Uitspraak Nº 200.182.227/01. Gerechtshof Den Haag, 2020-12-22

ECLIECLI:NL:GHDHA:2020:2414
Docket Number200.182.227/01
Date22 Diciembre 2020
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)
GERECHTSHOF DEN HAAG Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.182.227/01

Zaaknummer rechtbank : 1168211 \ CV EXPL 12-33447

arrest van 22 december 2020

inzake

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

hierna te noemen: [appellant] ,

advocaat: mr. J.P. van de Berg te Den Haag,

tegen

Stichting Geestelijke Gezondheidszorg Delfland,

gevestigd te Delft,

geïntimeerde,

hierna te noemen: GGZ Delfland,

advocaat: mr. D.J.G. Timmermans te Leiden.

1 Het verdere verloop van het geding
1.1

Voor het verloop van het geding verwijst het hof naar het arrest van 14 april 2020 (hierna: het derde tussenarrest).

1.2

GGZ Delfland heeft op 12 mei 2020 een akte genomen. Daarbij heeft zij haar vordering verminderd. [appellant] heeft hierop gereageerd met een antwoordakte d.d. 9 juni 2020 met productie.

1.3

Daarna hebben partijen arrest gevraagd.

2 Verdere beoordeling van het hoger beroep

De facturen

2.1

Het hof heeft in het derde tussenarrest beslist dat GGZ Delfland de gelegenheid krijgt te reageren op de akte die [appellant] na het tweede tussenarrest in het geding heeft gebracht. Van GGZ Delfland werd een reactie verwacht op een aantal facturen waarvan zij de verschuldigdheid betwiste. Het gaat daarbij om de stellingen van [appellant] ter zake van:

  • -

    factuur 156 (rov. 3.2),

  • -

    factuur 164 (rov. 3.5),

  • -

    factuur 166, maar uitsluitend ten aanzien van de laptophoezen (rov. 3.7),

  • -

    factuur 168, maar uitsluitend ten aanzien van de mobiele telefoon (rov. 3.8),

  • -

    factuur 172 (rov. 3.10),

  • -

    factuur 178 (rov. 3.12),

  • -

    factuur 210, maar uitsluitend ten zake van de telefoons, de opladers en de Samsung monitor (rov. 3.31),

  • -

    factuur 218, maar uitsluitend ten zake van de in rekening gebrachte goederen (rov. 3.35),

  • -

    factuur 219, maar uitsluitend ten zake van de in rekening gebrachte goederen (rov. 3.36),

  • -

    factuur 220, maar uitsluitend ter zake van de in rekening gebrachte goederen (rov. 3.37),

  • -

    factuur 224 (rov. 3.40),

  • -

    factuur 227, maar uitsluitend ten aanzien van de beveiligingscamera’s (rov. 3.42).

2.2

GGZ Delfland is in de akte van 12 mei 2020 alsnog akkoord gegaan met de facturen 156, 166 (op het punt van de laptophoezen), 178, 210 (op het punt van de telefoons en de opladers) en 227 (ter zake van 1 van de 3 camera’s). Verder heeft zij in factuur 165 een fout gecorrigeerd: zij stelt dat zij uit hoofde van deze factuur nog een bedrag van € 597,38 inclusief btw te vorderen heeft van [appellant] in plaats van het eerder gevorderde bedrag van € 94,01. Het hof zal hieronder nog op deze factuur ingaan. Tot slot heeft GGZ Delfland – met inachtneming van de beslissingen uit het derde tussenarrest en haar bij akte naar voren gebrachte standpunten – haar vordering herberekend. De vordering sluit thans op € 238.226,79. [appellant] heeft bij antwoordakte gereageerd op de akte van GGZ Delfland. Wat betreft de respectieve facturen het volgende.

2.3

Factuur 164 d.d. 12 november 2009

2.3.1

Deze factuur betreft twee mobiele telefoons (Sony Ericson en Samsung) ten bedrage van € 521,22 inclusief btw. GGZ Delfland heeft aangevoerd dat er geen bewijs is overgelegd dat de telefoons daadwerkelijk zijn geleverd. Uit de door [appellant] overgelegde pro forma inkoopfactuur en het bankafschrift blijkt dat volgens haar niet. [appellant] heeft na het tweede tussenarrest een e-mail van 11 november 2009 van [betrokkene] overgelegd, waarin (volgens [appellant] ) is te lezen dat [betrokkene] hem vraagt om levering van de desbetreffende telefoons.

2.3.2

GGZ Delfland heeft bij akte na derde tussenarrest aangevoerd dat de e-mail van 11 november 2009 een e-mail van [betrokkene] aan [appellant] betreft en dat deze e-mail weinig zegt vanwege de samenspanning tussen [betrokkene] en [appellant] . De beide telefoons zijn geleverd aan het privéadres van [appellant] en reeds daarom kan niet zonder meer worden aangenomen dat deze bestemd waren voor GGZ Delfland.

2.3.3

Hierop heeft [appellant] aangevoerd dat hij is vrijgesproken van strafbare feiten en dat hij heeft vertrouwd op de mededelingen van [betrokkene] dat de telefoons bestemd waren voor GGZ Delfland. Hij heeft echter niet weersproken dat de telefoons op zijn eigen adres zijn bezorgd (waarbij overigens wel geldt dat dit (ook) het zakelijke adres van [appellant] is). Uit niets blijkt dat de telefoons daadwerkelijk bij GGZ Delfland zijn bezorgd. Het hof acht factuur 164, nu overigens niet gebleken is dat de telefoons ook daadwerkelijk aan GGZ Delfland geleverd zijn, om die reden toewijsbaar.

2.4

Factuur 165 d.d. d.d. 23 november 2009

Het hof heeft in rov. 3.6 van het derde tussenarrest overwogen dat van deze factuur uitsluitend de twee dure designtelefoons van Jacobs Jensen ten bedrage van € 502,- exclusief btw (= € 597,38 inclusief btw) in geschil zijn. Het hof heeft daarop overwogen dat het niet aannemelijk is dat bij GGZ Delfland dure design telefoons in gebruik zijn. Nu [appellant] geen enkel aanknopingspunt heeft verschaft dat de telefoons door GGZ Delfland zijn besteld of bij haar zijn afgeleverd, heeft het hof geoordeeld dat GGZ Delfland in het bewijs is geslaagd. In het derde tussenarrest is dus al beslist dat dit deel van de vordering voor toewijzing in aanmerking komt. Anders dan GGZ Delfland in haar akte na het derde tussenarrest betoogt, heeft zij zich in haar akte na het tweede tussenarrest (kennelijk) niet vergist.

2.5

Factuur 168 d.d. 15 december 2009

2.5.1

Het gaat om een factuur van in totaal € 6.486,57 inclusief btw, waarvan nu nog slechts het onderdeel mobiele telefoon van het merk HTC (€ 525,- exclusief btw / € 624.75 inclusief btw) aan de orde is. [appellant] heeft aangevoerd dat hij de mobiele telefoon op verzoek van [betrokkene] voor [naam 1] van GGZ Delfland heeft besteld; hij heeft ter onderbouwing van dat verweer na het tweede tussenarrest de desbetreffende e-mailwisseling in het geding gebracht.

2.5.2

GGZ Delfland constateert in haar akte na derde tussenarrest onder meer een aantal discrepanties tussen de stellingen van [appellant] , deze e-mails en de bijbehorende factuur. [appellant] heeft in zijn antwoord-memorie na het eerste tussenarrest aangevoerd dat [betrokkene] om grote spoed had gevraagd en dat er om die reden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT