Uitspraak Nº 200.220.716_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2019-03-19

ECLIECLI:NL:GHSHE:2019:1028
Date19 Marzo 2019
Docket Number200.220.716_01
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

zaaknummer HD 200.220.716/01

arrest van 19 maart 2019

in de zaak van

[appellant] ,

handelend onder de naam Bouwbedrijf [vestigingsnaam] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

advocaat: mr. R.A.J. Zomer te Oosterhout (NB),

tegen

[geïntimeerde 1] ,

[geïntimeerde 2] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerden,

advocaat: mr. K. Zeylmaker te Breda,

op het bij exploot van dagvaarding van 3 juli 2017 ingeleide hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (locatie Breda) gewezen vonnis van 10 mei 2017 tussen appellant – [appellant] – als eiser in conventie, verweerder in reconventie, en geïntimeerden – gezamenlijk [geintimeerden c.s.] – als gedaagden in conventie, eisers in reconventie.

1 Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnr. 5023156 CV EXPL 16-2734)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis en het vonnis van 24 augustus 2016.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep en het herstelexploot van 29 augustus 2017;

- de memorie van grieven, met producties;

- de memorie van antwoord, met producties.

Partijen hebben arrest gevraagd. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De beoordeling
3.1.

Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken het volgende vast.

  1. In het voorjaar van 2014 heeft [geintimeerden c.s.] contact gezocht met [appellant] ten behoeve van het verbouwen van de aan te kopen woning op het adres [adres] te [woonplaats] (hierna: de woning).

  2. Medio 2014 heeft [appellant] handgeschreven overzichten van werkzaamheden met bedragen opgesteld en aan [geintimeerden c.s.] verstrekt.

  3. Op 20 september 2014 hebben partijen elkaar gesproken over de kosten en de besparingen die [geintimeerden c.s.] kon behalen door zelf werkzaamheden te verrichten bij de verbouwing van de inmiddels aangekochte woning.

  4. Op 4 oktober 2014 is [appellant] aangevangen met de verbouwingswerkzaamheden.

  5. Op 24 oktober 2014 heeft [appellant] een eerste termijn van € 10.000,-- aan [geintimeerden c.s.] gefactureerd, welke door [geintimeerden c.s.] is voldaan.

  6. Bij e-mailbericht van 30 oktober 2014 heeft [appellant] een offerte aan [geintimeerden c.s.] verstrekt.

  7. Op 28 november 2014 heeft [appellant] een tweede termijn van € 10.000,-- aan [geintimeerden c.s.] gefactureerd, welke door [geintimeerden c.s.] is voldaan.

  8. Op 18 januari 2015 heeft [appellant] een factuur aan [geintimeerden c.s.] gezonden met als vermelding “afrekening t/m 31 december 2014” voor een bedrag van € 4.357,58.

  9. In een gesprek op 18 januari 2015 en bij e-mailbericht van 26 januari 2015 heeft [geintimeerden c.s.] aan [appellant] haar zorgen geuit over de voortgang van de werkzaamheden.

  10. Op 27 januari 2015 heeft [appellant] in een gesprek aan [geintimeerden c.s.] medegedeeld dat hij geen verdere werkzaamheden meer zal verrichten totdat de factuur van 18 januari 2015 wordt betaald.

  11. Op 28 januari 2015 is [appellant] in de woning van [geintimeerden c.s.] geweest om zijn gereedschap en werkmateriaal op te halen.

  12. Op 29 januari 2015 heeft [geïntimeerde 2] aangifte gedaan bij de politie van diefstal van spullen uit de woning, waaronder een zaag.

  13. Bij brief van 30 januari 2015 heeft de gemachtigde van [geintimeerden c.s.] [appellant] gesommeerd om zijn werkzaamheden te hervatten.

  14. Als reactie heeft [appellant] bij brief van 3 februari 2015 aan de gemachtigde van [geintimeerden c.s.] medegedeeld dat hij zijn werkzaamheden zal hervatten na betaling van de factuur van 18 januari 2015.

  15. Op 13 februari 2015 heeft [appellant] een factuur aan [geintimeerden c.s.] gezonden voor geleverde materialen voor een bedrag van € 1.131,18.

  16. Bij brief van 23 februari 2015 heeft de gemachtigde van [geintimeerden c.s.] aan [appellant] medegedeeld dat het werk nog niet af is, dat daarom niet aan betalingsverzoeken wordt voldaan en dat het expertisebureau BBAN is ingeschakeld.

  17. Op 23 februari 2015 heeft het expertisebureau BBAN een inspectie ter plaatse uitgevoerd ter zake de verbouwingswerkzaamheden, waar [appellant] niet bij aanwezig is geweest.

  18. In het rapport van BBAN van 23 februari 2015 staat vermeld dat er gebreken zijn en dat de totale herstelkosten € 37.660,-- exclusief BTW zijn, waarvan € 16.357,-- aan nog uit voeren kosten en € 21.303,-- aan herstelkosten van gebreken.

  19. Op 4 mei 2015 heeft BBAN een aanvullend rapport uitgebracht.

  20. Bij brief van 20 maart 2015 heeft de gemachtigde van [geintimeerden c.s.] [appellant] een kopie van het rapport van BBAN toegezonden, hem gesommeerd om het werk af te ronden en gebreken te herstellen conform het rapport.

  21. Op 21 april 2015 heeft [appellant] een contra-expertise laten uitvoeren door HMT Bouwtechniek.

  22. In mei 2015 heeft [geintimeerden c.s.] een voorlopig deskundigenonderzoek verzocht bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

  23. Op 17 december 2015 heeft de gerechtelijke deskundige, Kattevilder, het volgende geoordeeld:
    3. Welke werkzaamheden zijn nog niet (geheel) uitgevoerd en welke kosten zijn verbonden aan het alsnog uitvoeren van deze onderdelen, zowel, (…)
    b. ervan uitgaande dat de werkzaamheden door een derde moeten worden uitgevoerd?

(…)

Ook hier zijn wij uitgegaan van de begroting gebaseerd op de tekening. De nog uit te voeren werkzaamheden zijn in het spreadsheet overzicht opgenomen kolom Q en de hierbij behorende kosten bedragen € 57.309,57 incl. 21% B.T.W.
4. Voldoen de uitgevoerde werkzaamheden aan de eisen van goed en deugdelijk vakmanschap?

Niet het gehele werk voldoet aan de eisen van goed en deugdelijk werk.

(…).

5. Hoe hoog zijn de kosten die gemoeid zijn met herstel van de eventueel ondeugdelijk uitgevoerde werkzaamheden?

Deze kosten heb ik in het spreadsheet weergegeven in kolom S. totaal inclusief 2l% B.T.W. € 4.029,91. (…)”

[appellant] is na de aangifte door [geïntimeerde 2] door de politie verhoord als verdachte en hij heeft vervolgens een klacht ingediend bij de politie over de wijze waarop het verhoor heeft plaatsgevonden en hij heeft inzage in het dossier gevraagd.

3.2.

[appellant] heeft in eerste aanleg in conventie gevorderd [geintimeerden c.s.] te veroordelen:

- € 6.271,41 inclusief btw (onbetaalde facturen),

- € 876,83 ( buitengerechtelijke kosten),

- € 4.150,-- inclusief btw (winstmarge),

- € 12.322,86 ( schadevergoeding, kosten deskundigen) en

- € 618,88 ( advocaatkosten in verband met politieverhoor)

aan hem te betalen, te vermeerderen met rente, met veroordeling van [geintimeerden c.s.] in de kosten van het geding.

[geintimeerden c.s.] heeft verweer gevoerd.

3.3.

[geintimeerden c.s.] heeft in eerste aanleg in reconventie gevorderd:

- primair betaling van € 39.147,13 inclusief btw (vervangende schadevergoeding), te vermeerderen met rente,

- subsidiair benoeming van een nieuwe deskundige, een verklaring voor recht dat [appellant] aansprakelijk is voor de geconstateerde gebreken en betaling van een bedrag, op te maken bij staat,

- meer subsidiair € 4.029,94 inclusief btw (schadevergoeding), te vermeerderen met rente,

- primair, subsidiair en meer subsidiair:

teruggave van een zaag, een emmer, drie deurkozijnen en een bundel panlatten, op straffe van een dwangsom,

€ 1.757,10 inclusief btw (expertisekosten),

€ 2.874,36 (voorlopig deskundigenbericht),

€ 2.700,-- (dubbele woonlasten),

€ 26.262,30 (afsluiten tweede hypotheek),

€ 1.985,50 inclusief btw (kinderopvang),

nader op te maken bedrag (art. 6:96 lid 2 sub c BW) dan wel € 1.253,64 dan wel € 902,47 inclusief btw (buitengerechtelijke incassokosten),

te vermeerderen met rente,

met veroordeling van [appellant] in de kosten van het geding.

[appellant] heeft verweer gevoerd.

3.4.

De kantonrechter heeft in het vonnis van 10 mei 2017 het gevorderde in conventie afgewezen en in reconventie [appellant] veroordeeld:

- € 32.159,71 ( vervangende schadevergoeding),

- € 2.874,36 ( voorlopig deskundigenbericht),

- € 2.987,32 ( extra hypotheekkosten) en

- € 1.253,64 ( buitengerechtelijke kosten)

aan [geintimeerden c.s.] te betalen, te vermeerderen met rente.

De kantonrechter heeft het meer of anders in reconventie gevorderde afgewezen en [appellant] in de proceskosten in conventie en in reconventie veroordeeld.

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT