Uitspraak Nº 200.176.359. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2017-12-19

ECLIECLI:NL:GHARL:2017:11215
Date19 Diciembre 2017
Docket Number200.176.359
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.176.359

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, 3337508)

arrest van 19 december 2017

in de zaak van

de stichting

Stichting Vitras/CMD,

zetelend te Nieuwegein,

appellante,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna: Vitras,

advocaat: mr. B.E.H. Zwezerijnen,

tegen:

mr. R. Frankfort, in zijn hoedanigheid van curator van

de stichting Stichting Welzijn Veenendaal,

zetelend te Driehuis (Noord-Holland),

geïntimeerde,

in eerste aanleg: eiseres,

hierna: Welzijn,

advocaat: mr. H.C.W. Geffroy.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 8 juni 2015 dat de rechtbank Midden-Nederland heeft gewezen. Bij dit tussenvonnis heeft de rechtbank, na een aantal beslissingen te hebben gegeven omtrent het geschil dat de partijen verdeeld houdt, de zaak naar de rol verwezen opdat Vitras zich zou kunnen uitlaten over de producties T, U en V van Welzijn. De rechtbank heeft van het tussenvonnis in dat vonnis hoger beroep opengesteld.

2 Het geding in hoger beroep
2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 31 augustus 2015 (met grieven en producties),

- de memorie van antwoord,

- de schriftelijke pleidooien.

2.2

Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3 De ontvankelijkheid van het hoger beroep

Aangezien de rechtbank van het vonnis van 8 juni 2015 in dat vonnis tussentijds hoger beroep heeft opengesteld, is Vitras, die tijdig in hoger beroep is gekomen, ontvankelijk in het hoger beroep.

4 De vaststaande feiten

Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.8 van het bestreden vonnis. Deze komen op het volgende neer.

4.1

Tot en met 31 december 2013 voerde Welzijn in opdracht van de gemeente Veenendaal sociaal-cultureel maatschappelijk werk (hierna: welzijnswerk) uit in Veenendaal en omstreken. Welzijn ontving hiervoor jaarlijks een subsidie van de gemeente Veenendaal.

4.2

In 2011 heeft de gemeente Veenendaal besloten om het welzijnswerk voor Veenendaal en omstreken voor het jaar 2014 te gaan aanbesteden. In de opdrachtomschrijving van de uitnodiging tot inschrijving op de aanbesteding “vernieuwing Welzijn algemeen toegankelijke ondersteuningsaanbod” heeft de gemeente Veenendaal de opdracht als volgt omschreven:

1.BEGRIPSBEPALINGEN

(…)

Opdracht

Het leveren van algemeen toegankelijk ondersteuningsaanbod dat Inwoners helpt om sociaal te participeren en thuis zelfredzaam te zijn zoals omschreven in de Uitnodiging tot inschrijving.

(…)

Sociale participatie

Actieve deelname aan organisaties als clubs, kerken, politieke partijen, (sport)verenigingen, enz., het onderhouden van sociale contacten in de buurt, via vriendenbezoek e.d. Activiteiten met de intentie om (vrijwillig) iets voor anderen (informele hulp, mantelzorg) of de samenleving te doen.

(…)

Zelfredzaamheid

Vermogen om dagelijkse algemene levensverrichtingen zelfstandig te kunnen doen en het vermogen om sociaal te kunnen functioneren, zo nodig met hulp van anderen.

(…)

3 OPDRACHTOMSCHRIJVING
3.1

Model Veenendaal

Als gemeente moeten we ons bezinnen hoe we Inwoners ondersteuning kunnen bieden, zodat deze klantgericht is en ook effectief en financieel beheersbaar is en blijft. Dit doen we tegen de achtergrond van:

- Omvorming tot verantwoordelijke samenleving;

- Decentralisatie van taken naar gemeenten;

- Reductie van beschikbare budgetten.

We hebben als koers van de verandering model Veenendaal ontwikkeld. Dit model is vastgesteld in de gemeenteraad van december 2012. Model Veenendaal beschrijft een cirkel van ondersteuning die uit gaat van cultuur- en structuurveranderingen. In het model geven we aan dat het noodzakelijk is dat alle actoren, gemeente, instellingen en Inwoners anders moeten gaan denken en handelen.

Voor de gemeente verandert de rol in zorgen voor naar zorgen dat.

Inwoners zijn primair zelf verantwoordelijk voor het oplossen van de ondersteuningsvraag, zijn bereid elkaar te helpen en weten de weg naar de professionele ondersteuning.

Van algemene maatschappelijke organisaties als kerken, sportverenigingen zien wij graag dat zij actief bijdragen aan de participatie van Inwoners en signaleren wanneer professionele ondersteuning nodig is.

Bij aanbieders is de verandering nodig om gezamenlijk verantwoordelijk te zijn voor ondersteuning van alle Inwoners met participatiebelemmeringen. Hierbij ligt de nadruk op stimuleren eigen kracht, samenwerken met het netwerk om Inwoner heen, inzetten van Vrijwillige inzet en een integrale aanpak op alle leefgebieden (Zelfredzaamheid thuis, Sociale participatie, opvoeden en opgroeien, werk en inkomensondersteuning). (…)

Bij deze Opdracht gaat het voor ons om een volledig integrale benadering van de Ondersteuningsvragen en dat de ondersteuning tussen en binnen de leefgebieden op elkaar aansluit. Een herstructurering en organisatieaanpassing in de algemeen toegankelijke ondersteuning is hiervoor noodzakelijk.

Inwoners kunnen ondersteuning nodig hebben op verschillende leefgebieden en in verschillende mate. De ondersteuning moet op elkaar aansluiten en ook in volgorde goed op elkaar aansluiten. De Inwoner moet geholpen worden bij zijn/haar Ondersteuningsvraag.

Grofweg onderscheiden we vier leefgebieden:

1. Zelfredzaamheid thuis;

2. Sociale participatie;

3. opvoeden en opgroeien;

4. arbeidsparticipatie en inkomen.

In deze Opdracht betrekken we het algemeen toegankelijk ondersteuningsaanbod dat vooral de leefgebieden Zelfredzaamheid thuis en Sociale participatie betreft. Uitgangspunt is dat iedereen zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen leven. Daarbij realiseren we ons dat niet iedereen dit (altijd) alleen aan kan. Inwoners vragen soms (tijdelijk) ondersteuning om (daarna) zelfstandig te kunnen participeren.

Gelet op de vele ontwikkelingen op de leefgebieden opvoeden en opgroeien, en werk en inkomensondersteuning laten we de herstructurering van dit aanbod nu buiten deze Opdracht. Indien wet- en regelgeving of gewijzigd beleid hiertoe nopen kan het zijn dat in de toekomst onderdelen van deze leefgebieden toch onder deze Opdracht gaan vallen. Mocht dit het geval zijn, dan gaat dit uiteraard in samenspraak met de gecontracteerde Opdrachtnemer.

Belangrijke uitgangspunten vanuit model Veenendaal:

(…)

3.2

Gezamenlijke opgave gemeente, instellingen en Inwoners

(…)

b. Aanbieders/instellingen

Ondersteuning moet veel meer van tijdelijke aard zijn. De ondersteuning die geboden wordt aan Inwoners moet erop gericht zijn om toe te groeien naar meer Zelfredzaamheid. Dit vraagt heel duidelijk een anders denken en handelen bij (medewerkers van) de instellingen, de genoemde cultuuromslag bij Model Veenendaal.(…)

(…)

d. Gezamenlijk

(...) De beweging die we in gang zetten, kenmerkt zich als volgt:

Van ---------------------------------------------------------> Naar

Aanbodgericht Vraaggericht

Scheiding zorg en welzijn Verbinding zorg en welzijn

Curatief Preventief

Verzorgde burger Zelfredzame burger

Verkokerde dienstverlening Integrale dienstverlening

Input/output sturing Sturen op maatschappelijk effect

3.3

Organisatiestructuur

We zoeken een Opdrachtnemer die zelf werkzaamheden uitvoert en daarnaast ook Onderaannemers inzet. Dit dient hij te doen op een zo effectieve en efficiënte manier. Toepassing van bewezen effectieve methodieken heeft hierin de voorkeur. (…)

3.6

Taakstelling

Om de doelstelling toe te lichten en te specificeren hebben we vijf taakstellingen gedefinieerd. (…) In hoofdstuk 9 het programma van eisen staan de eisen waaraan u moet voldoen bij de uitvoering van de taken. (…)

9.1

Algemene eisen

a. Iedereen is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het oplossen van zijn haar eigen beperkingen/ondersteuningsvragen. Pas als duidelijk is dat dit niet lukt, komt ondersteuning geleverd door (professionele) ondersteuningsorganisaties aan de orde.

b. De professionele organisaties zijn er om Vrijwillige inzet te ondersteunen. (…)”

4.3

Zowel Welzijn als Vitras hebben ingeschreven op de aanbesteding. De gemeente Veenendaal heeft de aanbesteding gegund aan Vitras. Als gevolg hiervan verloor Welzijn met ingang van 1 januari 2014 circa 75% van haar omzet en is een groot aantal medewerkers (19) boventallig geworden en ontslagen. In de gemeente Veenendaal waren tot 31 december 2013 ook enkele andere, kleinere, organisaties op het gebied van welzijnswerk werkzaam. Deze organisaties hebben na 1 januari 2014 deels hun werkzaamheden behouden (door voor Vitras in onderaanneming werkzaamheden te verrichten) en deels ook omzet verloren.

4.4

Beide partijen zijn gebonden aan de cao Welzijn. In artikel 11.4 van deze cao is het volgende bepaald.

11.4 Overname van personeel bij aanbesteding

1. De werknemer die met dreigend ontslag wordt geconfronteerd wegens een vermindering of beëindiging van de werkzaamheden als gevolg van het niet langer door de werkgever uitvoeren van een eerder door de overheid gegunde opdracht, doordat deze opdracht na een procedure van aanbesteding aan een andere opdrachtnemer is gegund, heeft bij gebleken geschiktheid recht op een dienstverband bij de andere, nieuwe opdrachtnemer.

Onverminderd het bepaalde in de Wet Overgang Ondernemingen neemt de nieuwe opdrachtnemer de voor het uitvoeren van de opdracht benodigde en geschikt gebleken werknemers over van de vorige opdrachtnemer. Dit voor zover de nieuwe...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT