Uitspraak Nº 200.213.787_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2019-09-24

ECLIECLI:NL:GHSHE:2019:3481
Docket Number200.213.787_01
Date24 Septiembre 2019
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer 200.213.787/01

arrest van 24 september 2019

in de zaak van

1 [de holding] Holding B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna: [de holding] ,

2. [appellant 2],
wonende te [woonplaats] ,
hierna: [appellant 2] ,

appellanten,

hierna samen: [appellanten c.s.] ,

advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven te 's-Hertogenbosch,

tegen

[Advocaten] Advocaten B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

geïntimeerde,

hierna: [geïntimeerde] ,

advocaat: mr. P.H. Bossema-de Greef te Waalre,

als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 30 oktober 2018 in het hoger beroep van het door de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven van 14 december 2016, onder zaaknummer C/01/303958/HA ZA 16-104 gewezen vonnis.

8 Het verdere verloop van de procedure

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:

- genoemd tussenarrest;

  • -

    het proces verbaal van getuigenverhoor op 26 maart 2019;

  • -

    de memorie na enquête aan de zijde van [geïntimeerde] ;

  • -

    de antwoordmemorie na enquête aan de zijde van TWH.

9 De verdere beoordeling
9.1.

Bij tussenarrest heeft het hof de grieven I en II verworpen.

Inzake het verwijt dat [geïntimeerde] een beroepsfout hebben gemaakt door TWMS ondeugdelijk te adviseren aangaande het nemen van rechtsmaatregelen tegen UVSH/HUVT en aangaande het voeren van een (kansloze) procedure tegen UVSH/HUVT (waar grief III op ziet), heeft het hof overwogen:

  • -

    dat zij het standpunt van [appellanten c.s.] deelt dat van [geïntimeerde] als zorgvuldig handelend advocaat en dominis litis verwacht mocht worden dat zij zich een oordeel vormde over de haalbaarheid van een procedure tegen UVSH/HVUT en dat zij TWMS zou informeren over dat oordeel en over de aan de rechtsmaatregelen verbonden (proces)risico’s, opdat TWMS zelf een weging zou kunnen maken of zij die risico’s wilde nemen;

  • -

    dat er in het licht van de grote verschillen in opvatting tussen [geïntimeerde] en TWMS over de non-exclusiviteit van Lifeshower 2 en de eigen stelling van [geïntimeerde] dat haar achteraf is gebleken dat zij door TWMS niet juist is geïnformeerd over de andere onderwerpen van de procedure, evidente procesrisico’s bestonden;

  • -

    dat het hof het niet onaannemelijk acht dat TWMS bij kennis van die risico’s niet (zondermeer) de opdracht zou hebben gegeven tot het voeren van de procedure zoals die is gevoerd.

Het hof heeft voorshands bewezen geacht dat [geïntimeerde] TWMS niet op voorhand op de hoogte heeft gesteld van haar oordeel over de haalbaarheid en de (aanwezige proces)risico’s van de tegen UVSH/HVUT gevoerde procedure. [geïntimeerde] is toegelaten tot het leveren van tegenbewijs.

9...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT