Uitspraak Nº 200.213.686. Gerechtshof Den Haag, 2020-12-22

ECLIECLI:NL:GHDHA:2020:2422
Date22 Diciembre 2020
Docket Number200.213.686
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)
GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.213.686

Zaaknummer rechtbank : 946157 / CV EXPL 10-935

arrest van 22 december 2020

inzake

[appellant],

wonende te [woonplaats],

appellant in het principaal appel,

geïntimeerde in het incidenteel appel,

verweerder in het incident ex artikel 843a Rv,

hierna te noemen: [appellant],

advocaat: mr. J.W. Verhoef te Uithoorn,

tegen

Woningstichting Rochdale,

gevestigd te Amsterdam,

geïntimeerde in het principaal appel,

appellante in het incidenteel appel,

eiseres in het incident ex artikel 843a Rv,

hierna te noemen: Rochdale,

advocaat: mr. G.R. Derksen te Enschede.

De verdere loop van het geding

Voor het verloop van het geding tot 19 november 2019 verwijst het hof naar zijn tussenarrest van die datum. Bij dat tussenarrest heeft het hof naar de rol verwezen voor het nemen van een akte aan de zijde van Rochdale. Rochdale heeft vervolgens een akte na tussenarrest genomen en [appellant] een "antwoordakte na tussenarrest tevens verzoek herziening tussenarrest en verzoek pleidooi c.q. mondelinge behandeling" (met een productie).

Op 13 oktober 2020 hebben partijen hun zaak doen bepleiten. Van de pleitzitting is proces-verbaal opgemaakt.

Ten slotte is opnieuw arrest bepaald.

Beoordeling van het hoger beroep
1.1

De onderhavige zaak betreft een vordering van een woningstichting (Rochdale) tegen een van haar voormalig directeuren ([appellant]), waarbij het – in de kern steeds – gaat om de vraag op welke beloning [appellant] aanspraak kon maken als (eerst statutair en daarna titulair) bestuurder van Rochdale. Rochdale vordert in deze procedure – zakelijk weergegeven – terugbetaling van hetgeen zonder toestemming van het bevoegd orgaan aan [appellant] is uitbetaald. [appellant] vordert op zijn beurt uitbetaling van achterstallig salaris.

1.2

In zijn tussenarrest van 19 november 2019 heeft het hof de verschillende grondslagen van de vordering van Rochdale en de omvang van de gestelde schade besproken en voor een groot deel zijn oordeel gegeven over de toewijsbaarheid daarvan. Ook heeft het hof een oordeel gegeven over de vordering tot betaling van achterstallig salaris van [appellant]. Ten aanzien van twee kwesties (het beroep van [appellant] op verjaring van de vordering van Rochdale ter zake van de volgens Rochdale te hoge pensioengrondslag en de vordering van [appellant] ter zake van achterstallig salaris over de jaren 2004 tot en met 2008) werd Rochdale in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten. Rochdale heeft van die gelegenheid gebruikt gemaakt.

1.3

In zijn antwoordakte heeft [appellant] niet alleen gereageerd op hetgeen Rochdale in haar akte had gesteld, maar heeft hij het hof primair verzocht om herziening van het arrest van 19 november 2019. Het hof begrijpt dit verzoek als een verzoek om terug te komen van diverse bindende eindbeslissingen uit het tussenarrest. Het hof zal dit verzoek als eerste behandelen, maar pas nadat het zich heeft uitgesproken over de toelaatbaarheid van productie H21.

Productie H21

2.1

Bij brief van 23 september 2020 heeft [appellant] ten behoeve van de pleidooizitting productie H21 overgelegd. Productie H21 is een document van 20 pagina's waarin [appellant] (opnieuw) uiteenzet van welke onjuistheden het hof zijns inziens is uitgegaan in het tussenarrest en zijn correcties daarop.

2.2

Rochdale heeft bij brief van 24 september 2020 tegen overlegging van dit stuk bezwaar gemaakt, omdat dit naar haar mening is aan te merken als een processtuk. Het hof heeft [appellant] niet in de gelegenheid gesteld om – naast de uitvoerige processtukken die eerder al zijn gewisseld – nogmaals een processtuk in te dienen, aldus Rochdale.

2.3

Het hof is – na inhoudelijke kennisname van het stuk, die nodig was om het bezwaar van Rochdale op zijn merites te kunnen beoordelen – met Rochdale van oordeel dat productie H21 is aan te merken als een processtuk. Een processtuk is immers ieder stuk van een partij waarin het standpunt van die partij naar voren wordt gebracht. Met Rochdale is het hof van oordeel dat dit stuk in deze stand van de procedure niet kan worden geaccepteerd. Voor een nadere wisseling van processtukken, anders dan aangegeven in het dictum van zijn tussenarrest, heeft het hof immers geen gelegenheid geboden. Dit betekent dat het hof bij de verdere beoordeling voorbij zal gaan aan productie H21.

Terugkomen van bindende eindbeslissingen?

3.1

Een eindbeslissing is een definitieve beslissing over een geschilpunt, zonder dat dit in een dictum is vastgelegd. In zijn tussenarrest van 19 augustus 2019 heeft het hof diverse eindbeslissingen gegeven. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad is een rechter in het verdere verloop van het geding gebonden aan die beslissingen. Een uitzondering is alleen op zijn plaats ingeval van bijzondere, door de rechter in zijn desbetreffende beslissing nauwkeurig aan te geven omstandigheden die het onaanvaardbaar zouden maken dat de rechter aan een dergelijke eindbeslissing zou zijn gebonden (HR 14 december 2001, ECLI:NL:HR:2001:AD4914).

3.2

[appellant] heeft in zijn akte na tussenarrest als grond voor zijn verzoek om terug te komen van bindende eindbeslissingen aangevoerd dat het hof heeft verzuimd mee te delen dat het tussenarrest zou worden gewezen door een volledig andere combinatie van raadsheren dan de combinatie ten overstaan van wie de comparitie na aanbrengen heeft plaatsgevonden. Hij heeft daarom niet de mogelijkheid gehad op een oral hearing. Volgens [appellant] zijn daardoor artikel 6 EVRM...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT