Uitspraak Nº 200.163.038/01. Gerechtshof Amsterdam, 2016-01-12

ECLIECLI:NL:GHAMS:2016:53
Date12 Enero 2016
Docket Number200.163.038/01
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.163.038/01

zaaknummer rechtbank Amsterdam : 2543129 CV EXPL 13-29645

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 12 januari 2016

inzake

1. [appellant sub 1] ,

wonend te [woonplaats a] ,

2. [appellant sub 2] ,

wonend te [woonplaats b] ,

3. [appellante sub 3] ,

wonend te [woonplaats c] ,

4. [appellante sub 4] ,

wonend te [woonplaats d] ,

5. [appellant sub 5] ,

wonend te [woonplaats e] ,

6. [appellant sub 6] ,

wonend te [woonplaats f] ,

7. [appellant sub 7] ,

wonend te [woonplaats g] ,

8. [appellant sub 8] ,

wonend te [woonplaats h] ,

9. [appellant sub 9] ,

wonend te [woonplaats i] ,

10. [appellante sub 10] ,

wonend te [woonplaats i] ,

11. [appellant sub 11] ,

wonend te [woonplaats j] ,

12. [appellant sub 12] ,

wonend te [woonplaats k] ,

appellanten,

tevens voorwaardelijk incidenteel geïntimeerden,

advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,

tegen

1 DELTA LLOYD BANK N.V.,

2. DELTA LLOYD SERVICES B.V.,

3. DELTA LLOYD N.V., 4. STICHTING PENSIOENFONDS DELTA LLOYD,

alle gevestigd te Amsterdam,

geïntimeerden,

tevens voorwaardelijk incidenteel appellanten,

advocaat: mr. J.M. van Slooten te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellanten] en gezamenlijk Delta Lloyd genoemd en afzonderlijk, Delta Lloyd Bank, Delta Lloyd Services BV, Delta Lloyd NV en Pensioenfonds Delta Lloyd.

[appellanten] zijn bij dagvaarding van 3 november 2014 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter), van 4 augustus 2014, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [appellanten] als eisers en Delta Lloyd als gedaagde.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven, met één productie;

- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in voorwaardelijk incidenteel appel, met producties;

- akte uitlating producties tevens memorie van antwoord in voorwaardelijk

incidenteel appel.

Partijen hebben de zaak ter zitting van 13 november 2015 doen bepleiten, [appellanten] door mr. G.N.M. Groen, advocaat te Amsterdam, en Delta Lloyd door mr. Van Slooten voornoemd, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. Delta Lloyd heeft nog producties in het geding gebracht.

Ten slotte is arrest gevraagd.

[appellanten] hebben geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog de vorderingen als geformuleerd in eerste aanleg en aangevuld in hoger beroep zal toewijzen, in die zin dat voor recht zal worden verklaard dat Delta Lloyd :

  1. Jegens eisers ten onrechte de overgangsregeling pensioen, zoals opgenomen in Bijlage 1 C van het Pensioenreglement 2003 van de Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd en in de Concern CAO Delta Lloyd Groep 2004/2005, heeft laten vervallen door (1) het prepensioen niet aan te vullen tot 75% van het pensioengevend inkomen gedurende de periode vanaf 62 tot 65 jaar en (2) door geen pensioenopbouw voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen toe te kennen over de periode van uitkering van prepensioen, dan wel jegens eisers onverkort na te komen de (pre)pensioen/VUT-regeling op grond van de Algemene Bank CAO die gold op 31 december 2002.

  2. Gehouden is de onder a. genoemde regelingen jegens eisers na te komen, althans gehouden is een voor eisers gelijkwaardige alternatieve regeling te treffen;

  3. Al dan niet subsidiair gehouden is aan eisers te vergoeden de schade die eisers als gevolg van het onder 1. genoemde handelen dan wel het onder 2. genoemde nalaten van Delta Lloyd hebben geleden en zullen lijden.

Voorts vorderen zij Delta Lloyd te veroordelen in de kosten van de procedure, de nakosten daarbij inbegrepen.

Delta Lloyd heeft in principaal appel geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis van de kantonrechter en in voorwaardelijk incidenteel appel tot bekrachtiging met verbetering van gronden, met - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [appellanten] in de kosten van het geding in hoger beroep, zowel in het principaal appel als het voorwaardelijk incidenteel appel met nakosten en rente.

Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 1. de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. De feiten komen neer op het volgende.

(i) [appellanten] zijn allen in dienst (geweest) bij Delta Lloyd Services ; appellanten sub 1, 8 en 12 zijn, aansluitend aan de beëindiging van hun dienstverband, met prepensioen gegaan. De overige appellanten zijn nog bij Services in dienst;

(ii) [appellanten] vielen tot 1 januari 2003 onder de werking van de Algemene Bank CAO, waarin een ruime prepensioenregeling was opgenomen; nadien vielen zij onder de werking van de eigen cao van de Delta Lloyd Groep;

(iii) in de Delta Lloyd Groep concern CAO (verder: de CAO), geldend van 1 juni 2004 tot 31 mei 2005 (CAO 2004-2005) was een overgangsregeling prepensioen (verder: de Overgangsregeling) opgenomen;

(iv) de tekst van de Overgangsregeling is eveneens opgenomen in bijlage 1C van het Pensioenreglement van het Pensioenfonds Delta Lloyd, geldend vanaf 1 januari 2003;

( v) de Overgangsregeling hield onder meer in, voor zover hier van belang:

a. a) De richtpensioendatum voor medewerkers geboren op of na 1 januari 1949

wordt 62 jaar;

b) Het Pensioenfonds Delta Lloyd verzekert een prepensioen dat gelijk is aan het premievrij gemaakte ouderdomspensioen, zoals dat is overgedragen aan het pensioenfonds. De uitkering gaat in op de richtpensioendatum en stopt bij 65 jaar;

c) Financiering vindt plaats vanaf 1 januari 2003;

d) Voor medewerkers die op 31 december 2000 reeds in de pensioenregeling

deelnemen en zijn geboren voor 1 januari 1964 wordt de uitkering van

prepensioen tot 65 jaar door middel van een aanvullend prepensioen aangevuld

tot 75% van het laatste pensioengevend inkomen;

e) Gedurende de prepensioenperiode blijft de medewerker in dienst en gaat de

pensioenopbouw door.

(vi) artikel 6 van de CAO 2004-2005 bepaalt onder 6.1 sub 2:

“Gedurende de looptijd van de CAO gelden de in de overgangsregelingen opgenomen aanvullingsregelingen voor het prepensioen en de eerdere pensioenrichtleeftijden. CAO-partijen hebben zich verbonden deze aanvullingsregelingen bij het aangaan van volgende CAO’s telkens te herbevestigen.”

(vii) In bijlage 2 van de CAO 2004-2005 zijn onder meer de overgangsregelingen voor de pensioenen opgenomen;

(viii) in de CAO, geldend van 1 juni 2005 tot 31 mei 2007 (CAO 2005-2007) is opgenomen artikel 6, dat voor zover van belang luidt als volgt:

“6

Pensioen

(…)6.4

Overgangsregeling pensioen

1.

Tot 1-01-2006 blijft de pensioenparagraaf uit de CAO 1 juni 2004 tot 31 mei 2005 ongewijzigd doorlopen, aangevuld met de uitkomsten van de in 2004 uitgevoerde studie als vermeld in 6.1 onder lid 16 van die CAO. De tekst van dit artikel wordt: Het pensioenfonds streeft voor de gewezen deelnemers naar aanpassing van de ingegane en premievrije pensioenen op basis van de beschikbare middelen (buffer en toekomstige overrente) met als doel de CBS Consumentenprijsindex alle huishoudens, afgeleid(2000=100) te volgen.

2.

Voor de werknemers die uit hoofde van de regeling 1999 op of voor 01-10-2006 met pensioen gaan blijft de pensioenregeling die op 31 december 2005 van kracht is, met uitzondering van de indexatiebepaling onverkort van kracht. De indexatie van deze opgebouwde rechten volgt met ingang van 01-01-2006 hetgeen gesteld onder 6.1 van deze CAO.

3.

Voor de werknemers die zijn geboren voor 1-01-1964 en uit hoofde van de regeling die op 31 december 2005 van kracht is, aanspraken op prepensioen hebben en/of uitzicht hadden op voorwaardelijke pensioenaanspraken en die niet vallen onder de in de vorige alinea bedoelde groep werknemers, worden deze aanspraken geheel of gedeeltelijk ingekocht per 31-12-2005.

Voor de werknemers geboren na 31-12-1963 die uitzicht hadden op voorwaardelijke aanspraken worden deze voorwaardelijke aanspraken niet ingekocht. De opgebouwde aanspraken op prepensioen blijven behoudens indexatie ongewijzigd.

Berekening van de voorwaardelijke aanspraken en aanspraken op prepensioen vindt plaats op basis van het pensioengevend inkomen en de pensioengrondslag per 1-01-2005 en het eventueel op 8 november 2005 geldende deeltijdfactor en ingekocht volgens de hieronder opgenomen staffel. Voor de werknemers werkzaam bij Delta Lloyd Verzekeringen en waarvoor de regeling variabele beloning buitendienst van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT