Uitspraak Nº 200.174.367. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2015-12-15

ECLIECLI:NL:GHARL:2015:9543
Docket Number200.174.367
Date15 Diciembre 2015
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.174.367

arrest op grond van artikel 329 Rv van 15 december 2015

in de zaak van

de stichting

Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek,

gevestigd te Den Haag,

eiseres,

hierna: PMT,

advocaat: prof.dr.mr. E. Lutjens,

tegen:


de vereniging

Bovag,

gevestigd te Bunnik,

gedaagde,

hierna te noemen: Bovag,

advocaat: mr. J.W. de Bruin.

1 Het geding
1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding van 17 juli 2015,
- de akte overlegging producties van 18 augustus 2015 van PMT,
- de schriftelijke conclusie van eis,
- de conclusie van antwoord met producties,

- de pleidooien op 13 november 2015 overeenkomstig de pleitnotities van de advocaten,
- de met instemming van Bovag ter gelegenheid van de pleidooien genomen akte van PMT als reactie op de producties bij de conclusie van antwoord.

1.2

Na afloop van de pleidooien heeft het hof arrest bepaald op één dossier.

2 De vaststaande feiten
2.1

Tot de bedrijfstak Metaal en Techniek behoren vier sectoren: de sector Metaal en Techniek, de sector Motorvoertuigen- en Tweewielerbedrijf (hierna de sector MvT), de sector Tank en Was en de sector Zeilmakerijen.

2.2

De partijen die de cao’s voor de bedrijfstak Metaal en Techniek afsluiten, werk(t)en van oudsher samen in de Stichting Vakraad Metaal en Techniek (hierna de Vakraad). Binnen de Vakraad worden arbeidsvoorwaarden-cao's afgesloten, regelingen gesloten met betrekking tot pensioenen, opleiding en ontwikkeling, en wordt beleid ontwikkeld op het gebied van arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen.

2.3

De meest recente cao voor de bedrijfstak Metaal en Techniek is gesloten voor de periode van 1 mei 2013 tot en met 28 februari 2015. Hoewel men spreekt van één cao zijn het er in feite vijf, namelijk: de cao's voor (i) de Goud- en Zilvernijverheid, (ii) het Isolatiebedrijf, (iii) het Carrosseriebedrijf, (iv) het Metaalbewerkingsbedrijf en (v) het Technisch Installatiebedrijf. Deze cao's hanteren alle eenzelfde algemeen deel A, met daarin de belangrijkste arbeidsvoorwaarden, en een (per sector afwijkend) bijzonder deel B.

2.4

Aan de in rechtsoverweging 2.3 vermelde cao(‘s) ligt het “Akkoord in de Metaal en Techniek 2013/2015” van 11 oktober 2013 van de werkgevers- en werknemersorganisaties samenwerkend in de Vakraad ten grondslag (productie 10 akte overlegging producties van
6 januari 2015 van Bovag bij het gerechtshof Den Haag), waarin onder andere het volgende is vermeld:
1. LOOPTIJD
De overeengekomen CAO’s kennen een looptijd van 1 mei 2013 tot en met 28 februari 2015.

2 INKOMEN

(…)
2.4 Naar aanleiding van de VPL-brief van DNB moeten de kosten van de overgangsmaatregelen en pensioenregeling worden gesplitst. In het kader van de uitvoering heeft PMT de Vakraad verzocht om een heldere mandatering ter zake. Deze mandatering wordt in de loop van de maand oktober door de Vakraad opgeleverd.
2.5 De kosten van de huidige overgangsmaatregelen worden per 1 januari 2014 volledig ten laste van de werkgever gebracht.
(…)
7. OVERGANGSREGELINGEN EN PENSIOEN
(…)
De eerder genoemde mandatering met betrekking tot de overgangsmaatregelen zal onderdeel uitmaken van een bedrijfstakuitvoeringsovereenkomst (BUO) die de verhouding van sociale partners in de Vakraad en het bestuur PMT omschrijft en waarin door sociale partners - die verantwoordelijk zijn voor de inhoud van de regeling - duidelijke uitvoeringsregels worden vastgelegd ten behoeve van het bestuur van PMT.
(…)”

2.5

Bovag is de brancheorganisatie van ondernemers die zich bezighouden met mobiliteit (personenauto's, bedrijfsauto's, trucks, tweewielers, motoren, caravans, campers, aanhangwagens, motorenrevisie, autoverhuur, autowassen, verkeersopleidingen en tankstations). Zij behartigt de belangen van haar leden, onder meer op het gebied van arbeidsvoorwaarden. Bovag maakt sinds 2010 geen deel meer uit van de Vakraad. Vanaf dat moment onderhandelt zij zelfstandig - dus los van de Vakraad - met de vakorganisaties FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en De Unie over een eigen cao voor de sector MvT. De daarvoor noodzakelijke onderhandelingen vinden plaats binnen de Stichting Bedrijfsraad (hierna: de Bedrijfsraad).

2.6

Bovag heeft met de onder 2.5 genoemde vakorganisaties een cao voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf gesloten voor de periode 1 oktober 2012 tot en met 31 oktober 2014. Bovag heeft in dit verband op 28 januari 2013 met de vakorganisaties een “Principe-akkoord in de Motorvoertuigen- en Tweewielerbranche 2012/2014” (hierna: het Principeakkoord MvT, productie 5 bij brief van 21 november 2014 namens PMT aan de rechtbank Den Haag) gesloten waarin onder andere het volgende is bepaald:
De werkgevers- en werknemersorganisaties, samenwerkend in de Bedrijfsraad voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf, hebben een principeakkoord bereikt met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden CAO ingaande op 1 oktober 2012. De bedrijfstak kent circa 12.500 bedrijven en 81.000 werknemers. Het betreft de CAO voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf.
(…)
7. PENSIOEN
Cao-partijen hebben de intentie om de onderstaande twee afspraken te continueren voor de lopende Cao-periode:
(…)

De afspraken in dit Cao-akkoord zijn gemaakt in een periode waarin een nieuwe pensioenregeling in ontwikkeling is. Indien bij de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling (PMT) een verhoging van de werkgeverslasten leidt tot een afspraak over een lagere loonontwikkeling van werknemers, dan verwerken partijen in de Motorvoertuigen en Tweewielerbedrijven dit in nadere afspraken over de compensatie daarvan in de vorm van bijvoorbeeld reductie van de structurele loonsverhoging, vakantie-uren dan wel andere arbeidsvoorwaardelijke elementen.

(…)”

2.7

In artikel 97 lid 2 van de cao MvT is het volgende bepaald:
“ Behoudens de in het pensioenreglement genoemde gevallen is de werkgever voor elke werknemer de krachtens genoemde reglement vastgestelde premie verschuldigd. De werkgever heeft voor de helft van de door hem verschuldigde premie recht van verhaal op de werknemer, door middel van inhouding bij elke uitbetaling van het salaris.
(…)”

2.8

PMT is het op de voet van artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (hierna: Wet BPF 2000) verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfonds voor de bedrijfstak Metaal en Techniek. Zij verzorgt de pensioenregeling voor die bedrijfstak. De Vakraad heeft namens “partijen betrokken bij de Verplichtstellingsbeschikking voor het Pensioenfonds te weten enerzijds CNV Bedrijvenbond, FNV Bondgenoten en De Unie, Vakbond voor industrie en dienstverlening en anderzijds - onder andere - Bovag” bij brief van 13 mei 2008 de wijziging van de verplichtstelling verzocht aan de Minister van SZW (productie 4 bij brief van 21 november 2014 namens PMT aan de rechtbank Den Haag). De minister heeft de gewijzigde verplichtstelling bekendgemaakt bij besluit van 7 januari 2010, Staatscourant 2010 nummer 576 van 12 januari 2010 (productie 7 akte overlegging producties van 6 januari 2015 van Bovag bij het gerechtshof Den Haag).

2.9

In het pensioenreglement 2014 van PMT (productie 2 bij brief van 21 november 2014 namens PMT aan de rechtbank Den Haag) is onder andere het volgende bepaald:
1.2 Verdeling premie
(…)

b. De Werkgever heeft het recht om een door het Bestuur te bepalen percentage van de voor de Deelnemer betaalde (gekorte) premies voor de in hoofdstuk II (Pensioenaanspraken) gedefinieerde pensioensoorten - door inhouding bij elke uitbetaling van het salaris - te verhalen op de betreffende Deelnemer.

(…)”

2.10

In het uitvoeringsreglement 2014 van PMT (productie 1 bij brief van 21 november 2014 namens PMT aan de rechtbank Den Haag) is onder andere het volgende bepaald:
II. Financiering

1 Premieheffing
1.1

Vaststelling premie
a. Voor iedere deelnemer worden vanaf de eerste dag van de maand waarin de Deelnemer 18 jaar wordt en voorts zolang het deelnemerschap voortduurt, jaarlijkse premies geheven ten behoeve van de in artikel I.3.2 van dit uitvoeringsreglement opgesomde pensioensoorten.
Voor het ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen stelt het Bestuur jaarlijks een jaarlijkse premie vast (…)

1.2

Verdeling premie
(…)
b. De Werkgever heeft het recht om een door het Bestuur te bepalen percentage van de voor de Deelnemer betaalde (gekorte) premies voor de in artikel I.3.2 gedefinieerde pensioensoorten - door inhouding bij elke uitbetaling van het salaris - te verhalen op de betreffende Deelnemer.

(…)”

2.11

In de Beleidsregels 2014 van PMT (productie 3 bij brief van 21 november 2014 namens PMT aan de rechtbank Den Haag) is onder andere het volgende bepaald:
XII. Financiering

1 Premieheffing
1.2

b Verdeling premie
Met ingang van 1 januari 2014 heeft de werkgever het recht om ten hoogste 36,8% van de voor de betreffende deelnemer te betalen premie over pensioengrondslag I in te houden bij elke uitbetaling van het salaris van deze Deelnemer. Van de te betalen premie over pensioengrondslag II kan de werkgever ten hoogste 46,8% inhouden op het salaris van de deelnemer.”

De hiervoor vermelde premieverdeling (per 1 januari 2014) hield een wijziging in van de sinds 1 april 2013 door PMT gehanteerde - en toen ook voor Bovag acceptabele - verdeling, te weten (minimaal) 53,2% van de premie voor de werkgever en (maximaal) 46,8% van de premie voor de werknemer. Het initiatief voor de wijziging van de verdeling van de pensioenpremie kwam van de Vakraad. De achtergrond daarvan was het besluit/de afspraak binnen de Vakraad dat in de sector Metaal en Techniek de premies op grond van de Wet aanpassing fiscale behandeling VUT- en prepensioenregelingen en introductie levensloopregelingen (hierna: de VPL-premies), te weten premies ter financiering van voorwaardelijke aanspraken op pensioen, volledig voor rekening dien(d)en te komen van werkgevers.

2.12

De wijziging van de verdeling van de pensioenpremie per 1 januari 2014 naar (maximaal) 36,8% voor de werknemer en (minimaal) 63,2% voor de werkgever was voor Bovag...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT