Uitspraak Nº 200.224.975/01. Gerechtshof Den Haag, 2019-09-24
ECLI | ECLI:NL:GHDHA:2019:2457 |
Docket Number | 200.224.975/01 |
Date | 24 Septiembre 2019 |
Court | Gerechtshof Den Haag (Nederland) |
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.224.975/01
Zaaknummer rechtbank : 297028/ CV EXPL 12-2353
inzake
gevestigd te Dordrecht,
appellante in het principaal appel,
geïntimeerde in het incidenteel appel,
hierna te noemen: Yulius,
advocaat: mr. A.H.M. van Noort te Den Haag,
tegen
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde in het principaal appel,
eiser in het incidenteel appel,
hierna te noemen: [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. A. Quispel te Oud-Beijerland.
Voor het verloop van het geding verwijst het hof naar:
- zijn arrest van 13 augustus 2019 (hierna: het tussenarrest);
- de faxbrief van mr. Van Noort van 29 augustus 2019;
- de faxbrief van mr. Quispel van 5 september 2019;
- de faxbrief van mr. Van Noort van 6 september 2019.
1. Het hof handhaaft zijn overwegingen en beslissingen uit het tussenarrest. Zoals het hof heeft overwogen in r.o. 55 van het tussenarrest, falen de grieven in het principaal appel en slaagt de grief in het incidenteel appel.
2. Omdat het hof zich op grond van de voorhanden gegevens nog niet goed in staat achtte om de schade behoorlijk vast te stellen, heeft het bij het tussenarrest opnieuw een meervoudige comparitie van partijen bepaald, met als doel om nadere inlichtingen te verstrekken en tussen partijen een schikking te beproeven met betrekking tot de omvang van de schade. Daarbij heeft het hof overwogen dat indien door partijen, dan wel één van hen, aan het hof wordt bericht dat op een comparitie geen prijs wordt gesteld, de comparitie geen doorgang zal vinden en het hof een eindarrest zal wijzen en daarbij partijen naar de schadestaatprocedure zal verwijzen. Dit voorbehoud was hierdoor ingegeven, dat een eerder door het hof bepaalde comparitie na aanbrengen op verzoek van partijen geen doorgang had gevonden, dat de standpunten van partijen over de schade ver uiteen lagen en het debat over de schade ook na de memoriewisseling in hoger beroep nog onvoldoende was uitgekristalliseerd. Voor een vruchtbare behandeling ter comparitie acht het hof nodig dat bij beide partijen de bereidheid bestaat om over de verschillende schadeposten constructief te overleggen teneinde zo mogelijk een (gehele of gedeeltelijke) minnelijke regeling te bereiken.
3. Uit de na het tussenarrest van partijen ontvangen...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT