Uitspraak Nº 200.174.806_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2016-12-06

ECLIECLI:NL:GHSHE:2016:5413
Date06 Diciembre 2016
Docket Number200.174.806_01
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer 200.174.806/01

arrest van 6 december 2016

in de zaak van

[appellante] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellante,

hierna aan te duiden: als [appellante] ,

advocaat: mr. I.M. van den Heuvel te Roosendaal,

tegen

Stichting Pensioenfonds ABP,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

geïntimeerde,

hierna aan te duiden als: ABP,

advocaat: mr. J.G. van Ek te Heerlen,

op het bij exploot van dagvaarding van 2 juli 2015 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 29 april 2015, door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Bergen op Zoom, gewezen tussen [appellante] als gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie, en ABP als eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie.

1 Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 3532328 CV EXPL 14-5857)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis, alsmede naar het daaraan voorafgegane tussenvonnis van 28 januari 2015 waarbij een comparitie van partijen is gelast.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding in hoger beroep;

  • -

    de memorie van grieven met productie (de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen in eerste aanleg);

  • -

    de memorie van antwoord;

  • -

    het door [appellante] verzochte pleidooi, waarbij partijen pleitnota's hebben overgelegd.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De beoordeling
3.1.

Bij vonnis van 23 april 2014, zaak-/rolnummer 2137242 CV EXPL 13-3427, heeft de kantonrechter te Bergen op Zoom ABP niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering in conventie tot veroordeling van [appellante] tot betaling van € 15.428,91, te vermeerderen met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft daartoe overwogen (rechtsoverweging 3.6):

"De dagvaarding is incompleet en de stellingen daarin zijn onvoldoende toegelicht en onderbouwd. Mede ten gevolge hiervan blijven ook later in de procedure de stellingname, onderbouwing en verwijzingen aan de zijde van ABP onvolledig en onvoldoende geordend en toegankelijk. [appellante] wordt daardoor in haar verdediging geschaad."

De vordering van [appellante] in reconventie, strekkende tot veroordeling van ABP tot betaling van € 860,-, te vermeerderen met wettelijke rente, heeft de kantonrechter bij genoemd vonnis afgewezen.

Tegen dit vonnis is door geen van de partijen hoger beroep ingesteld.

3.2.

ABP vordert in de onderhavige procedure in conventie (opnieuw) veroordeling van [appellante] tot betaling van € 15.428,91, te vermeerderen met wettelijke rente.

[appellante] vordert in reconventie voorwaardelijk, namelijk voor het geval ABP ontvankelijk is in haar vordering in conventie, veroordeling van ABP tot betaling van € 860,- te vermeerderen met wettelijke rente.

3.3.

[appellante] heeft ten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT