Uitspraak Nº 200.191.334/01. Gerechtshof Amsterdam, 2017-02-07

ECLIECLI:NL:GHAMS:2017:381
Docket Number200.191.334/01
Date07 Febrero 2017
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.191.334/01

zaak-/rolnummer rechtbank Utrecht : 171572/ HA ZA 04-45

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 7 februari 2017

inzake

DE VERENIGING CONSUMENT & GELDZAKEN,

gevestigd te Amsterdam,

appellante in de hoofdzaak,

eiseres in het incident,

advocaat: mr. L.C.M. Jurgens te Amsterdam,

tegen

AEGON BANK N.V.,

gevestigd te Den Haag,

geïntimeerde in de hoofdzaak,

verweerster in het incident,

advocaat: mr. B.W.G. van der Velden te Amsterdam.

Partijen worden hierna de VCG en Aegon genoemd.

1 Het geding tot herroeping

Bij exploot van 28 april 2016 heeft de VCG Aegon gedagvaard voor dit hof.

Bij met de dagvaarding overeenstemmende conclusie van eis heeft de VCG herroeping gevorderd van de onder zaaknummer 106.005.089/02 op 10 april 2012 genomen rolbeslissing en op 1 maart 2007, 30 oktober 2012, 7 mei 2013, 4 maart 2014 en 7 april 2015 gewezen arresten tussen de VCG als appellante in principaal appel, tevens geïntimeerde in incidenteel appel en Aegon als geïntimeerde in principaal appel, tevens appellante in incidenteel appel.

De VCG heeft daarbij tevens op de voet van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) voeging gevorderd van de onderhavige zaak met de bij het hof aanhangige zaak met zaaknummer 200.144.148/01 tussen mr. Jurgens voornoemd als appellant en 4i Trust Integrity Services B.V. als geïntimeerde, met bepaling van een datum waarop de gevoegde zaken op de rol worden afgeroepen.

Aegon heeft op 21 juni 2016 een conclusie van antwoord in het incident genomen.

Vervolgens is arrest gevraagd in het incident.

2 Beoordeling

In het incident

2.1.

Het gaat in deze zaak, samengevat en voor zover in dit incident van belang, om het volgende.

2.2.

De VCG heeft Aegon, bij collectieve actie als bedoeld in artikel 3:305a van het Burgerlijk Wetboek (BW), voor de rechtbank Utrecht gedagvaard namens een groep consumenten die in de periode 1997-2002 het door Aegon aangeboden financiële product met de productnaam ‘Sprintplan’ hebben afgenomen. De rechtbank te Utrecht heeft in deze zaak op 4 januari 2006 vonnis gewezen. Hierbij heeft zij voor recht verklaard dat Aegon onrechtmatig heeft gehandeld door in de periode van 1 januari 1997 tot en met 1 juli 2002 Sprintplanovereenkomsten te sluiten, zonder...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT