskant vraagt of mij eerder iets bekend is van de heer [F] , bijvoorbeeld van betrokkenheid bij de zaak van [E] . Ik weet niet of hij dat was, ik weet dat [E] zijn broer daarbij betrokken was. Ter toelichting: Ik heb [E] ontslagen wegens diefstal.

Mr. Maaskant vraagt wanneer dat was. Dat zou ik in de administratie moeten nakijken. Meer dan tien jaar geleden denk ik.

Mr. Maaskant vraagt of ik het busje van [F] weleens bij de afvalkelder heb zien staan. Nee.

Mr. Maaskant vraagt of ik de kratten van [A] weleens bij [geïntimeerde] heb zien staan. Nee, ik kwam daar in principe ook niet.

Mr. Molenaar zegt dat hij begrepen heeft dat er wel een nummer op de kratten zat. Nee. Ik kan daaraan toevoegen dat er geen deksel op de kratten zat. Dus het slachtafval in de krat met daarop de sticker was zichtbaar."

2.3

Door getuige [A] is als volgt verklaard:
"Ik heb mijn verklaring bij de rechtbank niet meer terug gelezen. Het klopt, dat ik mij destijds schuldig heb gemaakt aan diefstal. Ik ben daarvoor ook door de rechter veroordeeld. Het ging om diefstal gedurende 9 weken. U vraagt mij hoe ik dat zo precies weet, van die 9 weken. Dat komt omdat [F] daarvóór ruzie had met [geïntimeerde] . Of misschien moet je zeggen een meningsverschil. Eerder kwam hij dus niet in de ruimte van [geïntimeerde] . Toen dat weer over was heb ik dus gedurende 9 weken, drie keer in de week producten klaar gezet voor [F] . Het ging om vijf keer een volledig product dat wil zeggen het slachtafval (long, hart, lever, nieren, longhaas en staart) van één dier. Dat zat door elkaar in een krat. Als de krat vol zat moest er een krat bij. Dus konden er ook zes of zeven kratten zijn.

Ik leverde het vanuit de ruimte van [geïntimeerde] , omdat ik in die ruimte mijn gehaktmolen had staan. Iedereen kwam bij mij om gehakt te laten draaien, ik deed dat op donderdag. Dan draai ik dus voor iedereen gehakt. Niet iedere ruimte had de speciale elektriciteitsgroep die nodig was voor de aansluiting van de gehaktmolen. Ik had toestemming gevraagd aan [geïntimeerde] voor die gehaktmolen en ook om de kratten daar te verzamelen. Op maandag, dinsdag, woensdag werd het afval in kratten verzameld om op donderdag gehakt te draaien en daarbij zette ik dus de kratten van [F] . Dat viel dan niet zo op.

U vraagt of [geïntimeerde] ook wist dat ik daar kratten voor [F] had staan. Ja dat wisten ze.

U vraagt of dat niet vreemd was. Nee dat was het niet, want hij kocht toch al vlees bij [geïntimeerde] . Hij kon die kratten van mij dan gewoon meenemen. Ik kreeg € 100 in een week. Het ging om vijf a zes kratten, het kon ook een keer zeven zijn. Ik deelde dat geld niet met [geïntimeerde] , het was alleen voor mij.


U vraagt of het alleen mijn eigen handel was. Ja. [geïntimeerde] was daar niet bij betrokken. Ik was blij dat ik mijn gehaktmolen daar neer kon zetten. Ik vroeg geen geld voor het gehakt dat ik voor [geïntimeerde] draaide. Ik zag het als een compensatie voor het feit dat ik mijn gehaktmolen daar neer kon zetten. Aan anderen vroeg ik ook geen geld. Zij compenseerden mij weer op een andere manier.

Mr. Maaskant vraagt of ik in de ruimte van [geïntimeerde] ooit gestolen spullen heb gezien. Nee, de enige gestolen spullen waren de spullen die ik had gestolen.

Mr. Maaskant vraagt of ik door Abattoir of door één van de andere procespartijen benaderd ben over de betrokkenheid van [geïntimeerde] . Ja, maar ik heb altijd ontkend...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT