Uitspraak Nº 200.217.821/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2017-11-14
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2017:9991 |
Date | 14 Noviembre 2017 |
Docket Number | 200.217.821/01 |
Court | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland) |
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.217.821/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/19/118275 KG ZA 17-38)
arrest in kort geding van 14 november 2017 in de zaak van:
[appellante] ,
wonende te [A] ,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna: [appellante],
advocaat: mr. G.A. Pots, kantoorhoudend te Leeuwarden,
tegen
wonende te [B] ,
advocaat: mr. J.G. Besling, kantoorhoudend te Assen,
hierna: [geïntimeerde1],
in eerste aanleg: gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
2. [geïntimeerde2],
wonende te [C] ,
niet verschenen,
hierna: [geïntimeerde2],
in eerste aanleg: gedaagde in conventie,
3. [geïntimeerde3],
wonende te [D] ,
niet verschenen,
hierna: [geïntimeerde3],
in eerste aanleg: gedaagde in conventie,
4. [geïntimeerde4],
wonende te [E] , en
niet verschenen,
hierna: [geïntimeerde4],
in eerste aanleg: gedaagde in conventie,
5. [geïntimeerde5],
wonende te [F] ,
hierna: [geïntimeerde5],
niet verschenen,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie,
geïntimeerden,
hierna gezamenlijk te noemen: [geïntimeerden] c.s.
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis van 15 mei 2017 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen.
Bij appeldagvaarding van 9 juni 2017 (met producties), waarin de grieven zijn opgenomen, is door [appellante] hoger beroep ingesteld van voormeld vonnis van 15 mei 2017 met dagvaarding van [geïntimeerden] c.s. tegen de zitting van 27 juni 2017.
Op de eerst dienende dag zijn geïntimeerden 2 tot en met 5 niet verschenen, waarna tegen hen verstek is verleend. De rolraadsheer heeft beslist dat de zaak niet voldoende spoedeisend is om te worden behandeld als spoedappel.
Op de rol van 11 juli 2017 stond [appellante] voor akte uitlaten over de gevolgen van de cassatieprocedure. [appellante] heeft deze akte niet genomen, maar om doorhaling van de zaak gevraagd.
[geïntimeerde1] heeft op de rol van 25 juli 2017 bij akte laten weten dat hij niet instemt met doorhaling en hij heeft verzocht om veroordeling van [appellante] in de proceskosten.
[appellante] heeft op de rol van 8 augustus 2017 een antwoordakte genomen.
Ter rolle van 22 augustus 2017 hebben partijen...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT