Uitspraak Nº 200.174.367. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2016-05-17

ECLIECLI:NL:GHARL:2016:3725
Date17 Mayo 2016
Docket Number200.174.367
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.174.367

arrest op grond van artikel 329 Rv van 17 mei 2016

in de zaak van

de stichting

Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek,

gevestigd te Den Haag,

eiseres,

hierna: PMT,

advocaat: prof.dr.mr. E. Lutjens,

tegen:


de vereniging

Bovag,

gevestigd te Bunnik,

gedaagde,

hierna te noemen: Bovag,

advocaat: mr. J.W. de Bruin.

1 Het verdere verloop van het geding
1.1

Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 15 december 2015 hier over.

1.2

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:

- een akte van PMT van 12 januari 2016 met producties;

- een akte van Bovag van 12 januari 2016 met producties.

2 De verdere beoordeling van het geschil
2.1 Het hof heeft in rechtsoverweging 4.3 van het tussenarrest van 15 december 2015 overwogen dat kern van het geschil tussen partijen de vraag betreft of PMT als verplicht bedrijfstakpensioenfonds bevoegd is om voor de op grond van de onder de in rechtsoverweging 2.8 vermelde verplichtstellingsbeschikking vallende (werknemers en) werkgevers een bindend besluit te nemen over de hoogte van de door deze (werknemers en) werkgevers verschuldigde pensioenpremie (waaronder de zogenaamde VPL-premie) en daarbij tevens de hoogte vast te stellen van het deel van deze premies die deze werkgevers ten hoogste op deze werknemers mogen verhalen door inhouding op het salaris.
2.2

In aanvulling op de in rechtsoverweging 2.8 van het tussenarrest van 15 december 2015 door het hof vastgestelde feiten, staat tevens vast dat naar aanleiding van de aanvraag van de Vakraad namens - onder andere - Bovag bij besluit van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 april 2015, Stcrt. 28 april 2015, nr 11859 het besluit van
7 januari 2010, Stcrt. 2010, nr. 576, waarin werd overgegaan tot het verplicht stellen van de deelneming in de Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek, is gewijzigd.

2.3

Op grond van de door partijen bij de onder 1.2 vermelde aktes overgelegde stukken en de toelichting op die stukken staat het volgende vast.

Doel, bevoegdheden, besluitvorming PMT

2.4

In artikel 1 Pw is een pensioenreglement gedefinieerd als de door de pensioenuitvoerder opgestelde regeling met betrekking tot de verhouding tussen pensioenuitvoerder en deelnemer. Een uitvoeringsreglement is in ditzelfde artikel onder andere gedefinieerd als de door een bedrijfstakpensioenfonds opgestelde regeling met betrekking tot de verhouding tussen pensioenuitvoerder en werkgever. Op grond van artikel 35 lid 1 Pw stelt de pensioenuitvoerder een pensioenreglement vast in overeenstemming met de pensioenovereenkomst en de uitvoeringsovereenkomst of het uitvoeringsreglement.

2.5

In artikel 2.1. van de statuten van PMT van 6 februari 2007, 18 februari 2011,
12 oktober 2011, 12 november 2012 en 1 juli 2014 (productie H akte PMT) is bepaald dat de stichting (hof: soms ook aangeduid als het pensioenfonds) zich ten doel stelt om, op de voet en onder de voorwaarden als in de desbetreffende reglementen nader is bepaald, uitkeringen te verstrekken ter zake van ouderdom en/of overlijden aan hen die, hetzij als werknemer, hetzij in een andere hoedanigheid (doch in het laatste geval uitsluitend, indien de deelneming in de stichting op grond van de wet verplicht is gesteld), werkzaam zijn of geweest zijn in de Metaal en Techniek, alsmede aan hun nagelaten betrekkingen.
In artikel 2.2. van deze statuten is bepaald dat tot (de bedrijfstak) Metaal en Techniek worden gerekend onder andere (f) het automobiel-, garage- en motorrijwielreparatiebedrijf, (j) het rijwielreparatiebedrijf en (o) iedere andere bedrijfstak, of deel daarvan, welke naar het oordeel van de Stichting Vakraad Metaal en Techniek tot de Metaal en Techniek behoort.

In artikel 6.2. van de statuten van PMT van 6 februari 2007, 18 februari 2011, 12 oktober 2011, 12 november 2012 en 1 juli 2014 is bepaald dat het bestuur voorts bevoegd is met betrekking tot alle onderwerpen welke tot zijn competentie behoren, ten aanzien van hen die rechten aan de stichting (hof: soms ook aangeduid als het pensioenfonds) ontlenen, alsmede ten aanzien van hun eventuele werkgevers, zowel algemeen bindende voorschriften te geven, als in bepaalde gevallen aanwijzingen te verstrekken.

In artikel 8.4. van de statuten van PMT van 6 februari 2007, 18 februari 2011, 12 oktober 2011 en 12 november 2012 is bepaald dat besluiten slechts rechtsgeldig worden genomen, indien zowel aan werkgevers- als aan werknemerszijde ten minste drie bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en bij de stemming zich aan elke zijde ten minste zesendertig stemmen voor aanvaarding van het besluit verklaren.
In artikel 8.4. van de statuten van PMT van 1 juli 2014 is bepaald dat besluiten slechts rechtsgeldig kunnen worden genomen, indien ten minste vier stemmen door bestuursleden die als vertegenwoordigers van de werkgevers voor benoeming zijn voorgedragen door Federatie Werkgeversorganisaties Techniek voor het voorstel worden uitgebracht en vier stemmen door bestuursleden die door FNV Bondgenoten en/of CNV Vakmensen voor benoeming zijn voorgedragen en/of door de pensioengerechtigden in het verantwoordingsorgaan, dan wel zijn gekozen door de pensioengerechtigden.


In artikel 16.1. van de statuten van PMT van 6 februari 2007, 18 februari 2011, 12 oktober 2011, 12 november 2012 en 1 juli 2014 is bepaald dat bij (het) pensioenreglement door het bestuur de rechten en verplichtingen van de deelnemers met betrekking tot de te verlenen pensioenen en/of andere uitkeringen worden vastgesteld.

In artikel 17.1. van de statuten van PMT van 6 februari 2007 is bepaald dat besluiten betreffende het vaststellen en wijzigen van het pensioenreglement niet in werking treden dan na goedkeuring door de Vakraad.

In artikel 16.3. van de statuten van PMT van 18 februari 2011, 12 oktober 2011,

12 november 2012 en 1 juli 2014 is onder andere bepaald dat het bestuur slechts tot wijziging van het in artikel 16.1. genoemde reglement zal besluiten, nadat de Vakraad in staat is gesteld daarover te adviseren.

2.6

Gesteld noch gebleken is dat in de periode 1 juli 2014 tot de datum van de akte van PMT (12 januari 2016) de statuten van PMT zijn gewijzigd.

Doel en bevoegdheden van de Vakraad

2.7

In artikel 1 lid 2 van de statuten van de Vakraad zoals die gelden vanaf 25 maart 2004 (productie I akte PMT) is onder andere bepaald dat tot de metaalnijverheid voor de toepassing van deze statuten geacht worden te behoren de bedrijfstakken vallende onder de werkingssfeer als omschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst of regelingen van lonen en andere arbeidsvoorwaarden het motorvoertuigenbedrijf, (…) het tweewielerbedrijf (…) en voorts die bedrijfstakken welke door het algemeen bestuur van de stichting (hof: bedoeld is de Vakraad) als zodanig worden aangewezen.

In artikel 2 van deze statuten is bepaald dat aan de stichting kunnen medewerken de organisaties van werkgevers en werknemers die partij zijn bij een collectieve arbeidsovereenkomst in de metaalnijverheid, onder voorwaarde dat alle bij een dergelijke collectieve arbeidsovereenkomst betrokken organisaties aan de stichting meewerken.

In artikel 3 van deze statuten is bepaald dat de stichting zich ten doel stelt de bevordering van goede sociale verhoudingen in de metaalnijverheid.

In artikel 4 van deze statuten is onder e bepaald dat de stichting haar doel tracht te bereiken door het voldoen aan haar bij statuten en/of reglementen, van (het hof begrijpt) andere organen of instellingen op het gebied van de metaalnijverheid opgelegde verplichtingen.

In artikel 5 lid 1 van deze statuten is bepaald dat het algemeen bestuur wordt gevormd door personen, die worden aangewezen door de werkgevers- en werknemersorganisaties die aan de stichting medewerken. In artikel 5 lid 2 van deze statuten is bepaald dat iedere werkgeversorganisatie één lid en één plaatsvervangend lid voor het algemeen bestuur aanwijst en dat de gezamenlijke werknemersorganisaties dertien leden en dertien plaatsvervangende leden voor het algemeen bestuur aanwijzen.

Pensioenreglement 2014

2.8

In het - op grond van hoofdstuk I Algemeen sub 10 - met ingang van 1 januari 2014 geldende pensioenreglement van PMT is onder andere het volgende bepaald (het hof herhaalt hier omwille van de duidelijkheid een aantal bepalingen die ook al in het tussenarrest van
15 december 2015 zijn vermeld):

I. Algemeen

1 Definities
(…)
1.5 Deelnemer
De persoon die op grond van artikel I.2.1 (Deelnemer) wordt aangemerkt als deelnemer in het Fonds.
2. Deelnemerschap
2.1

Deelnemer
Als Deelnemer wordt aangemerkt:
a. In geval van verplicht deelnemerschap:
- de Werknemer (…) die, voor zover is vastgesteld door PMT (mogelijk na onderzoek) dat de verplichtstelling op de deelnemer van toepassing is, volgens de Wet Bpf en de Ministeriële Beschikking betreffende verplichtstelling van deelneming als werkzaam in de Metaal en Techniek wordt beschouwd;

(…)

7. Overeenkomsten
Het Bestuur is bevoegd om zich bij samenwerkingsverbanden/circuits van pensioenuitvoerders aan te sluiten en met afzonderlijke pensioenuitvoerders of ondernemingen nadere overeenkomsten aan te gaan waarbij van bepalingen in het Reglement wordt afgeweken. Voorwaarde is dat deze overeenkomsten niet ten nadele van de overige Deelnemers uitwerken.
(…)
II. Pensioenaanspraken
(…)

2. Opsomming pensioenaanspraken

De Deelnemer heeft aanspraak op:
– een levenslang ouderdomspensioen ten behoeve van zichzelf;
– een levenslang partnerpensioen ten behoeve van de Partner;
– een levenslang bijzonder partnerpensioen ten behoeve van de Gewezen Partner (…);
– een tijdelijk wezenpensioen ten behoeve van het Kind of de Kinderen;
– een tijdelijk ANW Pensioen ten behoeve...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT