Uitspraak Nº 200.179.474. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2018-02-27

ECLIECLI:NL:GHARL:2018:1942
Docket Number200.179.474
Date27 Febrero 2018
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.179.474

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 390352)

arrest van 27 februari 2018

in de zaak van

de vennootschap naar buitenlands recht

Mecra Limited, voorheen handelend onder de naam Rimec Limited,

gevestigd te Northampton, Verenigd Koninkrijk,

appellante in het principaal hoger beroep,

geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,

hierna: Mecra,

advocaat: mr. D.G. Veldhuizen,

tegen:

1.
de stichting

Stichting Technisch Bureau voor de Bouwnijverheid,

gevestigd te Harderwijk,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

appellante in het incidenteel hoger beroep,

hierna: TBB,
advocaat: mr. M. Holtzer,

2. de stichting

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid,

gevestigd te Amsterdam,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

hierna: Bpf Bouw,

advocaat: mr. B. Degelink,

3 [geïntimeerde 1] , wonende te [plaatsnaam] ,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

hierna: [geïntimeerde 1] ,

advocaat: mr. M. Holtzer,

4. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid

Federatie Nederlandse Vakbeweging, rechtsopvolger van FNV Bouw,

gevestigd te Woerden,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

hierna: FNV,

advocaat: mr. S.N. Ketting,

5 [geïntimeerde 2] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

hierna: [geïntimeerde 2] ,

niet verschenen,

6 [geïntimeerde 3] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

hierna: [geïntimeerde 3] ,

niet verschenen,

7. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid

Bouwend Nederland, de Vereniging van bedrijven in de sectoren Bouw en
Infrastructuur,

gevestigd te Zoetermeer,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

hierna: Bouwend Nederland,

advocaten: mr. E.J. Henrichs.

1 Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
1.1

Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 30 mei 2017 hier over. Wel wordt opgemerkt dat in dat arrest ten onrechte is vermeld dat ook [geïntimeerde 1] appellant in het incidenteel hoger beroep zou zijn.

1.2

Het verdere verloop blijkt uit:

- een akte na tussenarrest van de zijde van Mecra;

- een antwoordakte na tussenarrest van de zijde van Bpf Bouw;

- een antwoordakte na tussenarrest van de zijde van TBB en [geïntimeerde 1] ;

- een antwoordakte na tussenarrest van de zijde van FNV;

- een antwoordakte na tussenarrest van de zijde van Bouwend Nederland.

1.3

Vervolgens hebben partijen de (aanvullende) stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

2 De verdere beoordeling van de grieven en de vordering
2.1

Zoals in het tussenarrest al werd overwogen, heeft Mecra de grieven A1, A2 en I ter gelegenheid van de pleidooien in hoger beroep ingetrokken, zodat deze grieven geen verdere bespreking behoeven.

2.2

Het hof heeft in het tussenarrest van 30 mei 2017 overwogen dat de vaststelling van het op de met de uitgeleende werknemers gesloten arbeidsovereenkomsten toepasselijke recht dient plaats te vinden op basis van de inhoud van de individuele arbeidsovereenkomsten en dat daarbij rekening moet worden gehouden met het geheel van omstandigheden dat de werkzaamheid van de desbetreffende werknemer kenmerkt. Het hof heeft Mecra in de gelegenheid gesteld om bij akte de individuele arbeidsovereenkomsten van de (70 Poolse en 42 Portugese) werknemers waarop het onderhavige geding betrekking heeft in het geding te brengen. Daarnaast is Mecra in de gelegenheid gesteld het hof in te lichten over de omstandigheden die de werkzaamheid van de individuele werknemers kenmerken, over het arbeidsverleden van de desbetreffende werknemers direct voorafgaand en aansluitend aan de door hen verrichte werkzaamheden aan het A2-project, alsmede het hof op de hoogte te stellen van factoren voor de aanknoping bij een recht waarmee de arbeidsovereenkomst van de werknemers nauwer is verbonden.

2.3

Mecra heeft bij akte na tussenarrest aangevoerd dat het aantal op het A2 project tewerkgestelde werknemers in december 2013 afwijkt van de door het hof overgenomen getallen (70 Poolse en 42 Portugese werknemers). Volgens Mecra heeft de rechtbank Midden-Nederland in haar vonnis van 22 juli 2015 de door Mecra in haar dagvaarding in eerste aanleg genoemde getallen (70 werknemers totaal, waarvan 28 Poolse en 42 Portugese werknemers) verkeerd overgenomen. In de maand december 2013 zijn er volgens Mecra 12 Poolse en 55 Portugese werknemers ingezet. Mecra heeft van 12 Poolse en 45 Portugese werknemers de schriftelijke arbeidsovereenkomst (die van de werknemers [werknemer 1] , [werknemer 2] , [werknemer 3] , [werknemer 4] , [werknemer 5] , [werknemer 6] , [werknemer 7] en [werknemer 8] ), de overeenkomst met Atop (met uitzondering van de werknemer [werknemer 6] ), de salarisstrook van december 2013, (voor de Portugese werknemers) een kopie van de door de Portugese autoriteiten verstrekte A1 verklaring, dan wel (voor de Poolse werknemers) een kopie van de brief van de Belastingdienst met de verstrekking van een sofinummer overgelegd (met uitzondering van de werknemers [werknemer 9] en [werknemer 10] ). De arbeidsovereenkomsten van de Poolse werknemers zijn opgesteld in de Poolse en Engelse taal. De arbeidsovereenkomsten van de Portugese werknemers zijn opgesteld in de Portugese taal, waarbij van één arbeidsovereenkomst (van [werknemer 11] ) een vertaling van het Portugees naar het Engels is overgelegd.

2.4

In het tussenarrest van 30 mei 2017 is onder de vaststaande feiten (3.5) opgenomen dat op de arbeidsovereenkomsten van de Portugese werknemers de betreffende bepalingen van Portugees recht van toepassing zijn verklaard. In de door Mecra met de Poolse werknemers gesloten arbeidsovereenkomsten is bepaald: "This statement shall be governed by and construed in accordance with English law".

Het hof constateert dat in de door Mecra overgelegde in de Engelse taal vertaalde arbeidsovereenkomst van [werknemer 11] onder 6. "Applicable regulations" staat vermeld: "In all that is not mentioned, the present contract will be ruled bij de pertinent regulations of Law n° 07/2009 of 12/02 revised by laws N°s 53/2011 of 14/10, 03/2012 of 10/10, 23/2012 of 25/06, 47/2013 of 29/08 and 69/2013 of 30/08 and Dec.Law 260/2009 as well as by the other labour laws applicable". Kennelijk is tussen partijen niet in geschil dat hier wordt verwezen naar Portugese wetten, zodat het hof ervan zal uitgaan dat in de arbeidsovereenkomsten van de Portugese werknemers een rechtskeuze is opgenomen voor (bepalingen van) Portugees recht. Overigens valt wel op dat in de overige in het Portugees opgestelde arbeidsovereenkomsten (voor zover leesbaar) onder 6. Legislaçâo aplicável niet één op één naar dezelfde wetten wordt verwezen als de wetten die worden genoemd in de in het Engels vertaalde arbeidsovereenkomst.

Met betrekking tot de arbeidsovereenkomsten van de Poolse werknemers, constateert het hof verder nog dat onder 11 de volgende bepaling is opgenomen: "This statement shall be governed by and construed in accordance with English Law. It should be noted that Polish translations of this statement are provided for ease of understanding only and while we have attempted to translate as accurately as possible, the legal contract is the version in English. (….) By signing below both parties are attesting their full acceptance of all terms as outlined above".

2.5

In het tussenarrest van 30 mei 2017 is verder overwogen dat deze rechtskeuze er ingevolge de tweede volzin van artikel 8 lid 1 Rome I niet toe mag leiden dat de werknemer de bescherming verliest welke hij geniet op grond van bepalingen waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken op grond van het recht dat bij gebreke van een rechtskeuze overeenkomstig de leden 2 tot en met 4 van artikel 8 Rome I toepasselijk zou zijn. In dit kader moet allereerst worden beoordeeld (artikel 8 lid 2 Rome I) vanuit welk land de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk zijn arbeid verricht.

2.6

Uit de overgelegde arbeidsovereenkomsten van de individuele Portugese werknemers blijkt dat zij als werkplek (Local de Trabalho) Maastricht in Nederland hadden (zie onderstaand schema). Ingevolge deze arbeidsovereenkomsten hebben alle werknemers gedurende één of meerdere perioden op het A2 project in Nederland gewerkt. Dat een of meer van de individuele werknemers ter uitvoering van deze of zelfs een andere door deze(n) met Mecra, dan wel Rimec Works of Rimec Empresa gesloten arbeidsovereenkomst voorafgaand aan of volgend op het werk op het A2 project, elders heeft/hebben gewerkt, blijkt niet. Mecra heeft in haar akte na tussenarrest aangegeven dat het voor haar onmogelijk is gebleken om specifieke informatie te verkrijgen van de niet langer bestaande vennootschappen Rimec Works en Rimec Empresa. Ook als dit het geval is (Rimec Works en Rimec Empresa behoorden in het verleden tot hetzelfde concern als Mecra) kan dit Mecra niet baten. Dat zij niet of niet meer over de bewuste gegevens beschikt, dient voor haar rekening en risico te blijven. Nu geen andere gegevens zijn verstrekt, moet het ervoor worden gehouden dat het land van waaruit de Portugese werknemers ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk hun arbeid hebben verricht, Nederland was. Dat een bouwproject altijd wordt afgerond en de terbeschikkingstelling van de werknemers om die reden van tijdelijke aard was, is daarbij niet relevant. Het gaat er immers om vast te stellen waar de werknemers ter uitvoering van de overeenkomst (onderstreping hof) gewoonlijk de arbeid verrichtten. De omstandigheid dat in de overeenkomst met Atop het vervoer van en naar Nederland is geregeld, brengt...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT